Nieuws
De helft van het Leidse personeel werkt over
Ruim de helft van de medewerkers op de universiteit werkt structureel over, blijkt uit een enquête over werkdruk.
Anoushka Kloosterman
donderdag 14 oktober 2021

In alle functiegroepen – zowel wetenschappelijk als ondersteunend – geeft meer dan de helft van de respondenten aan dat ze wekelijks meer werken dan waarvoor ze zijn aangenomen. Het ondersteunend personeel doet het daarin nog het ‘beste’, maar ook van hen geeft meer dan de helft aan dat ze meer dan een uur per week overwerken. Van het wetenschappelijk personeel geeft maar tien tot twintig procent aan dat ze níet overwerken, afhankelijk van functiegroep.

De cijfers komen uit de ‘Personeelsmonitor Light 2021’, een miniversie van de grote personeelsmonitor die de universiteit elke drie jaar afneemt. De uitgebreide versie komt volgend jaar weer, maar met deze monitor wil de universiteit alvast peilen hoe het gaat met werkdruk en sociale veiligheid: ‘Dit zijn onderwerpen die hoog in het vaandel staan bij het college van bestuur’, aldus het rapport.

Hoogleraren hebben de langste werkweken: een op de vijf werkt 15 tot 20 uur per week extra. Nog eens een vijfde werkt 11 tot 15 uur extra. Ongeveer zeven procent - de staafdiagrammen in het rapport geven geen precieze percentages - geeft aan dat ze meer dan 21 uur per week overwerken.

Bijna al het wetenschappelijk personeel is meer tijd kwijt aan administratie en onderwijs dan is afgesproken, geven de respondenten aan. Uitzondering zijn de docenten, die een procentje minder onderwijs geven dan afgesproken. Zij besteden als enige functiegroep dan wel weer meer tijd aan onderzoek dan hun contract zegt.

Promovendi, postdocs, onderzoekers, universitair (hoofd)docenten en hoogleraren geven juist allemaal aan dat ze meer tijd kwijt zijn aan onderwijs dan zou moeten. Het verschil tussen afspraak en werkelijkheid is het grootst bij onderzoekers, die op papier ongeveer een kwart van hun tijd aan onderwijs besteden. In de praktijk ligt dit percentage rond de 45 procent.

Postdocs zijn in dit lijstje ook een vreemde eend in de bijt, omdat ze precies evenveel tijd aan administratie besteden als afgesproken (plusminus 18 procent). De rest van het wetenschappelijk personeel is er structureel meer tijd aan kwijt.