Cultuur
Theatermaker Sadettin Kirmiziyüz mocht niet langer de Turk uithangen
In de voorstelling Citizen K. neemt Sadettin Kirmiziyüz het publiek mee langs 254 gebeurtenissen uit zijn leven waarin racisme en discriminatie een rol spelen. ‘De keren dat iemand een Hitlergroet naar me deed, zijn op twee handen te tellen.’
Sebastiaan van Loosbroek
donderdag 8 december 2022
Foto Sanne Peper

Voor het treinstation van Maastricht staat Sadettin Kirmiziyüz (1982), dan ongeveer twintig jaar, te wachten op een goede vriend. Ineens komt er een politieagent op hem af en vraagt om zijn legitimatiebewijs. ‘“Waarom?” vroeg ik. Toen draaide hij hardhandig mijn handen op mijn rug en werd ik aangehouden. Ik vroeg weer waarom. “Mond dicht!” schreeuwde hij naar me. Ik werd boos, maar hij bleef zeggen dat ik mijn muil moest houden, anders zou hij pepperspray gebruiken.’

Holy shit

Al snel blijkt dat de politie een vergissing heeft gemaakt: ze hadden iemand anders moeten aanhouden, en laten hem weer gaan. ‘Ik dacht: holy shit.’ Excuses van de politie blijven uit. ‘Ik kon een schriftelijke klacht indienen.’

Het is een van de ervaringen van theatermaker en acteur Kirmiziyüz die allemaal de revue passeren in zijn theatervoorstelling Citizen K. De voorstelling kreeg vijfsterrenrecensies in onder meer de Volkskrant en Trouw. Vrijdag treedt hij op in de Leidse Schouwburg.

Kirmiziyüz is een kind van Turkse ouders die in de jaren zeventig naar Nederland kwamen. Hij groeide op in het Gelderse Zutphen, was begin twintig toen hij naar de Toneelacademie in Maastricht ging en verhuisde daarna naar Amsterdam-Noord. In zijn werk spelen identiteit en discriminatie een belangrijke rol.

‘Het is een autobiografisch verhaal’, vertelt Kirmiziyüz over de voorstelling, waarin hij in chronologische volgorde vertelt over 254 situaties waarin (onbedoeld) racisme, discriminatie en vooroordelen de boventoon voeren.

Grote mond

‘Vlak voor ik begon te schrijven, had ik een huis gekocht in Amsterdam-Noord op een locatie waar het voor iemand met mijn achtergrond niet vanzelfsprekend is om te gaan wonen. Ik dacht: als mijn ouders hier komen, worden ze misschien raar aangekeken. Toen ik dat vertelde aan een goede vriend, tevens de regisseur, vroeg hij: “Hoe kan het dat je zo denkt?” Ik antwoordde: “Waar zal ik beginnen?” Toen kwam er een lijst uit van honderden gebeurtenissen, die we hebben teruggebracht tot 254.’

Het gaat meestal om kleine, onbedoelde opmerkingen, zegt Kirmiziyüz. ‘De keren dat iemand een Hitlergroet naar me deed, zijn op twee handen te tellen.’ Een van de eerste situaties die hij zich kan herinneren, was dat hij niet mocht komen spelen bij een buurjongen. ‘Omdat ik een Turk was. Ik was een jaar of zes. Ik had geen idee wat hij ermee bedoelde.’

Wanneer hij ongeveer negen jaar is, vertelt zijn vader hem iets opmerkelijks. ‘Hij zei dat ik niet de Turk moest uithangen. Hij bedoelde ermee dat ik de vooroordelen over Turken niet moest bevestigen. Ik diende me voorbeeldig te gedragen, geen grote mond te hebben en geen problemen te veroorzaken, zodat ik niet op een negatieve manier zou opvallen. Alles om ervoor te zorgen dat mensen geen reden hadden om over ons te denken: zie je wel!’

‘We wonen in een buurt die niet erg gemengd is. Ik moet steeds duidelijk maken dat ik hier hoor'

Hij heeft ook recentere voorbeelden. ‘Ik word geregeld etnisch geprofileerd. Op vliegvelden, zoals Schiphol, ben ik bijvoorbeeld uit de rij geplukt wanneer ik mijn baard niet had geschoren. Tegenwoordig zorg ik dat ik geschoren ben.’

Het eerste jaar dat hij met zijn vrouw in Amsterdam-Noord woonde, vroegen koeriers en postbodes waar de bewoner was als hij opendeed. ‘We wonen in een buurt die nog niet erg gemengd is. Ik moet steeds duidelijk maken dat ik hier hoor.’

De situatie in de Randstad verschilt daarin niet van het oosten, zegt hij. ‘Althans, niet in hoe ze met me omgaan. Het heeft meer te maken met plekken waar je voor het eerst komt: de plaatselijke bakker, de bibliotheek, de fietsenmaker. Ik word anders aangekeken dan mijn Hollandse vrienden en word bijvoorbeeld vaak in het Engels aangesproken. Dan moet ik duidelijk maken dat ik de taal spreek, dat ik begrijp wat ze zeggen.’

Fijn land

Toch ervaart Kirmiziyüz Nederland doorgaans als een fijn land om in te leven. ‘Ik ben hier geboren en getogen, dus ik weet niet beter. In België is dat héél anders. Daar ben ik echt een buitenlander, een allochtoon. Daar zitten ze in een andere fase.’

 In Nederland is wel veel veranderd, stelt hij. ‘Zeker sinds 11 september 2001. Er is een politieke verschuiving naar rechts opgetreden die al voor Fortuyn begon, en meerdere aanslagen en de moord op Theo van Gogh in 2004 hebben de situatie verergerd en de polarisatie versterkt.’

Maar Kirmiziyüz ziet ook positieve verandering. ‘Vijf jaar geleden kon ik ons gesprek niet voeren. In 2019 zeiden mensen nog: “Racisme en discriminatie zitten tussen je oren, je maakt het te groot.” Dat is nu anders.’

Geniepig racisme

Met als gevolg dat Kirmiziyüz het nu eerder zegt als een opmerking verkeerd valt. ‘Op de set van een tv-serie maakte een crewlid een grapje over zoetigheid. “Daar houden jullie wel van, hè?” zei hij tegen mij.’ Kirmiziyüz sprak hem erop aan, waarna excuses volgden. ‘Als ik er niks van zeg, kan het doorgaan.’

Met de voorstelling hoopt Kirmiziyüz dat het publiek gaat ‘begrijpen hoe het is om met een bi-culturele achtergrond in Nederland te wonen en hoe geniepig racisme werkt’. Voor zijn drie kinderen heeft hij goede hoop. ‘Die generatie moet het gaan doen, die moet het patroon doorbreken. Ik hoop dat ze dat gaat lukken.’

SADETTIN K, Citizen K. Leidse Schouwburg, vrijdag 9 december, 20.15 uur. €14,50 - 22,50