Beide partijen wilden graag weten waar de prioriteiten liggen van universiteitspersoneel.
De vragenlijst is voorgelegd aan leden van een vakbond, maar ook aan niet-leden. Iets minder dan een derde van de aangeschreven medewerkers heeft de enquête ingevuld. Het personeel werd gevraagd uit een aantal arbeidsvoorwaarden de twee belangrijkste te kiezen.
Ruim de helft van personeelsleden heeft de voorkeur voor een hoger loon en het behoud van een regeling waarbij werknemers die hun baan verliezen recht hebben op een aanvullende en/of aansluitende uitkering: de zogeheten BWNU. Minder belangrijk vinden zij de handhaving van de seniorenregeling. Die mag best op de schop. Bij deelname aan deze regeling werken personeelsleden vanaf hun 59e een dag minder per week met behoud van volledig salaris en pensioenopbouw. Wel kunnen deelnemers in ruil hiervoor minder vakantie opnemen.
Een strengere inspanningsverplichting voor de universiteit bij ontslag krijgt opvallend genoeg de voorkeur boven een resultaatsverplichting. Bij een inspanningsverplichting werkt de universiteit mee aan het vinden van een nieuwe baan voor een medewerker voor wie ontslag dreigt. Bij een resultaatsverplichting moet de universiteit een nieuwe baan regelen voor een medewerker.
Op 8 november gaan de VSNU en de vakbonden weer om de tafel zitten. De universiteiten wilden bij de vorige onderhandelingen in ruil voor het versoberen van bijvoorbeeld de seniorenregeling wel praten over een kleine loonsverhoging. Het lijkt er op dat mede door de uitkomsten van de enquête er enige onderhandelingsruimte is ontstaan.
In 2010 kregen fulltime medewerkers een eenmalige uitkering van 500 euro. Sindsdien zijn de lonen niet verhoogd. VB