De energiecrisis gaat de universiteit miljoenen kosten, blijkt uit documenten die de universiteitsraad onlangs ontving van het college van bestuur. Door de oorlog in Oekraïne moet de universiteit straks een stuk meer betalen voor de 3,5 miljoen kubieke meter gas en de 43 miljoen kilowattuur elektriciteit die het jaarlijks verbruikt. Ter vergelijking: dat is dezelfde hoeveelheid gas als het gebruik van 3000 huishoudens, 72 keer zoveel als dat van de Bahama’s, en genoeg om de Olympische vlam 8,5 duizend jaar mee te laten branden. Het is net zoveel stroom als 17 duizend huishoudens, 215 duizend blikseminslagen, 39 duizend bubbelbaden, of alle woningen van Leiderdorp en Zoeterwoude samen. Bij elkaar is het ongeveer een duizendste van de Tata Steel-fabriek in IJmuiden.
Door de stijgende tarieven dreigt een gepeperde energierekening. De verwachting is dat die met 60 tot 200 procent zal stijgen, wat neerkomt op 3,5 tot 6 miljoen per jaar. Maar het blijft gissen, zegt vicevoorzitter Martijn Ridderbos: ‘In de Kadernota is rekening gehouden met stijgende energieprijzen en hogere bouwkosten, maar die stijging is niet precies in te schatten. Het kan twee keer zo duur worden, of wel vier keer. We weten het niet.’
De universiteit heeft tot halverwege volgend jaar elektriciteit, en tot eind volgend jaar gas ingekocht tegen schappelijke tarieven, vertelt vastgoeddirecteur Michel Leenders. Daarna zullen de tarieven waarschijnlijk de pan uitrijzen: de energiemarkt is zo turbulent, dat leveranciers geen vaste tarieven meer afspreken. Net als gewone huishoudens kan de universiteit geen prijzen meer vastleggen voor de lange termijn.
Leenders: ‘We gebruiken normaal gesproken de hockeysticktechniek: de prijzen dalen, en als je dan een kleine stijging ziet, zet je de prijs vast. De prijzen daalden echter niet meer, maar ontploften. Nu moeten we kijken wat een gunstig moment is om opnieuw in te kopen. Niemand weet natuurlijk wat er gaat gebeuren. Het gaat om heel veel extra kosten als het crisis blijft.’
Het college reserveert 4,5 miljoen om die klap op te vangen. Over compensatie vanuit de overheid wordt nu onderhandeld, zegt Ridderbos. ‘We krijgen elk jaar een loon- en prijscompensatie van het ministerie. Die volgt normaal de prijsindexstijging, maar die meter slaat nu natuurlijk helemaal uit. De overheid moet bedenken wat zij daarmee gaat doen. Het gesprek tussen universiteitenkoepel UNL en het ministerie loopt nu. Een van de redenen om zo in te zetten op energiebesparing, is dat we niet weten in welke mate er compensatie komt.’
Op de korte termijn gaat de verwarming in ieder geval twee graden omlaag, zegt Leenders. Ook de airconditioning is al bijgesteld. ‘Ik heb daar al de eerste mails met klachten over warmte over binnen gekregen. Daar moeten we goed naar kijken.’
Daarnaast vraagt het bestuur medewerkers bewuster met energie om te gaan: zuiniger zijn met de apparaten in laboratoria, en af en toe de radiator dichtdraaien. Met die maatregelen hoopt de universiteit 5 procent gas en 1 à 2 procent elektriciteit te besparen.
Op de lange termijn wil de universiteit zo snel mogelijk van het gas af. ‘Het streven was 60 procent minder aardgas in 2030’, zegt Leenders. ‘Inmiddels hebben we onze ambities aangescherpt.’ Naar bijna 80 procent, staat in de plannen.
In de komende zes jaar staan er grote bezuinigingen op de agenda. Er komen vierduizend zonnepanelen bij, bovenop de bestaande tweeduizend, die in 2030 voor 2,4 miljoen kilowattuur elektriciteit zorgen. De grootste klapper moet van de verwarming komen, die bijna overal nog op gas werkt. Door de aanleg van warmte-koude-opslagen (wko) en aansluitingen op stadswarmte moeten een heleboel gebouwen van het gas. Daarmee wordt bijna 2,7 miljoen kubieke meter per jaar bespaard.
‘Uiteindelijk is het de bedoeling dat minstens tien procent van het hele gebruik van de universiteit komt uit zonne-energie’, zegt Leenders. ‘We gebruiken heel veel elektriciteit, vooral bij Wiskunde en Natuurwetenschappen, met al die apparaten. Die zijn uiteraard ook gewoon nodig.’
De groeiplannen van de universiteit veranderen niet, zegt Ridderbos. ‘We kunnen niet zomaar stoppen met onderwijs en onderzoek omdat de energieprijzen stijgen. Onze opdracht is om te besparen waar kan. Colleges kosten relatief kleine hoeveelheden energie. De grote elektronenmicroscopen en magneten zijn de grote verbruikers.’
De plannen waren er al, benadrukt Ridderbos. ‘Het is niet dat we ineens een impuls krijgen door wat er aan de hand is in Oekraïne. Dit is extra, om te voorkomen dat we niet onnodig nog meer geld besteden aan gas en elektriciteit. Door de crisis is er wel meer begrip voor maatregelen die we nu nemen. Iedereen snapt dat actie nodig is en dat we niet kunnen wachten.’
Of het ook lukt, hangt van een aantal factoren af. Voor nieuwbouw, of gebouwen die nog geïsoleerd kunnen worden, zijn wko’s een oplossing. Daar is de universiteit al mee bezig. ‘Vandaar dat het op het plein voor de UB nu zo’n puinhoop is’, zegt Leenders. De werkzaamheden lagen eventjes stil omdat een groep beschermde vleermuizen in het gebouw naast de UB overwinterde, maar nadat de beestjes weer zijn vertrokken, is de bouw hervat.
‘We onderzoeken of we de UB kunnen aansluiten op dit systeem. Om dat mogelijk te maken moet we het gebouw verder verduurzamen, want met wko zijn minder hoge temperaturen te bereiken dan met gas. Het is ook noodzakelijk om beter te isoleren en andere radiatorplaten te plaatsen.’
De oude gebouwen zijn moeilijker, zegt Ridderbos. ‘Daar is het ingewikkelder om reductie door te voeren. Dat maakt het voor Leiden lastiger dan voor een universiteit met vooral nieuwbouw.’
Voor het Kamerlingh Onnes Gebouw, dat uit zowel oud als nieuw bestaat, moet nog een oplossing worden bedacht. ‘Dat kun je niet zomaar isoleren terwijl het in gebruik is. Voorlopig kunnen we het nog niet aansluiten op een wko. Deze technologie verbetert echter steeds. Je kunt bijvoorbeeld ook temperatuurverschil in de lucht gebruiken om te verwarmen. Wellicht is er binnenkort meer mogelijk.’
Voor oude gebouwen zet de universiteit in op stadswarmte. ‘Het plan is om drie oude gebouwen, namelijk het Pieter de la Court (zie kader), het Willem Einthoven en het Sylvius, aan te sluiten op restwarmte van Rotterdam.
Die stadswarmte is er nog niet, al liggen de plannen er wel. De aanleg van een pijp werd vorig jaar gedwarsboomd doordat het Warmtebedrijf van Rotterdam failliet ging.
Leenders gaat er desondanks vanuit dat het gaat lukken. ‘Het is onzeker, maar de kans is groot. Als het doorgaat, is dat een grote klapper. Daarmee halen we de tachtig procent reductie.
‘De verwachting is dat het lukt, maar dat werd vijf jaar geleden ook gezegd. We zijn in overleg met de provincie en de Gasunie: zij moeten “ja” zeggen. We moeten nog uit de kostenverdeling komen, maar in deze tijd van crisis komt elk verstandig mens daar wel uit.
‘Ik kan me niet voorstellen dat het niet doorgaat. Maar niets is zeker tot het zeker is.’
Een van de oudste gebouwen van de universiteit moet langer mee dan gepland. Het Pieter de la Court komt uit 1965 (in 1989 trokken de bestuurskundigen, politicologen, onderwijskundigen, psychologen en antropologen in het pand) en zou in 2029 worden afgeschreven, maar blijft nu zeker tot 2035 in gebruik. Het is ook een van de grootste energieslurpers van de Leidse universitaire vastgoedportefeuille, samen met het Sylvius.
‘Dit gebouw is heel energieonvriendelijk’, zegt bestuurslid Rolf Oosterloo van de Faculteit der Sociale Wetenschappen, die in het gebouw zit gevestigd. ‘We verwarmen heel inefficiënt. We kijken daarom naar klimaatbeheersing, en gaan proberen om meer bescherming aan de zonzijde te regelen, zodat je hier in de zomer kunt blijven werken. Op hete dagen kan het hier een sauna zijn.’
Oosterloo wijst op de vensters in de gerenoveerde kamer. ‘Prachtige nieuwe ramen, maar de vensters zijn oud. Als hier in de winter de wind op staat, giert de kou je om de oren.’
Om het langer te kunnen gebruiken, wordt de binnenkant opgeknapt. ‘De buitenkant vinden we niet heel aantrekkelijk, maar aan de binnenkant hebben we een nieuwe bibliotheek, een living lab op de eerste etage, een als huiskamer ingerichte hoek voor studenten. We willen nog zalen opknappen, net als de bestuurskamer en onderwijszalen. Als de binnenkant leuker is, wordt het perspectief om hier langer te blijven dat ook.’
Aan de andere kant: ‘Het betekent ook dat je een energie-inefficiënt gebouw langer moet gebruiken.’ Met extra zonnepanelen op het dak probeert de faculteit elektriciteit te compenseren, zegt locatiemanager Giel Zwinkels. ‘Dit gebouw slurpt heel veel energie. Er zijn bijna geen middelen om het met ander gebruik energiezuiniger te maken, dus kopen we het af met zonnepanelen op het gebouw. Daarmee hebben we een stukje van de energie verduurzaamd.’
Ook staat de verwarming al een tijd op 18 graden. ‘En dat ga ik niet verder terugbrengen’, zegt Zwinkels. ‘Hoewel we weten dat het gebouw zijn mankementen heeft en we weinig drastische maatregelen kunnen nemen, laten we ons niet uit het veld slaan. Als we iets moeten vervangen doen we het met duurzame producten, alle lampen worden LED. Verder kijken we naar isolatie van wanden en deuren, enzovoort. Je kunt niet zeggen: we doen niks.’
*In een eerdere versie van dit stuk stond dat het Pieter de La Court-gebouw uit 1989 komt. Dat moet 1965 zijn, maar in 1989 trokken de bestuurskundigen, psychologen en politicologen erin.