Wetenschap
In memoriam: Prof. dr. Meerten ter Borg (1946-2017)
donderdag 25 januari 2018

Op 26 december 2017 is de Leidse godsdienstsocioloog Prof.dr. Meerten ter Borg thuis in bijzijn van zijn vrouw Marlies en hun kinderen overleden. Hij wordt zeer gemist door een grote groep oud-studenten, promovendi en collegae die hij om zich heen verzamelde in de kleine dertig jaar dat hij verbonden was aan de Leidse Faculteit der Godgeleerdheid en haar opvolgers.

Ter Borg werd benoemd aan die faculteit in 1983, het jaar dat door een grondwetswijziging de laatste van de zogenaamde ‘zilveren koorden’ – privileges waarmee de overheid een aantal kerkgenootschappen financieel ondersteunde – werden doorgeknipt.

Bij zijn afscheid in 2011 bestond de Faculteit der Godgeleerdheid al een aantal jaren niet meer en werd de opleiding Godgeleerdheid, een van de redenen voor de oprichting van de universiteit, voorgesorteerd voor afbouw.

Voor een socioloog als Ter Borg, wiens werk de diepgaande religieuze transformatie van de westerse samenleving in de moderne tijd tot onderwerp had, moet zijn eigen werkomgeving een soort Droste-effect hebben gehad: hij keek ernaar en bevond zich er middenin. Hij bezat bovendien de instrumenten om die ontwikkelingen te duiden en met haast pijnlijke precisie te wijzen op hun gevolgen voor de moderne mens.

Ter Borg zag de mens als een animal transcendens, een wezen dat in staat is voorbij het hier en nu te denken en daarmee onherroepelijk in staat zijn eigen onbeduidendheid en eindigheid in te zien. Om te ontkomen aan de existentiële onzekerheid die het besef van eindigheid oproept is de mens op zoek naar betekenis.

Het is voor een goed begrip van Ter Borgs oeuvre cruciaal te begrijpen dat deze zoektocht naar zingeving niet uitsluitend een religieuze was. Integendeel, hij was geboeid door precies deze paradox van de moderniteit: religie is zo ongeveer de krachtigste vorm van zingeving, maar is in de moderne tijd een vorm van symbolisch denken en handelen geworden die kan rekenen op de laagste plausibiliteit en de hoogste kwetsbaarheid.

Ter Borg ging daarom op zoek naar een algemene theorie over zingeving en werd precies daarin vaak verkeerd begrepen, of – nog vaker – doelbewust verkeerd uitgelegd. Hij identificeerde weliswaar, samen met anderen, vele religie-achtige verschijnselen als voetbal, kunst, roem en gezondheid die in toenemende mate werken als zingevingsinstrumenten, maar betoogde niet dat deze vormen van transcendentie de ‘religie’ van de moderne wereld waren.

Het was eerder een kwestie van verdringing en verschuiving: religie is in competitie geraakt met allerlei andere zingevingsstructuren, die elk gebruik maken van een redelijk overzichtelijk pakket aan handhavingsmechanismen: ritualisering aan de ene kant en taboeïsering aan de andere.

Op die manier kon Ter Borg verklaren waarom zowel Jezus Christus als Johan Cruijff de titel ‘verlosser’ konden opeisen, waarom een steil seculiere krant als de NRC zonder blikken of blozen een economische recessie als ‘straf op zonde’ kan interpreteren en hoe in moderne managementculturen zingeving wordt ingezet als machtsmiddel.

Ter Borg schreef boeken en essays, veelal in het Nederlands en veelal gericht op een breed publiek. Hij was een bevlogen docent en een uitstekende spreker met een onvergetelijk gevoel voor understatement. Dit, in combinatie met zijn humor en zijn messcherpe pen, verleende hem een eigen instrumentarium om zijn wetenschappelijk en maatschappelijk gezag te laten gelden.

Hij was een inspiratie voor velen en had er plezier in voor vele anderen te kunnen fungeren als bron van ergernis. Wie zijn wetenschappelijke en publicistische nalatenschap wil gebruiken voor een van deze twee doelen of ter bevrediging van nieuwsgierigheid kan terecht op www.meertenterborg.net.

Markus Altena Davidsen

Ab de Jong