Columns & opinie
Column: Verkeerd verbonden
woensdag 19 september 2012

Terwijl frisse, jonge eerstejaars langzaam Leiden verkenden sloot ik één van de laatste fases van mijn studie in deze prachtige stad af. Als jij zo’n appelwangige sjaars bent die er nog enorm veel zin in heeft, lees dan alsjeblieft, in de naam van alles wat bureaucratisch is, deze column.

Afgelopen zomer rondde ik mijn masterscriptie af. Ik bleef vrienden en kennissen geduldig uitleggen dat ik inderdaad een diepgravend onderzoek aan het verrichten was naar feministische theorie en lesbische science fiction-utopieën. (‘Natuurlijk! Daar is enorm veel werkgelegenheid in!’) Ondertussen werkte ik dag en menig een nacht aan deze kroon op mijn universitaire carrière. Ik hield mijzelf voor dat het leven nu dan wel afschuwelijk en vol nachtelijke artikeljachten en boeken over lesbische hippiecommunes was, maar dat ik na deze academische aderlating op mijn Leidse lauweren zou kunnen rusten. Ik ging ervan uit dat het moeilijkste onderdeel van afstuderen het schrijven van je scriptie is. Heel naïef natuurlijk.

Terwijl ik me met ongewassen haar over een boekwerk over feminisme en kwantumfysica boog realiseerde ik me dat ik mijn machtiging voor het aankomende collegejaar nog niet teruggestuurd had. Ik opende vol goede moed de envelop en ontdekte dat ons aller Academia Lugduno Batava in de veronderstelling verkeerde vijfduizend euro van mij te mogen ontvangen. Grimmig belde ik de Servicedesk, alwaar de behulpzame servicedeskslaaf het roerend met me eens was dat dit niet klopte, maar het speet haar bijzonder – mij kon geen nieuwe machtiging verstrekt worden. Maar als ik die van vijfduizend euro terugstuurde, zochten zij het wel uit. En dan kwam het vast goed! De administratie van onze gevierde alma mater staat er tenslotte om bekend dat zij altijd alles perfect onder controle heeft.

‘Misschien helpt het als je Usiis in de gaten houdt’, suggereerde de administratiedienaar bloedserieus.

Ik hield Usiis in de gaten, evalueerde de staat van mijn leven in de context van mijn zo, zo geliefde Leidse Universiteit, en stuurde de machtiging terug met een vriendelijk briefje omtreffende de feitelijke onjuistheden die voornoemde machtiging bevatte. Na een tweede telefoontje waarin geïmpliceerd werd dat ik één en ander gefalsificeerd had (!) en dat het sowieso mijn eigen schuld was omdat het een opleiding betrof die technisch gezien niet meer bestond (!!), belde ik een derde en laatste maal de Servicedesk, alwaar ik niet minder dan vier keer werd doorverbonden zonder meer dan vijf woorden te wisselen met één der willekeurige helpdeskhorigen. Uiteindelijk belandde ik bij een vriendelijke jongen die wel naar mijn verhaal luisterde.

‘Ik verbind u door naar de betreffende afdeling’, zei de vriendelijke jongen.

‘Jij bent de betreffende afdeling’, wierp ik tegen, maar halverwege mijn zin pingelde daar al de vrolijke electropop van het wachtmuziekje me tegemoet. Ik nam me twee dingen voor: dat ik de eerstvolgende die ik aan de lijn kreeg me niet zou laten doorverbinden, en dat – vriendelijke jongen of niet – ik me eerst zou uitputten in een vreselijke scheldkanonnade die ik slechts zou afbreken mocht ik spontane agressie-ingegeven afasie ontwikkelen.

De muziek stopte abrupt. Ik haalde diep adem. De tranen sprongen in mijn ogen nu ik zo dicht bij mijn langverwachte catharsis was, en met het geduld van iemand die al een uur aan de lijn had gehangen wachtte ik ook deze laatste seconden tot de ander sprak. Even was het stil.

‘Het spijt me’, zei iemand. De verbinding werd onmiddellijk verbroken.

Wat ik maar wil zeggen: het is nog niet te laat om je voor de loodgietersopleiding in te schrijven.

Anne van de Wijdeven is literatuurwetenschapper en docent Engels in opleiding