Achtergrond
Opinie: Archeologen komen w
Jonge archeologen kunnen maar moeilijk werk kunnen vinden, volgens een recent rapport. Maar dat klopt niet, schrijft archeologiedecaan Jan Kolen.
donderdag 17 januari 2019
Leidse archeologiestudent bij een opgraving in Schipluiden. © Marc de Haan

‘Afgestudeerde archeoloog komt moeilijk aan de bak’, kopte dagblad Trouw woensdag 21 november. Ook Mare schreef over de arbeidsmarktpositie van academici: ‘Afgestudeerden in archeologie, letterkunde en kunst- en cultuurstudies hebben de minste kans op een baan.’ 

Bron van de berichten zijn de resultaten van een onderzoek van het UVW en Elsevier. Voor ingewijden in de archeologische wereld roept conclusie direct vragen op. Gaat het misschien om een oude analyse? De archeologische professie heeft na 2008 namelijk enkele moeilijke jaren doorgemaakt, omdat de beroepspraktijk sterk afhankelijk is van de bouwwereld. In het onderzoek van UWV en Elsevier zijn inderdaad de afgestudeerden uit 2008 opgenomen als referentiegroep, waardoor een negatief vertekend beeld ontstaat.

Komen jonge archeologen dan inderdaad nog steeds moeilijk aan werk? Het antwoord luidt kort maar krachtig: nee.

Positief

De Faculteit der Archeologie van de Universiteit Leiden liet in 2017 onderzoek doen naar de loopbaanervaringen van oud-studenten over de afgelopen 10 jaar. Meer dan 440 afgestudeerde archeologen uit Leiden deden aan dit onderzoek mee en de resultaten zijn opvallend positief. Veel studenten gokken in eerste instantie op een academische loopbaan. Van de studenten van de zogenaamde onderzoeksmaster slaagt maar liefst driekwart erin om een PhD-positie verwerven in binnen- of buitenland. Vanuit de “reguliere” masteropleiding gaat 30 procent van de studenten een dergelijk traject in.

Ook van de studenten die niet kiezen voor een academische loopbaan gaat 30 procent daadwerkelijk aan de slag als archeoloog, maar dan bij een archeologisch bedrijf, ingenieursbureau, erfgoedinstelling, museum of gemeente. Alles bij elkaar opgeteld vindt zo’n 60 procent van de afgestudeerden emplooi in de archeologie.

Buiten het vakgebied krijgen afgestudeerde archeologen eveneens volop kansen. Meestal gaat het dan om studenten met specifieke vaardigheden, bijvoorbeeld in de informatietechnologie. Daarmee krijgen ze gemakkelijker een baan bij IT-bedrijven, overheden en waterschappen, vooral als ze gespecialiseerd zijn in het ontwikkelen en toepassen van ruimtelijke modellen en geo-informatica. Jonge archeologen zijn naar eigen zeggen ook aangenomen vanwege hun probleemoplossend vermogen – een vaardigheid die door het oplossen van de vele archeologische puzzels is aangescherpt. De resultaten van het Leidse onderzoek worden bevestigd door een recent alumnionderzoek van de archeologieopleidingen van de Vrije Universiteit en Universiteit van Amsterdam.

Erfgoeddiensten

De positieve ervaringen van oud-studenten vallen niet te rijmen met de negatieve conclusies van het onderzoek door het UWV en Elsevier. Niet alleen de universiteiten, maar ook erfgoeddiensten van overheden en de archeologische bedrijven reageren verbaasd: 'Wij zijn eigenlijk voortdurend op zoek naar goede archeologen', zegt Dorien Fröling, een van de directeuren van ADC, het grootste archeologiebedrijf van Nederland. 'We kunnen ze in bepaalde perioden zelfs maar moeilijk vinden. Na de crisisjaren is de markt aangetrokken en die trend lijkt nu verder door te zetten.'

Het kennisintensieve archeologiebedrijf Archol, verbonden aan onze eigen universiteit, zit evenmin verlegen om werk. Het bedrijf werkt niet alleen nauw samen met de Faculteit der Archeologie, maar ook met andere grote bedrijven, en heeft onlangs een groot, meerjarig project voor archeologisch onderzoek bij vliegveld Valkenburg binnengehaald.

Wat blijkt dan wel uit de cijfers van het CBS? Het duurt gemiddeld langer voordat archeologen een vaste baan vinden in vergelijking met afgestudeerden uit andere studierichtingen. Bovendien is het gemiddelde startsalaris van de archeoloog aan de lage kant. Alleen de Letteren “scoren” in dit opzicht slechter. Wat er echter niet wordt vermeld ,is dat het salaris van archeologen daarna relatief snel stijgt. Na tien jaar bevindt de archeoloog zich ruwweg in dezelfde salariscategorie als de bioloog, psycholoog, pedagoog, bewegingswetenschapper en taalwetenschapper, om maar een paar vakgebieden te noemen.

Vlieguren

Voor de voorzichtige financiële start is een concrete reden aanwijsbaar. De archeologische professie is beschermd, hetgeen verband houdt met de ruimtelijke en economische belangen die met het onderzoek samenhangen. De loopbaan ontwikkelt zich bij de marktpartijen via een junior- en medior-functie naar een senior-functie of meer. Maar daaraan voorafgaand moet de pas afgestudeerde archeoloog eerst voldoende “vlieguren” maken en bedrijfskennis opdoen, net als de arts-in-opleiding - die immers ook nog geen vaste baan heeft. Na 3000 uur werkervaring beschikt de jonge archeoloog over de actorstatus, die al tijdens de bacheloropleiding kan worden opgebouwd door stages te volgen. Maar “wil je echt verder groeien in de archeologie, dan is het raadzaam om eerst je master te halen”, aldus Uitzendbureau Alef.

Het lijdt geen twijfel dat het werk van de archeoloog bij veel mensen sterk tot de verbeelding spreekt. Nieuwe ontdekkingen over het gedrag en de genetic outfit van Neanderthalers worden breed uitgemeten in de media. Een archeologische opgraving in de binnenstad kan steevast rekenen op een grote belangstelling van omwonenden en bezoekers. De ontdekking van een historisch scheepswrak, zoals dat van het VOC-schip De Rooswijk voor de kust van Engeland, is al snel groot nieuws.

Ondanks deze charme is het een misvatting dat de archeologieopleiding uitsluitend over het verleden gaat. Er zijn nieuwe, ontwikkelingsgerichte benaderingen van erfgoed, waarbij archeologen hun kennis van het verleden inzetten voor de toekomst. Vergeten watersystemen in het landschap, ooit voorbeelden van slim en duurzaam omgaan met water, worden weer gerevitaliseerd en dragen zo bij aan de waterbeheersing in een tijd van klimaatverandering.

Inspiratie

Het behoud van erfgoederen kan continuïteit verlenen aan samenleving en landschap of inspiratie bieden voor nieuwe ruimtelijke plannen en culturele initiatieven. Deze nieuwe orientatie, die zich vooral richt op de toegevoegde waarde van archeologie en erfgoed in de context van ruimtelijke en maatschappelijke ontwikkelingen, is sterk vertegenwoordigd in het Centre for Global Heritage and Development – een samenwerkingsverband van de Universiteit Leiden, Technische Universiteit Delft en Erasmus Universiteit.

Kortom: de archeologie heeft zich de afgelopen jaren ontwikkeld als een maatschappelijk bewuste wetenschap. Er zijn weinig andere vakgebieden die prangende vraagstukken als de toenemende invloed van de mens op natuur en klimaat, of verschijnselen als massamigratie, globalisering en sociale ongelijkheid, vanuit een zo rijk en diep perspectief kunnen belichten als de archeologie.

Wie kiest voor een opleiding in de archeologie raakt daarom nooit verveeld en is nimmer uitgeleerd. Maar het levert ook betaalde banen op en veelbelovende carrières. Die zijn hard nodig in een samenleving die zich de lessen van het verleden steeds meer ter harte neemt om voor zichzelf een betere toekomst te ontwerpen. De archeoloog komt dus wel degelijk aan de bak en de archeologie gaat als maatschappelijk betrokken wetenschap een rooskleurige tijd tegemoet.

Prof. Dr. Jan Kolen is decaan van de Faculteit der Archeologie en hoogleraar landschapsarcheologie en cultureel erfgoed aan de Universiteit Leiden

Lees ook het ingezonden stuk van archeologiestudent Robin Nieuwenkamp, die het niet eens is met de decaan: Archeologie is echt geen vetpot. En vergeet niet de daaropvolgende reactie  van Jan Kolen.