Nieuws
Sociale Wetenschappen wil startersbeurzen voor teams
Nieuwe universitair docenten krijgen meer dan een kwart miljoen onderzoeksgeld van het ministerie. Bij Sociale Wetenschappen wil het bestuur dat het geld het hele team ten goede komt. ‘We willen niet dat het onderlinge relaties kapotmaakt.’
Anoushka Kloosterman
donderdag 24 november 2022

Net als andere faculteiten worstelt Sociale Wetenschappen met de zogeheten startersbeurzen: nieuw aangenomen universitair docenten, die na 1 januari dit jaar vast in dienst zijn gekomen, krijgen rond de drie ton van het ministerie van Onderwijs om in zes jaar te besteden aan onderzoek.

Ze mogen in die tijd geen geld aanvragen bij de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek. De bedoeling is jonge onderzoekers minder afhankelijk te maken van de uitzonderlijke competitieve aanvraagrondes.

Maar die beurzen brengen dilemma’s met zich mee. ‘Zoals wij het zien: het is moeilijk voor universitair docenten die langer in dienst zijn, en we proberen manieren te vinden om het geld ook aan hen ten goede te laten komen, en tegelijkertijd aan de voorwaarden van het ministerie te voldoen’, zei bestuurslid Rolf Oosterloo vorige week tijdens de faculteitsraadvergadering.

'We zijn een beetje nerveus dat dit mensen aanspoort naar een andere universiteit te gaan'

Het faculteitsbestuur wil, mede aan de hand van advies van speciaal ingestelde werkgroepen, dat het geld naar teamwork gaat. Eerder sprak de faculteit Archeologie ook die wens uit. Als de universitair docent een bestedingsplan maakt voor de beurs, moet daar dus ook in staan hoe het geld de onderlinge samenwerking ondersteunt. Dat bestedingsplan moet ondertekend worden door de wetenschappelijk directeur.Een tweede mogelijk probleem is het ontstaan van een transfermarkt, waarbij universitair docenten naar andere universiteiten trekken, zodat ze daar ‘nieuw’ zijn en dus recht hebben op een beurs. ‘Zijn daar zorgen over?’ vroeg raadslid Kiki Zanolie.

Transfermarkt

Decaan Paul Wouters zei dat met decanen van de andere faculteiten is afgesproken ‘geen personeel te verleiden’ om te vertrekken. ‘Alle faculteiten willen dat het geld de teamspirit stimuleert. Geen enkele faculteit vindt het goed als iemand al zijn onderwijstijd uitbesteedt met het geld. De voorwaarden zijn dus vergelijkbaar, en dat verlaagt de kans op een transfermarkt. Al kunnen er individuele uitzonderingen zijn, natuurlijk.’

‘We zijn allemaal een beetje nerveus dat dit mensen aanspoort hun baan op te zeggen en naar een andere universiteit te gaan’, zei Oosterloo. ‘Het gaat om solidariteit. Maar we weten niet of dat gaat gebeuren. We willen transparant zijn over wat we te bieden hebben. Ik denk dat we op een geweldige universiteit werken en dat mensen hier ook heen willen komen.

‘Maar we willen niet dat het geld onderlinge relaties in teams kapotmaakt. Dat is het punt dat we willen aanpakken. We moeten helpen bij het gesprek met nieuwe werknemers, en uitleggen wat het betekent als je bij een team gaat met een kwart miljoen in je zak, denkend dat dit alleen voor jezelf is: dat is het niet.’