Wetenschap
Je hoeft er maar aan te denken, of je krijgt het al
Psycholoog Danielle Bartels deed als een van de eersten onderzoek naar het placebo-effect bij jeuk. ‘We willen negatieve verwachtingen ombuigen.’
Mark Reid
woensdag 16 december 2020

‘Alleen al wanneer je praat over jeuk kun je het al krijgen. Dat is uniek, ook al weten we nog niet hoe het precies werkt’, vertelt promovendus Danielle Bartels. Zij heeft de afgelopen onderzoek gedaan hoe jeuk wordt beïnvloed door onze verwachtingen en het placebo-effect.

‘Er is veel onderzoek gedaan naar pijn, maar we zijn een van de eersten die kijken naar het placebo-effect bij jeuk’, zegt Bartels. Behandelingen die gebruik maken van dit effect hebben al veel succes gehad om chronische pijn op een niet-ingrijpende manier te verlichten. De psycholoog wil met haar onderzoek de weg voorbereiden om patiënten met chronische jeuk te helpen.

Het placebo-effect is de invloed van onze verwachting op de uitkomst van (bijvoorbeeld) een medische handeling. Hebben we goed gevoel bij wat een dokter doet, dan heeft dat een positieve uitwerking, zelfs als de behandeling stiekem helemaal niets doet. Alleen het idee is genoeg om patiënten daadwerkelijk beter te laten voelen. En hoe ingrijpender de methode, hoe groter de impact. Een injectie heeft meer effect dan een pil, helemaal als die door een arts in een witte jas wordt toegediend.

Prikkels

Om het placebo-effect te kunnen testen, moest Bartels haar proefpersonen eerst verwachtingen aanleren. Ze plakte bij alle deelnemers een paar elektroden op hun arm en sloot die aan op een kastje dat een stroom opwekt, net sterk genoeg om een vervelende kriebel te veroorzaken. Aan het kastje waren een aantal lampjes verbonden die de proefpersoon vertelden hoe sterk de jeukprikkel was die ze zouden gaan krijgen.

‘Patiënten met chronische jeukklachten krijgen negatieve verwachtingen als ze bijsluiters lezen’

Bartels: ‘We leerden de proefpersonen: bij een groen lichtje wordt de jeuk minder, bij een geel lichtje blijft het hetzelfde.’

Herhaal die combinatie van lampjes en prikkels vaak genoeg, en de deelnemers zullen bij het zien van groen of geel lampje al bijna de jeuk gaan voelen voordat de stroom aanstaat. Als de mentale link tussen lampje en jeuk is gelegd, begint Bartels’ experiment pas echt. Nu kan ze met de verwachtingen van de proefpersonen gaan spelen.

In de eerste testrondes blijven de kleuren lampjes hetzelfde, maar ongeacht welke kleur de proefpersonen ziet, is de prikkel altijd maar van gemiddelde sterkte. Op een schaal van 1 tot 10 geven de deelnemers aan hoe veel jeuk ze voelen. En inderdaad, bij de groene lampjes voelen de proefpersonen minder jeuk, hoewel de prikkel precies hetzelfde is. Ze verwachten minder jeuk, dus ze voelen minder jeuk. Het placebo-effect in actie.

Kwaardaardig broertje

Maar Bartels liet het niet bij een groen en geel lampje. De deelnemers krijgen ook een rood lampje te zien, een waarschuwing voor extra heftige jeuk. Hier komt placebo’s kwaadaardige broertje om de hoek kijken: het nocebo-effect.

In plaats van een positief vooruitzicht met verminderde klachten, treedt het nocebo-effect op bij een negatieve verwachting. Omdat we denken dat iets ons zieker maakt of pijn gaat doen, gaan we ons daadwerkelijk slechter voelen. Of in het geval van Bartels’ experimenten: proefpersonen verwachten dat iets erg gaat jeuken, en daarom voelen ze ook een heftige kriebel.

‘Dat is ook precies wat we zagen. Bij een groen lampje voelden de deelnemers minder jeuk en bij een rood lampje meer, maar de prikkels waren in de testfase precies even sterk.

‘Patiënten met chronische jeukklachten hebben vaak negatieve verwachtingen. Die kun je krijgen als je alle bijwerkingen op een bijsluiter leest.’ Of misschien hebben ze al eerdere behandelingen gehad die niet gewerkt hebben, dus waarom zou deze behandeling wel werken? We wilden kijken of we die negatieve verwachtingen konden ombuigen.’

Opnieuw gaf ze proefpersonen elektrodes, maar deze keer kregen ze te horen dat een speciale derde elektrode op hun arm de jeuk zou verergeren als het rode lampje aan zou gaan. In werkelijkheid deed deze placebo-elektrode helemaal niks. Alle extra jeuk die de deelnemers voelden zat tussen de oren, maar de link tussen de kriebel en de derde electrode was gelegd.

Verbale suggesties

Toen de deelnemers hieraan gewend raakten draaide Bartels het proces om. De derde elektrode was nu zogenaamd anders ingesteld en zou juist de jeuk verminderen. Het plakkertje was nog steeds nergens op aangesloten, maar de positieve suggestie was voldoende om de jeuk bij het rode lampje af te laten nemen, zelfs tot onder het gemiddelde. Het rode lampje zorgde nu voor een positieve verwachting.

Het nocebo-effect was omgeslagen in een placebo.

Hoewel een oplossing voor mensen met chronische jeuk nog niet direct gevonden is, denkt Bartels dat er wel dingen te leren zijn voor behandelaars. ‘We zagen in onze experimenten de sterkste effecten als we de prikkels combineerden met verbale suggesties over de sterkte van de jeuk. Het kan voor mensen met chronische jeuk al enorm schelen als behandelaars rekening houden met de verwachtingen die patiënten hebben. Het mooie is dat het placebo-effect nog steeds werkzaam is als je zegt dat het placebo is. Als je er maar bij vertelt dat het echt werkt.’