Dat staat in een brief van het stadsbestuur aan de gemeenteraad.
In de vergadering van de commissie stedelijke ontwikkeling eind oktober, stelden Pieter van der Woerd (CU) en Harbert van der Kaap (PvdD) voor om een zogenoemd uitsterfbeleid in te voeren.
Dat betekent dat studenten die in een illegaal verkamerd pand wonen, daar mogen blijven tot ze vrijwillig verhuizen. Voor de ongeveer zeshonderd studenten die met de nieuwe verkameringsregels uit hun huis dreigen te worden gezet, zou die oplossing goed nieuws zijn.
Maar het stadsbestuur zegt nu dat die optie niet goed uitvoerbaar is. Dat komt ten eerste omdat daar dan ‘jarenlang een uitvoerige administratie van moet worden bijgehouden’. Ten tweede moet het worden doorgegeven aan de basisregistratie personen wanneer een kamerbewoner uit het pand vertrekt, terwijl dit niet altijd direct gebeurt. Daarnaast zou er ook regelmatig fysiek moeten worden gecontroleerd of de kamer leeg blijft. Tot slot noemt het bestuur dat het met dit beleid niet duidelijk is hoe lang het duurt tot alle illegaal verkamerde panden leeg zijn.
Dat betekent dat honderden studenten dus toch echt uit hun kamer worden gezet en op een andere manier aan andere woonruimte moeten zien te komen.
Als oplossing daar voor dat probleem stelden enkele partijen voor om deze studenten een urgentieverklaring bij DUWO te geven. Dat voorstel heeft meer kans van slagen: ‘Wij zullen dit de komende weken samen met DUWO uitwerken’, aldus het college van B&W.
Ook ziet het college wel wat in de suggestie om verkamering boven winkels en horecagelegenheden toe te staan. Straten die het college daarvoor aanwijst, zijn de Haarlemmerstraat, Vismarkt, Nieuwe Rijn, Beestenmarkt, Nieuwe Beestenmarkt en Steenstraat.
Door de nieuwe verkameringsregels, worden naar schatting tot zeshonderd Leidse studenten hun kamer uitgezet. Dit proces gaat minimaal vier jaar duren, laat het college weten. Donderdag 28 november vergadert de commissie stedelijke ontwikkeling verder over het verkameringsbeleid.