Wat is jouw bijbaan?
‘Ik ben studentvertegenwoordiger. Dat betekent dat ik op open dagen sta, bij het proefstuderen help en bijvoorbeeld presentaties over de studie geef op scholen. Het is vooral veel vragen beantwoorden van scholieren, dus.
‘Je moet vooral op mensen af durven stappen en je verhaal willen vertellen. De scholieren vragen veel naar je eigen ervaringen. Het gaat erom dat je je een beetje open op kunt stellen en dingen goed kunt uitleggen.’
‘We hebben een groep van zo’n dertig mensen en als er iets moet gebeuren, komt er daarin een oproepje. Mijn studierooster is heel onregelmatig, dus dan is zo’n baantje fijn: je kunt aangeven wat je goed uitkomt. Vandaag zijn we met zijn tienen. Je moet natuurlijk maar net tijd hebben om er een hele zaterdag te staan.
Krijg je veel lastige vragen?
‘Het zijn vaak dezelfde: waarom heb je voor de studie gekozen, waarom voor Leiden, wat vind je van de opleiding, hoe ziet een week eruit aan studielast.
‘Soms verrassen mensen toch. Een scholier had allemaal vragen over de mogelijkheden voor een researchmaster, terwijl de open dag voor de bachelor is. Die had zich wel heel specifiek voorbereid. Dat zijn dingen die ik ook niet weet.’
Herken je jezelf in de scholieren?
‘Ze zijn nieuwsgierig maar ook best een beetje geïntimideerd: het is allemaal heel groot en heel veel. Dat had ik ook. Ik vond het heel spannend en die studenten zagen er toen heel groot uit, zeker als je nog in de vierde van het vwo zit. Als ik nu terugkijk, is dat helemaal anders: die studenten willen heel graag al je vragen beantwoorden.
‘Veel scholieren komen met hun ouders en die stellen meestal meer vragen dan hun kind. Zij vragen door over de studielast en of je er nog dingen naast kunt doen. Scholieren zelf vragen meer over de toelating en hoe dat precies werkt.’
Heb je die doktersjas normaal ook aan?
‘Niet zo vaak, eigenlijk alleen in sommige werkgroepen: op de snijzaal, bij het oefenen van lichamelijk onderzoek en als we soms meelopen in het ziekenhuis.
‘We dragen ze nu zodat scholieren ons kunnen herkennen, maar ik denk toch dat het een soort autoriteit uitstraalt. Het voelt een beetje alsof ik hier half als dokter sta, dat ben ik nog helemaal niet.’