Studentenleven
Mensen denken dat je liegt
Hoe is het om door het leven te gaan als aseksueel, transgender of polyamorist? Het LHBT-netwerk Leiden University Pride liet vier Leidse studenten vorige week op hun ‘Sexposium’ praten over hun ervaringen. Mare portretteert hen.
Sebastiaan van Loosbroek
donderdag 26 april 2018

Ik vertel alles aan alle partners

Mariya Shcherbinina (23, master counseling op Webster) is polyamoreus en biseksueel.

‘Op dit moment heb ik een relatie met een man en een vrouw. Met mijn vriend ben ik al vijf jaar samen, mijn vriendin heb ik sinds maart. Ik was al een jaar verliefd op haar, maar heb gewacht met het aan mijn vriend te vertellen. Ik heb geprobeerd mijn gevoelens voor haar te onderdrukken, maar dat lukte niet.

‘Mijn vriend is er inmiddels oké mee. Dat waardeer ik heel erg in hem, hij is een erg invoelend persoon. Als hij ziet dat ik blij ben, dan is hij het ook. Dan werkt het. Als mijn vriend nog een andere vriendin zou hebben, zou ik dat prima vinden, al wil ik haar dan wel ontmoeten. Ik wil weten of ze goed voor hem is.

‘Om jaloezie zoveel mogelijk te voorkomen, is het van heel groot belang om veel met elkaar te communiceren en eerlijk tegen elkaar te zijn. Ik vertel mijn ene partner altijd wat ik met de andere heb gedaan. Iedereen moet ervan op de hoogte zijn wat er is gebeurd, anders kan de fantasie met iemand op de loop gaan.

‘Mijn vriendin heeft nog een man. Ik heb hem ontmoet en vind hem heel aardig. M’n vriend en m’n vriendin moeten elkaar nog wel ontmoeten, dat gebeurt binnenkort. Dat is wel spannend. 

‘Meestal lukt het goed om mijn tijd tussen mijn partners te verdelen, maar als ik echt moet kiezen, kies ik ervoor bij mijn vriend te zijn. Met hem ben ik al veel langer samen en mijn vriendin heeft haar man nog.’

Ik val op een stem of karakter

Megan (20, filosofie) is demiseksueel en panromantisch.

‘Ik ben opgegroeid in een gezin waar diversiteit, zoals homoseksualiteit, prima was. Op de basisschool was dat anders. Daar vonden ze dat ik me gedroeg als een jongen.

‘Toen ik negen was, ben ik aangerand. Het was pijnlijk en uiteraard ongewild. Ik wist nog helemaal niet wat seksueel geweld betekende en vroeg me af wat er nu eigenlijk was gebeurd, waarom iemand zoiets zou doen en waarom het mij overkwam. Ik stopte het weg, maar als iemand me opeens aanraakte schrok ik op. Ik heb hem nooit aangegeven; hij was minderjarig en herinnert zich waarschijnlijk niet eens wat hij heeft gedaan.

‘Toen we bij biologie op de middelbare school een hoofdstuk over seksualiteit behandelden, vond ik dat heel ongemakkelijk. Toen ik een stukje uit het boek moest voorlezen begon ik te huilen en kreeg ik een paniekaanval. Tijdens mijn eerste relatie vond ik het moeilijk eerlijk te zijn over wat ik eng of vervelend vond qua fysiek contact. In de volgende relatie is dat gelukkig goed gekomen.

‘Ik ben demi-seksueel. Dat is een type aseksualiteit en betekent dat ik tussen een aseksueel en seksueel in zit. Ik voel me niet aangetrokken tot iemands lichaam, maar val op iemands stem of karakter. Hierdoor ben ik ook panromantisch: omdat ik niet op lichamen val, maakt iemands geslacht mij bij verliefd worden niet uit; het gaat me om de persoonlijkheid. Ik ken dus geen aantrekkingskracht voor een vreemde, en vind het hierdoor moeilijk te begrijpen dat mensen interesse hebben in iets als porno. Andere mensen op hun beurt kunnen meestal niet geloven dat aseksualiteit bestaat.

‘Ik ben in therapie geweest voor mijn trauma. Tot een paar jaar geleden had ik dit niet kunnen vertellen, maar nu gaat het goed met me.’

Mensen denken dat je liegt

Sam (23, film- en literatuurwetenschap) is aseksueel en non-binair.

‘Ik weet nog dat ik een jaar of vijf was en op de speelplaats speelde. Met vrienden hadden we het over later, dat we in een friends house zouden gaan wonen. Dat leek me fantastisch want dan hoefde ik geen man te zoeken. En toen ik 14 was en mijn vriendinnen lijstjes maakten waaraan een jongen moest voldoen, kon ik niets anders bedenken dan dat-ie minstens een keer per week moest douchen.

‘In mijn tienerjaren was de wereld erg verwarrend voor me. Mensen zeiden tegen me dat ik op een dag vast wel seks zou hebben, maar ik wist dat ik dat helemaal niet wilde. Ik voel totaal geen seksuele aantrekkingskracht.

‘Voor een maatschappij die seks zo centraal heeft staan, praten we er bijzonder weinig over. We spreken in codes als we het erover hebben. In plaats van te vragen: “Zullen we seks hebben?” hebben we het over “Netflix and chill”. Seks is voor mij dreigend, alsof ik het op een dag moet gaan doen, terwijl ik dat helemaal niet wil. Maar mensen denken dat je geen seks hebt omdat je onzeker bent, of liegt, of de juiste persoon nog niet hebt ontmoet. Ze proberen me van gedachten te veranderen, maar dat gaat niet gebeuren, want ik wil het gewoon niet.

‘Ook ben ik non-binair: ik identificeer me niet als man of vrouw. Mijn ouders weten dat, maar ik heb hen nog niet verteld dat ik aseksueel ben. Ik ben bang voor de reacties, dat ze zullen zeggen dat het nog wel komt. Wel ben ik van plan het ooit te vertellen.’

Mijn fantasie stopte bij knuffelen

Colin Stokkel (22, filosofie en psychologie) is transgender, panromantisch en non-binair.

‘Ik ben geboren als vrouw maar voel me man noch vrouw. Ik  haatte het gedeelte van m’n lichaam dat vrouwelijk is. Ik ben geopereerd, mijn vrouwelijke kenmerken zijn aangepast. M’n lichaam is nu neutraler en ik heb meer bewegingsruimte om me te kleden zoals ik wil. Het voelt nu als mijn lichaam, dat was tot een paar jaar geleden nog niet zo. Sinds de operaties in 2015 zijn afgerond, voel ik me op m’n best.

‘Het was best vreemd om te ontdekken dat ik niet alleen non-binair ben, maar ook aseksueel. Als ik iemand leuk vond en ik zag voor me hoe ik diegene knuffelde, stopte m’n fantasie daar. Eerst dacht ik dat ik doorsnee was, maar toen ik besefte dat seksuele aantrekkingskracht bestond, moest ik mijn wereldbeeld aanpassen. Voor mij was de wereld heel onlogisch. De rest van de wereld heeft iets wat ik niet heb.

'Toen ik 14 was lette ik helemaal niet op knappe jongens. Koppig als ik was liet ik dat ook aan iedereen weten. M’n omgeving deed er gelukkig lekker makkelijk over. Het is trouwens best handig om niet geïntimideerd te raken door knappe mensen.

‘Ondanks dat ik aseksueel ben, ben ik wel geïnteresseerd in het onderwerp seks. Daarin ben ik geen complete buitenstaander. Ik heb een relatie en heb soms seks, maar die is niet gebaseerd op seksuele aantrekkingskracht maar puur op mijn liefde voor die persoon.

‘De groep waar ik toe behoor is best onzichtbaar. Er is veel onbegrip, mensen denken dat het niet kan. Maar aseksualiteit is geen afwijking en ik hoop dat dit de mensen bereikt die er nog niet bekend mee zijn.’