Achtergrond
Plagiaat in proefschrift
Omdat de promotiecommissie verdeeld was over de kwestie gaf een advies van de universitaire commissie wetenschappelijke integriteit uiteindelijk de doorslag: de promovendus heeft plagiaat gepleegd en moet weg. ‘Het is treurig voor de persoon en vervelend voor de faculteit’, zegt Wim van den Doel, decaan Geesteswetenschappen. ‘Maar aan de andere kant ben ik blij dat de procedures hebben gewerkt.’De promovendus schreef in zijn eerste versie, ingediend in 2011, delen van werk van anderen over zonder bronvermelding. Het plagiaat werd ontdekt door een lid van de oppositiecommissie. Het gaat om een ‘veertigtal passages’ uit wetenschappelijke artikelen en filmrecensies. Ook via het plagiaatprogramma SafeAssign werden frauduleuze passages aangetroffen.
Vincent Bongers
donderdag 7 maart 2013
© Silas.nl

Naast de promotiecommissie bemoeide ook de raad van decanen zich met de zaak.

De promovendus kreeg vervolgens een tweede kans omdat zijn 'handelswijze wellicht te maken zou hebben met zijn culturele achtergrond. (...) Al dan niet in combinatie met een gebrek in de begeleiding.’ Het overnemen zonder bronvermelding zou ‘niet ongebruikelijk’ zijn in het land van de promovendus.

Een tweede versie bevatte echter nog steeds plagiaat. Toch gaat het om een ‘moeilijk geval’, zegt Van den Doel, die als decaan ook voorzitter is van alle promotiecommissies. ‘Als iemand een boek overschrijft is dat plagiaat. Maar er is een grijs gebied waar niet evident is of het ernstig genoeg is om het als een inbreuk op de wetenschappelijke integriteit te kwalificeren.’ Over die vraag was de promotiecommissie verdeeld. ‘Het gaat om een proefschrift met bepaalde problematische passages. Het betrof echter de data en niet de analyse. Die was origineel. Ik vond het zelf erg tegen het zwarte aan.’

Uit het advies van de commissie wetenschappelijke integriteit blijkt dat een aantal leden van de promotiecommissie een groot belang hecht aan ‘nieuwe inzichten en opvattingen’ in het proefschrift.

De commissie integriteit is echter helder. Beide versies bevatten plagiaat. Passages zonder adequate bronvermelding waren terug te vinden op internet en in andere gepubliceerde studies.

In een brief aan de integriteitcommissie schrijft de promovendus dat hij onhandig is geweest en niet met opzet heeft gehandeld. Hij zou aantekeningen van passages uit andere onderzoeksvelden hebben gemaakt om meer inzicht te krijgen over hoe je onderzoek verricht. En hoewel hij wist dat hij deze niet mocht gebruiken, is een aantal van deze teksten toch zonder bronvermelding in het manuscript terechtgekomen. Het gevolg van een slechte voorbereiding, aldus de promovendus. Op een hoorzitting van de integriteitcommissie kwam hij echter niet opdagen.

Een aantal met SafeAssign opgespoorde passages is in de tweede versie aangepast. Maar niet allemaal. De door het oppositielid opgemerkte passages zijn aangepast. Maar die vond in de tweede versie weer nieuwe probleemgevallen en stapte vervolgens zelfs op.

De commissie vindt dat de culturele achtergrond van de promovendus geen rol speelt, omdat hij door zijn keuze voor een Leidse promotieplaats is onderworpen aan de regels van deze universiteit. De commissie oordeelde dan ook dat de geconstateerde schending van de wetenschappelijke integriteit voldoende aanleiding vormt om het promotietraject definitief te beëindigen, zelfs al wordt er een derde ‘brandschone’ versie ingediend. Er is immers sprake van een ‘onontkoombaar tot een vertrouwensbreuk tussen promovendus en de promotiecommissie’.

Ook bij pedagogische wetenschappen is het grondig misgegaan. Een student van de master Education and Child studies wordt daar hoogstwaarschijnlijk van de opleiding weggestuurd vanwege ‘ernstige fraude’. Om wie het gaat en wat de student heeft gedaan wil de examencommissie niet zeggen.

‘De procedure loopt nog en we geven dan ook geen commentaar’, zegt Carien Nelissen, de secretaris van de commissie. ‘De student kan bijvoorbeeld nog in beroep gaan. Dus het is niet aan de orde om meer over de zaak te vertellen.’