Achtergrond
Een feitenvrije dromer die hunkert naar een geïdealiseerd verleden
Vorige week won Forum voor Democratie overtuigend de verkiezingen voor de Provinciale Staten. Hoe is politiek leider Thierry Baudet beïnvloed door zijn tijd aan de Leidse rechtenfaculteit?
Vincent Bongers, Anoushka Kloosterman en Sebastiaan van Loosbroek
donderdag 28 maart 2019
Thierry Baudet in 2017. © Wiebe Kiestra

Het is 21 juni 2012. In het Groot Auditorium van het Leidse Academiegebouw verdedigt Thierry Henri Philippe Baudet (1983) zijn proefschrift The significance of borders: why representative government and the rule of law require Nation States, dat later zal verschijnen onder de Nederlandse titel Aanval op de natiestaat. In het boek veegt hij de vloer aan met de Europese Unie.

De promotie is de bekroning op de vijf jaar waarin hij aan de Leidse universiteit heeft gewerkt. Maar dat Baudet geen doorsneewetenschapper wil zijn, blijkt al uit de stellingen van zijn proefschrift, waarin hij de wetenschappelijke overheersing van peer review hekelt: dat weert volgens hem buitenstaanders en verlamt zo het debat.

Vriend en historicus Geerten Waling (32) is bij de plechtigheid aanwezig en ziet hoe het in het Academiegebouw begint te knetteren. Hoogleraar rechtsfilosofie Andreas Kinneging, lid van de promotiecommissie, vindt namelijk dat het boek ‘te journalistiek is geschreven’. Waling: ‘Hij vroeg aan Thierry of er een verschil bestond tussen journalistiek en wetenschap. Thierry antwoordde alleen met: “Nee, volgende vraag.” Dat was heel provocerend en tegen het zere been van Kinneging.’

Rechtsfilosoof Hendrik Kaptein (68), ook aanwezig als vriend en toeschouwer, herinnert zich dat Kinneging ‘een beetje bottig maar niet helemaal misplaatst’ zei: “Sinds wanneer kun je promoveren op opinies in plaats van feiten?”

Een ander lid van de oppositie, UvA-hoogleraar Tom Eijsbouts, beschuldigt Baudet van het bedrijven van ideologie, omdat literatuur die het tegendeel beweert te weinig aan bod komt. Waling: ‘Thierry antwoordde: “Hooggeleerde opponens, wat u mij verwijt, kan ik ook u verwijten.” Dat was een mooie en terechte jij-bak, want Eijsbouts schreef ook normatieve artikelen, maar dan omgekeerd: dus positief over de EU.’ (Lees hier het nagekomen weerwoord van Eijsbouts)

Vorige week won Baudet met zijn partij Forum voor Democratie overtuigend de verkiezingen voor de Provinciale Staten. De partij krijgt dertien zetels in de Eerste Kamer. Hoe is de politiek leider beïnvloed door zijn jaren aan de Leidse rechtenfaculteit? Mare maakte een rondgang langs collega’s, vrienden en vijanden uit die tijd.

Slijpsteen

Waling denkt dat Baudet zijn conservatieve gedachtegoed vooral in zijn Leidse tijd heeft opgedaan. ‘Hij was sociaal en intellectueel actief, organiseerde leesclubs en schreef bundels over conservatieve denkers in wie hij inspiratie zag, zoals Tocqueville en Nietzsche. Hij noemde zich sociaal liberaal conservatief.’

Baudet raakte met name onder de indruk van de Britse conservatieve filosoof Roger Scruton. Volgens hem moet de staat zich op de achtergrond houden en erop vertrouwen dat burgers zelf de samenleving kunnen vormgeven. Bovendien introduceerde Scruton de term ‘oikofobie’: een ziekelijke afkeer van de eigen cultuur. Baudet refereerde er in zijn overwinningsspeech van vorige week nog aan. Waling: ‘Hij heeft nog een stuk van zijn promotie bij Scruton in Oxford doorlopen. Hij vormde de slijpsteen voor zijn conservatieve ideeën.’

Ook op vakanties liet Baudet zich voeden door denkers ‘van conservatieve snit’, weet correspondent Marijn Kruk, toen werkzaam voor Trouw en De Groene Amsterdammer in Parijs en destijds een vriend van Baudet. Hij reisde regelmatig af naar Frankrijk om contacten te leggen met politieke denkers als Marc Fumaroli en Alain Finkelkraut.

Zo ook in 2009, toen Baudet samen met Waling in Parijs een bezoek bracht aan Jean-Marie Le Pen, de oprichter van de extreemrechtse partij Front National.

Le Pen is een meer dan omstreden politicus die de gaskamers in de Tweede Wereldoorlog ‘een detail in de geschiedenis’ noemde, en ooit voorstelde ‘het immigratieprobleem in Frankrijk op te lossen met het ebolavirus’.

Kruk wilde zijn vriend daarvoor waarschuwen. ‘Ik mailde Baudet dat Le Pen een antisemiet en een etno-nationalist (iemand die naties wil indelen aan de hand van etniciteit, red.) is, met wie je beter niet kan worden geassocieerd. Hij was het met me eens dat hij dat inderdaad is, maar niet dat hij niet met hem wilde worden gezien.’

Belabberd Frans

Waling heeft een andere lezing. Volgens hem waren de twee in Parijs voor een cursus Frans. ‘Thierry’s Frans was namelijk belabberd.’ Via journalisten kwamen de twee in contact met Le Pen. ‘Hij was prominent maar omstreden, alle journalisten waren al op bezoek geweest. We wilden hem kritisch interviewen, maar ons Frans was niet zo goed dat het een topinterview was. We konden hem dus niet echt op zijn woorden pakken.’

Intussen bekoelde de vriendschap tussen Baudet en Kruk, zegt de laatste. ‘Tijdens een lunch in Parijs hadden we een hoogoplopende discussie over het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Thierry vindt dat maar een overbodige, supranationale instelling die de natiestaat ondermijnt. Die middag, in de trein terug, werkte hij die mening uit tot een opiniestuk, en dat werd zijn eerste grote stuk in NRC. Ik kreeg door dat hij zijn ideeën echt meende, en dat dit een hele harde kant van hem was. Ik besefte dat hij echt heel anders dacht, en dat hij daar compromisloos in was.’

Dat hij later ook zijn proefschrift aan Le Pen overhandigde, vindt Kruk ‘veelzeggend’. In een artikel voor De Correspondent trekt Kruk parallellen tussen Baudets uitspraken en de ideeën van Le Pen. ‘Niet Paul Cliteur, maar Jean-Marie Le Pen is Baudets intellectuele peetvader’, schrijft hij.

‘Ik heb hem er niet op kunnen betrappen dat hij het gedachtegoed van Le Pen naar Nederland wilde halen’, reageert Waling. ‘Le Pen is van het katholieke plattelandsconservatisme. Dat past niet bij Thierry, want die is tegelijkertijd liberaal. In tegenstelling tot Le Pen omarmt hij het homohuwelijk. Hij is ook veel minder uitgesproken over prostitutie en drugs dan echt conservatieve partijen. En hij bezigt revolutionair taalgebruik, hij zet zijn partij neer als de grootste vernieuwingsbeweging. Dat is eigenlijk paradoxaal.’

Toch wist hij zijn overwinningsspeech van vorige week een hoop kritiek uit te lokken. Zo sprak hij over de ‘boreale’ wereld die wordt kapotgemaakt, waarmee hij het Europa vóór de grote immigratiestromen bedoelt. Onder meer Le Pen gebruikte dat woord ook. ‘Het woord boreaal kan provocerend bedoeld zijn’, denkt Waling. ‘Ik vind het heel raar dat hij dat heeft gebruikt.’

Thierry Baudet (rechts) in 2007, samen met Sander Ruijter met wie hij de website 150volksvertegenwoordigers.nl had opgericht. Op die site verzamelden ze onder meer hobby’s van Kamerleden, mede om zogeheten backbenchers bekender te maken. ‘We doen dit allebei naast onze drukke baan’, zei Baudet toen, ‘omdat we echt denken dat de democratie dit nodig heeft.' Ruijter wilde niet meewerken aan dit artikel. Foto Peter Boer

Droombeeld van vreedzame beschaving

Vriend en oud-collega bij rechtsfilosofie Kaptein: ‘Hij citeerde ook de filosoof Hegel: “De uil van Minerva spreidt zijn vleugels bij het vallen van de avond.” Thierry stelt: we staan aan het einde van onze cultuur, we zien de brokstukken ervan om ons heen, nu gaan wij dat repareren. Ik heb moeite met dat soort uitspraken en vraag me dan af: “Hoe weet je dat?” Hij hunkert naar een geïdealiseerd verleden, heeft een droombeeld van een vreedzame, beschaafde en traditionele westerse maatschappij die nooit werkelijk heeft bestaan en waar je dus alleen al daarom niet naar kunt terugkeren.’

Kaptein is overigens een van de weinige Leidse juristen van de afdeling rechtsfilosofie die met Mare wil praten.

Paul Cliteur, hoogleraar encyclopedie van de rechtswetenschap en promotor van Baudet, die eerder vol lof was in Mare, wil geen commentaar geven. ‘Ik zeg nooit wat over een persoon die bij mij is gepromoveerd.’

Kinneging evenmin: ‘Als u iets over Baudet wilt weten, moet u lezen. De ideeën van Thierry zijn geen mysterie, die staan allemaal in zijn boeken.’ Achteraf wil hij desgevraagd nog wel reageren op zijn rol tijdens de promotie. ‘Wat Waling daarover zegt, is niet waar. Ik vond dat de methodologische verantwoording tekortschoot en vroeg hem daarom om toelichting. In de journalistiek gebeurt dat niet expliciet, maar in de wetenschap moet dat wel. Zijn antwoord was dat wetenschap niet principieel is maar gradueel, in tegenstelling tot journalistiek. Ik vond dat antwoord niet voldoende. Maar ik was de laatste die een vraag stelde en er was geen tijd meer voor toelichting.’

Ten onrechte is het beeld ontstaan dat er vooral kritiek werd geuit op de promotie, vindt Kinneging. ‘In Leiden is het een oud mos dat de goede promovendi het vuur aan de schenen wordt gelegd en dat de zwakkere worden gespaard. Het proefschrift van Thierry is bovengemiddeld.’

Toch beweerde Laurens Jan Brinkhorst zaterdag in het AD: ‘Er stemde zelfs iemand tegen, vrij uniek.’ Hoogleraar encyclopedie van de rechtswetenschap Afshin Ellian, lid van de promotiecommissie, wil over die vermeende onenigheid niets zeggen. ‘Dat behoort tot het geheim van de raadkamer. Dat is een recht van iedereen die promoveert, en van de collega’s, die in vrijheid hun mening moeten kunnen geven.’

Over Baudet als collega wil hij wel iets zeggen: ‘Hij was een zeer toegewijde medewerker. De energie die hij nu in de politiek gebruikt, gebruikte hij in zijn werk ook. Nog voor de mail uit was, kreeg je al antwoord, een oplossing of deed hij wat hij moest doen. En hij kon studenten heel goed enthousiasmeren voor de studie.’

Waling: ‘Als hij in Leiden college had gegeven op de rechtenfaculteit, ging hij nadien met studenten de kroeg in om verder te discussiëren. Het gerucht gaat dat hij vaak als laatste naar huis ging; hij kan beter drinken en discussiëren dan ieder ander. Na het zuipen ging hij thuis nog aan een essay of column werken.’

Spreekverbod

Ook als geschiedenisstudent was Baudet al ‘zeer aanwezig’, herinnert Kaptein zich, die aan de UvA een keuzevak gaf. ‘In de collegezaal zat zeker vijftig man: allemaal stil, op één student na. Dat bleek Thierry te zijn, en hij bleef me maar interrumperen. De opmerkingen die hij maakte waren meestal superslim. Soms dacht ik zelfs: “Slik, hij ziet iets waar ik niet aan heb gedacht.”’ Vaak dreigde het een tweegesprek te worden. ‘Na een paar waarschuwingen legde ik hem een spreekverbod op. Dat vond hij eigenlijk wel mooi. Hij is zonder enige twijfel een briljante jongen met een enorm brede belangstelling.’

Fransijn Bulhof (35) leerde hem ruim tien jaar geleden kennen toen ze bij de Leidse leesclub De Bevers zat en Baudet bij de Amsterdamse leesclub Winfried. ‘Winfried las de zware literatuur, zoals de Koran. Wij lazen de wat lichtere werken, van Lolita van Nabokov tot Kairos van Joke Hermsen. Terwijl wij gewoon afspraken bij iemand thuis, pakte Thierry het altijd heel professioneel aan. Hij huurde een zaaltje af en er was in- en uitloop.’

Af en toe hadden de leesclubs contact met elkaar. ‘Dat wij “De Bevers” heetten vond Thierry blijkbaar zo grappig dat hij me eens een knuffelbever gaf. Van mij mag-ie in de fik. Hij bedoelde het niet aardig: er zit iets pedants in, iets kleinerends.’

Provocateur

Ook herinnert ze zich een ander ‘vervelend’ incident. ‘Ik ergerde me toen al mateloos aan zijn misogyne uitspraken. Zo nam hij het op voor versiercoach Julien Blanc, die in Nederland workshops kwam geven hoe een man met trucjes vrouwen kan versieren. Thierry was pro Blanc. En ook stelde hij in zijn columns dat het slecht is dat de maatschappij aan het feminiseren was. In reactie daarop schreef ik een ingezonden stuk in NRC Handelsblad met de oproep te stoppen met Baudet als columnist.

Toen ik hem een week later in een kroeg tegenkwam, vroeg hij: “Vind je mij aantrekkelijker dan Geerten Waling?” Dat vond ik heel vervelend. Hij had beter structureel minder vrouwenhaat kunnen verspreiden dan smalend proberen mijn goedkeuring te krijgen.’

Niet alleen in privé-sfeer zorgt hij voor rumoer. Zo zien veel mensen Baudets radicalere standpunten vooral als provocatie, zegt Marijn Kruk. ‘Een provocateur meent niet precies wat hij zegt, en dat is ook hoe veel mensen hem zagen. Want hij heeft een heel sociale kant: hij is initiatiefrijk, hij kan goed organiseren en hij is charismatisch, dus hij neemt mensen mee. Ook omdat hij nog niet zo bekend was, hadden mensen de neiging om die schrille, naar etnonationalisme neigende kantjes van hem, af te doen als provocatie en het weg te lachen.’

Kaptein: ‘Hij doet met opzet provocatieve uitspraken en kan heel goed ironiseren. Af en toe weet je niet precies wat hij wel of niet meent.’ ‘Hij presenteert zich een-op-een heel anders dan op de bühne’, zegt Alexander Later (35), die bij Baudet op het Stedelijk Gymnasium in Haarlem zat en met hem in klassieke muziekgezelschappen speelde. ‘In een tweegesprek is hij veel genuanceerder en luistert hij beter.’ Kaptein herkent dat. ‘In de Tweede Kamer geeft hij niet gauw toe dat hij ongelijk heeft. Maar als je ergens met hem staat te praten dan is hij veel milder, voorzichtiger en ontvankelijker voor kritiek.’

Mensen wakker maken

Al kan een discussie ook snel vastlopen, zodra Baudet met argumentatie op de proppen moet komen. ‘Thierry is er nu wat stiller over, maar hij heeft regelmatig gepleit voor een Nexit. Mijn vraag aan hem was en is: “Leg mij op grond van feiten uit dat zo’n Nexit beter uitpakt voor Nederland dan bij Europa blijven.” Dan lacht hij wat, we nemen nog een biertje en dat was het. De discussie is volledig feitenvrij geworden. Thierry is een dromer. Maar het probleem is dat in de echte wereld feiten soms in de weg staan van de dromen.’

Terug naar de universiteit: vorige week zei Baudet in zijn overwinningsspeech dat ‘we worden ondermijnd door onze universiteiten’, terwijl hij er zelf is gepromoveerd. Waling: ‘Ik denk dat hij bedoelt dat op de universiteiten vooral politiek correct wordt gedacht. Behalve op zijn eigen afdeling metajuridica in Leiden, merkte hij nergens anders binnen de universiteit iets van die intellectuele openheid die hij zo waardeerde. Tijdens zijn postdoc in Tilburg is hij daar op afgeknapt. Hij vond de sfeer er verstikkend.’

Dat gold ook op de middelbare school, zegt Later. ‘Hij had het niet naar zijn zin. Zo vond hij dat veel docenten niet naar hem luisterden. Uitstekende docenten noemde hij juist “mensen die niks konden” en “geen boeken hadden gelezen”. Hij voelde zich een eenling en niet serieus genomen door de mensen met wie hij in debat ging, vooral wanneer hij niet met hen op één lijn lag.’

‘Ik zag in hem niet meteen een politicus, laat staan een bestuurder’, zegt Kaptein. ‘Hij heeft iets dwarsigs, dat is niet het eerste kenmerk van een goed bestuurder. Hij gaat nu eenmaal tegen dingen in; wil mensen wakker maken.’

Waling: ‘Tegen zijn omgeving heeft hij lang volgehouden dat hij de politiek niet zag zitten. Hij vond het kinderachtig gedoe. Maar gaandeweg merkte hij dat ideeën vormen één ding is, maar invloed hebben een tweede.’

Door Vincent Bongers, Anoushka Kloosterman en Sebastiaan van Loosbroek 

'Aan de meisjes zitten in het kasteel'

Journalist Constanteyn Roelofs (30) leerde Baudet in 2015 kennen in een bierkelder op de Amsterdamse Herengracht 74, het hoofdkwartier van Forum voor Democratie. Roelofs werkte destijds voor een businessblog van Jort Kelder, die toen nog bij FvD was aangesloten.

In die periode ging Roelofs een keer naar een van de weekends die Baudet organiseerde, in kasteel Sterkenburg in Utrecht. Daarvoor nodigde Baudet sprekers uit met een ‘uitgesproken signatuur’, maar niet met uitsluitend hetzelfde gedachtegoed. ‘Wat dat betreft was het een open forum. Hij nodigde bijvoorbeeld ook Casper Thomas uit van De Groene Amsterdammer en een paar D66'ers, die hij kende via verschillende leesclubjes waar hij in heeft gezeten.'

Dat soort weekends bestonden niet alleen maar uit het uitwisselen van ideeën en meningen, weet Roelofs. ‘Er werd chic gedineerd met recepten uit de klassieke boreale keuken, een hoop wijn gedronken en aan de meisjes gezeten. Er was ook een celloconcert. Het ging echt op z’n Thierry’s.

‘Dat FvD uiteindelijk een politieke partij is geworden, is een manier om zijn ego te strelen, zichzelf van een degelijk inkomen te voorzien en zo de Thierryshow in stand te houden. Die jongen is volledig mislukt in de wetenschap. Het land dienen is niet zijn hoofddoel, daar ben ik honderd procent van overtuigd.’