Wetenschap
Goedkope vlucht? Zelf aan boord klimmen!
Juriste Lalin Kovudhikulrungsri promoveerde op de rechten van mensen met lichamelijke beperkingen bij vliegreizen. ‘Een hond mag mee, maar blindegeleidenpaarden mogen worden geweigerd.’
donderdag 30 november 2017
Goed om te weten: de extra kilo’s van een rolstoel of een blindengeleidehond tellen niet mee voor je bagagelimiet.

‘Stel dat jij, rolstoelgebruiker, van Schiphol naar Bangkok vliegt, en daar overstapt op een lokale vlucht. Het eerste deel van je vlucht valt onder de Europese wetgeving voor vliegreizen en gehandicapten. Die is een stuk uitgebreider dan de internationale regelingen. Voor het tweede stuk ben je afhankelijk van de plaatselijke regelingen. Als je bij een goedkope luchtvaartmaatschappij geboekt hebt, kan het voorkomen dat je gevraagd wordt om zelf de trap het vliegtuig in te klimmen. Dat is vorige maand nog gebeurd.

‘Die internationale regelingen bestaan onder meer uit de VN-conventie voor mensen met een handicap. Die zegt niet specifiek iets over vliegreizen, maar wel iets over publiek transport. Landen moeten standaarden ontwikkelen over toegankelijkheid van zowel de voertuigen – of je met een rolstoel aan boord kan - als van informatie: krijgt een dove passagier ook door dat er een gate-wijziging is geweest, of roep je het alleen om? Je mag die standaarden niet opzettelijk heel laag zetten, en je moet controleurs toelaten die kijken of je land zich wel aan je eigen standaarden houdt. Nederland heeft dat verdrag vorig jaar pas geratificeerd.

‘Als je extra assistentie of voorzieningen nodig hebt, moet je je luchtvaartmaatschappij daar vooraf van op de hoogte stellen. Maatschappijen mogen niet zomaar een gehandicapte passagier weigeren met een verwijzing naar “veiligheidsredenen”. Wel mogen ze bijvoorbeeld vragen of een geestelijk beperkte of blinde passagier een begeleider meeneemt.

‘Als er iets beschadigd raakt tijdens een vlucht, of mensen worden slecht behandeld, dan is dat geregeld volgens het verdrag van Montreal, dat over de aansprakelijkheid van luchtvervoerders gaat. Je kent dat misschien wel van de posters op de luchthaven die je vertellen wat je rechten zijn als je vlucht vertraagd is. Het probleem voor gehandicapten is dat er een maximumbedrag is wat de luchtvaartmaatschappij je bij schade uit moet keren, omgerekend zo’n 1350 euro. Maar een elektrische rolstoel is veel duurder. Je krijgt ook geld bij fysieke verwondingen, terwijl een gehandicapte passagier juist relatief vaak psychisch leed ervaart door een vernederende situatie: als je in je broek plast omdat het toilet niet toegankelijk was, bijvoorbeeld.

‘Je moet ook per passagier en zelfs per vliegtuig bekijken hoe erg een beperking is. De ene rolstoeler is vanaf de nek verlamd, de ander is een paralympische topsporter. Iemand met ernstige obesitas kan soms beperkt zijn en soms niet, afhankelijk van de stoeltjes. Extreem lange mensen beschouwen we normaal niet als gehandicapt, maar kunnen wel degelijk beperkt zijn in een krap vliegtuig. Voor ondersteunende dieren zijn de regels verwarrend: een begeleidende hond mag mee. Maar er bestaan ook blindegeleidenpaarden. Als je van Amsterdam naar New York vliegt, mag KLM zo’n paard weigeren, maar een maatschappij uit de VS mag dat niet, van de Amerikaanse wet.

‘En in hoeverre moet een maatschappij rekening houden met passagiers met hevige pinda-allergie als ze zakjes met nootjes uitdeelt? De voorbeelden doen vaak wat grappig aan, maar de gevolgen – en de wettelijke implicaties daarvan – zijn dat helemaal niet.’

Lalin Kovudhikulrungsri, The Right to Travel by air of Persons with Disabilities. Promotie was 16 november

Bart Braun