Cultuur
De perfectie loslaten
Claudio Monteverdi (1567- 1643) is de vader van de opera. Johannes Boer schreef als onderdeel van zijn Leidse promotieonderzoek een opera over een turbulent jaar in het leven van de Italiaanse componist.
donderdag 14 juni 2018
Repetitie La Tragedia di Claudio M. © Haukur Oskarsson

Door Vincent Bongers ‘Het stuk gaat over een heel explosief jaar in het leven van Claudio Monteverdi’, zegt Johannes Boer, hoofd afdeling oude muziek van het Koninklijk Conservatorium in Den Haag en promovendus aan de Universiteit Leiden, over zijn eigen opera La Tragedia di Claudio M. ‘Monteverdi heeft in 1607 enorm succes met zijn opera L’Orfeo. Nou ja, het stuk wordt heel goed ontvangen in een kleine elitaire kring; het hof van de hertog van Mantua in Lombardije. De rest van de mensheid krijgt er dan nog weinig van mee. Dat is nu wel anders.’

Naast succes waren er echter ook veel problemen voor de componist, die geldt als ‘ontdekker van de opera’. Niet iedereen was namelijk blij met het vernieuwende L’Orfeo.

‘Hij werd bestookt met kritiek vanuit de kerkmuziek. Vooral de muziektheoreticus Giovanni Artusi vond dat zijn stukken onacceptabel waren. Hij hield zich niet aan de regels van de muziek. “Die regels leiden tot perfectie, dat weten we toch. Waarom laat je de perfectie los?” ‘Maar Monteverdi dacht: “Hoezo perfectie?”

‘Hij koos voor muziek die anders en vernieuwend was. Muziek had voor hem enkel zin als de tekst een hoofdrol speelde: de zang moest verstaanbaar zijn, muzikale structuren mochten niet los staan van de tekst. Dat idee paste hij nogal rigoureus toe. Het werd soms ook pijnlijk, dan kwam hij met allerlei dissonanten op de proppen. Dat werd niet door iedereen gepikt. Waarop Monteverdi zich weer door de kritiek voelde aangetast en zich ging lopen verdedigen.’

Maar er was nog meer ellende. ‘Zijn vrouw overlijdt. Ze is nog maar net koud als hij alweer een opdracht krijgt voor een nieuwe opera – zonder dat er een cent betaald is voor eerder werk. Hij is echt ongelooflijk kwaad dat hij niet de tijd krijgt om te rouwen en wordt uitgeknepen. Hij gaat het stuk toch schrijven, maar hij componeert het voor een jonge talentvolle zangeres. Dat meisje gaat echter ook dood. Hij is radeloos. Dan is er redding door een commedia dell’arte-gezelschap. Dat brengt hem op het juiste pad.’

Boer maakte de opera als deel van zijn promotieonderzoek. ‘Dit is de klinkende helft van het proefschrift.’ Hij bedacht het concept voor de opera en schreef het libretto, de tekst.

‘We gebruiken muziek van Monteverdi en tijdgenoten. Maar ook werk dat speciaal is geschreven door een team onder leiding van mijn collega Cornelis de Bondt, die zelf bekend staat als rebel in de Nederlandse componistenwereld. Hij past dan ook goed bij Monteverdi.

'Het orkest bestaat uit tien musici die op oude instrumenten spelen. Ik zeg oud, het zijn uiteraard replica’s. Instrumenten die vierhonderd jaar geleden zijn gemaakt, zijn zeldzaam. Violen die er nog zijn, Amati’s, kosten miljoenen. Voor de rest is er weinig over uit die tijd.’

Het is voor Boer essentieel om niet alleen te schrijven over muziek. ‘Er is veel kennis verloren gegaan over hoe er vierhonderd jaar geleden muziek werd gemaakt. Natuurlijk zijn er enorm veel boeken over gepubliceerd, maar papier blijft op afstand. Door samen te spelen en iets te maken, kom je achter zaken die zich niet in woorden laten uitdrukken. Die verbeeldingskracht is nodig, anders zijn we alleen aan het imiteren.’

De Nieuwe Regentes, Den Haag 15, 17, 19, 20 juni,

AINSI Maastricht 21, 22 juni, € 30