Achtergrond
War on drugs
Drank en drugs zijn onlosmakelijk met oorlog verbonden, weet hoogleraar farmacologie Toine Pieters. Ze helpen bij het uitbannen van angst en loodsen soldaten door nare situaties heen. ‘Maar je moet wel goed doseren.’
woensdag 21 februari 2018

Vlak voor de Tweede Wereldoorlog kwam in Duitsland Pervitin op de markt: crystal meth, verkocht in een vrolijke rood-wit-blauwe verpakking. Amfetamines waren al een tijdje beschikbaar, maar deze methylamfetamine trok al snel de aandacht van de legerleiding.

‘Het werkt vier keer langer dan de gewone amfetamine en benzedrine, die de Amerikanen en Engelsen hadden’, vertelt Toine Pieters, hoogleraar farmaceutische wetenschappen aan de Universiteit Utrecht. ‘Daar waren ze ook bang voor: dat de Duitsers middelen hadden waarmee ze voordeel hadden op het slagveld. Op het moment dat zo’n stimulerende stof in zicht komt, zie je dat legerleiding en legerfysiologen gingen experimenteren op elite-eenheden van het leger. Dat deden niet alleen de Duitsers, ook de Britten.’

Drugs en oorlogen zijn onlosmakelijk verbonden, zegt Pieters, die op 5 maart de lezing ‘Oorlog en drugs als danspartners’ geeft, als onderdeel van de Studium Generale-reeks The Dope Show.

‘Oorlog is een afgrijselijk gedoe. Je moet je door ervaringen worstelen die erger zijn dan je je kan voorstellen. Er worden wreedheden begaan, je moet dingen doen die tegen alle morele principes ingaan. Om dat dragelijk te maken, gaan mensen drugs gebruiken.’

Of drinken. ‘Voordat er synthetische drugs waren, tot de negentiende eeuw, draaide het om alcohol. Soldaten werden gestimuleerd om harder te vechten door ze meer alcoholrantsoen te beloven. Of ze werden dronken, waardoor ze pijn en vervelende zaken op het slagveld niet voelden. Je ziet dat het effect van de belofte van alcohol en de gedoseerde hoeveelheden werd gezien: ze vechten harder, en kunnen meer aan.’

Het gaat om het maximaliseren van prestaties, net als het gebruik van middelen in de sportwereld. Doping, maar vroeger ook alcohol. ‘Aan het begin van de nieuwe Olympische era verhoogden roeiers hun prestaties met een glas champagne. De zoektocht naar stimulerende middelen is een natuurlijke reflex. Het is jammer dat er relatief weinig aandacht voor is geweest, want we kunnen ook lering trekken uit de negatieve effecten die ze kunnen hebben.’

Bovendien gebeurt het nog steeds, zegt Pieters. ‘Ook Amerikaanse piloten die Irak bombardeerden, gebruikten standaard amfetamine of een dergelijk middel. Modafinil is een nieuw middel, gebruikt en getest in oorlogsgebieden. En Captagon, ook een amfetaminemengsel, is overal te krijgen in het Midden-Oosten en wordt gebruikt door Russen, Amerikanen, en Syriërs. Daarmee kon je jezelf door nare situaties heen loodsen en angst uitbannen. Tenminste: dat was het idee. Maar als je niet goed doseert, wordt de angst groter. En als je verslaafd raakt, krijg je visioenen. Leuk dus, maar wel met risico.’

Tijdens de Tweede Wereldoorlog was Pervitin een geaccepteerd middel, en werden miljoenen pillen verstrekt onder soldaten. Piloten aten Fliegerschokolade, met methylamfetamine versterkte chocolarepen. Hitler nam het zelf ook, inclusief een grote hoeveelheid andere drugs en medicijnen. Volgens sommige historici waren zijn aderen aan het eind van de oorlog zo beschadigd, dat zijn arts er geen injectienaald meer in kreeg.

Het beeld van een ‘junkie Hitler’ en een doorgesnoven Wehrmacht nuanceert Pieters snel: ‘Uit onderzoek hebben we kunnen aantonen dat, ja, er werd in ruime mate gebruik gemaakt van stimulerende middelen, zeker in de laatste vijf jaar voor de Tweede Wereldoorlog. Maar werd Duitsland in de Tweede Wereldoorlog helemaal geleid door een verslaafde leiding, en een volk dat aan de amfetamine zat? Volstrekt niet. En het is ook niet zo dat de Engelsen verrast werden door hele eenheden van Duitse zombies die over hen heen holden. Het kan best een keer gebeurd zijn, maar het is een broodjeaapverhaal. De productiecapaciteit voor zoveel pillen was er nog niet.’

Wel was duidelijk dat soldaten door de pillen alerter bleven, minder honger kregen en dapperder werden. Maar niet bij een te hoge dosis. ‘Dan slaat het positieve effect om in een negatief effect. Want bij amfetamine, welke soort dan ook, komt er echt nauw op aan, mede door individuele verschillen. Als je te veel geeft, slaat de verbetering om in afname van de aandacht en cognitieve vermogens. En bij hoge dosering slaat het zelfs om naar hallucinaties. Men had dus snel in de gaten dat het een heel teer evenwicht is.’

Het hoogtepunt van alledaags drugsgebruik komt bij de wederopbouw, als Europa ‘in puin’ ligt. ‘Soldaten komen thuis, vertellen over die middelen aan hun vrouwen. Zowel uppers als downers worden superpopulair in de jaren vijftig en zestig.’

Daardoor ontstond ook een steeds groter wordende moral panic. ‘Er komt een wake-up-call als mensen – sporters- doodgaan. Het meest beroemde voorbeeld is Tom Simpson, die stierf in de Tour de France van ’67. Dat was het sluitstuk van een steeds groter wordende morele paniek over het overmatig gebruik van amfetamines. En dan krijg je dat het gewoon op de verboden lijst komt.’

Er ontstaat een taboe dat enkele decennia duurt. ‘In de jaren negentig krijgen we een heropleving. Dan krijgen kinderen Ritaline, ook een synthetisch amfetamine. Het is dus ook een beetje de context: ik denk dat als mensen in de Tweede Wereldoorlog hadden gehoord dat tien procent van de kinderen aan de Ritaline is, er een moral panic was uitgebroken.’

Toine Pieters, ‘Oorlog en drugs als danspartners’ (Studium Generale-reeks The Dope Show) maandag 5 maart, Lipsiusgebouw, 19:30-21:30 uur.

Door Anoushka Kloosterman