Achtergrond
Later bestaat niet (... of toch wel?)
Veel bier, weinig slaap en telkens weer stress door uitstelgedrag: hoe schadelijk is dat eigenlijk? ‘Nachtbrakers hebben een permanente sociale jetlag.’ De meeste studenten walgen bij het idee van een braaf en burgerlijk bestaan met vroeg opstaan en weinig alcohol. Ze leiden een compleet ander leven dan werkende mensen. Er is immers nog genoeg tijd om ‘normaal’ te leven ‘als je later groot bent’. Hoe kan het dat zulke relatief slimme wezens hun lichaam zo verwaarlozen? En hoe erg is dat eigenlijk?
Susan Wichgers
donderdag 17 augustus 2017
‘Gewoontes zoals alcohol drinken, leer je moeilijk af. Straks is het na een lange dag werken: pfoe, ik heb wel een drankje verdiend.’ © Finn Kortman

ALCOHOL

De Leidse gezondheidspsycholoog Winifred Gebhardt doet onderzoek naar gezondheidsgedrag van jonge mensen, en kan antwoord geven op de eerste vraag. ‘Studenten weten dat hun levensstijl slecht is, maar ze betrekken dat niet op zichzelf. Door eerdere ervaringen weten ze dat hun gedrag lang niet altijd desastreus afloopt: ze hebben bijvoorbeeld wel eens een kater, en dat is het. De lange termijn speelt geen rol.’

Studenten identificeren zich met het zijn van een student, daar hoort een bepaalde levensstijl bij. ‘Bij “student-zijn” hoort vaak zuipen en uitgaan. De gedachte is dat ze dat straks, als ze een gezin en een baan hebben, niet meer doen. Maar dat klopt niet altijd. We zien bijvoorbeeld dat studenten veel aankomen en dat gewicht later niet meer kwijtraken. Gewoontes zoals lekker eten en veel alcohol drinken, leer je moeilijk af. Straks is het na een lange dag werken: pfoe, ik heb wel een drankje verdiend.’

Sabine Peters, universitair docent psychologie, onderzoekt de effecten van alcohol op het puberbrein. Zij weet dus wel het een en ander over alcoholgebruik en de schadelijkheid daarvan. Dat je je anders gaat gedragen van alcohol, is wel duidelijk. Maar hoe kan dat? ‘Alcohol verstoort de werking van de hippocampus’, legt Peters uit. ‘Dat resulteert bijvoorbeeld in black-outs. Er worden dan geen nieuwe herinneringen gemaakt, of ze worden wel gemaakt, maar je kunt ze niet terughalen. Ook de amygdala raakt verstoord. Je hebt minder gevoel voor angst en gevaar, ook op sociaal gebied, waardoor je je raar gaat gedragen.’

Na een nacht doorhalen voel je je moe, duizelig, heb je hoofdpijn en ben je met een beetje pech ook nog misselijk. Peters: ‘Een drankje per uur is wat je lever hooguit bij kan houden. Ga je daar overheen, dan krijg je een soort toxisch effect.’ Mythes over het oplossen van je kater zijn er te over: eet een ei en een banaan, drink Sprite, en de ellende is voorbij. ‘Iedereen is op zoek naar een anti-kater elixer, maar zover we weten is minder alcohol drinken het enige dat helpt.’ Haar advies: verspreid de inname van alcohol over de hele avond en drink water tussendoor.

Naar de effecten van alcohol op de lange termijn zijn nog maar weinig goede studies gedaan. Of je dus slimmer was geweest als je het bier had laten staan, weet niemand. ‘Het is waarschijnlijk wel zo dat er cellen afsterven in de hersenen als je alcohol drinkt, maar als je jong bent worden er ook nieuwe cellen aangemaakt. En alle generaties hebben veel gedronken in hun studententijd, dat is meestal ook goed gekomen. De effecten zijn niet enorm. Het is niet zo dat je hersenen meteen kapot zijn, alleen bij heel intensief en langdurig alcoholmisbruik, voor zover we weten.’

ALTIJD ALLES UITSTELLEN

Studenten kunnen zich moeilijk inhouden wat betreft alcohol, maar verder staan ze ook niet bepaald te boek als gedisciplineerd. Omdat je niet elke dag om negen uur op een kantoor hoeft te zijn en je je eigen tijden kunt bepalen, ligt uitstelgedrag op de loer. En dat zorgt vaak voor deadlinestress.

Universitair docent Marieke Tollenaar is expert op het gebied van stress, en weet precies waar het (niet) goed voor is. ‘Bij een deadline of een andere uitdaging gaat het lichaam in actiemodus. Op korte termijn is dat positief: het stresshormoon zorgt ervoor dat je wakker blijft en dingen beter onthoudt. Maar heb je te veel stress, dan krijg je een overload. Functies nemen dan juist af.’

Een studie op zichzelf kan zoveel stress niet veroorzaken, denkt Tollenaar. ‘Maar in combinatie met bijvoorbeeld onderliggende psychische problemen of een moeilijke thuissituatie kan ik me dat wel voorstellen. Een beetje stress is normaal, uitstelgedrag hoort erbij. Als je toch te veel stress hebt, is het belangrijk dat je de oorzaak aanpakt. Dus als dat uitstelgedrag voor problemen zorgt, doe daar dan wat aan: een studie zou haalbaar moeten zijn als je de studielast spreidt en niet alles in de tentamenweek probeert te doen. Ontspannen helpt ook goed, ga bijvoorbeeld sporten of mediteren. En genoeg slaap is heel belangrijk.’

SOCIALE JETLAG

Met dat laatste houdt Gerard Kerkhof, emeritus hoogleraar psychofysiologie aan de Universiteit van Amsterdam, zich al zijn hele leven bezig. ‘De laatste tien jaar is er veel gepubliceerd over studenten en slaap. De uitkomsten stemmen niet bepaald vrolijk.’ Studenten zijn vaak nachtbrakers: ze slapen te kort en hebben een onregelmatig ritme. ‘Rond je twintigste ben je een maximaal avondmens. Dan ga je vaak uit huis en is er geen controle meer, dus geef je ook toe aan die tijden.’

Altijd laat gaan slapen en laat opstaan is geen aanrader, volgens Kerkhof. ‘Dan is je biologische klok uit de pas met de rest van de maatschappij, en heb je eigenlijk een permanente sociale jetlag. Je klok wil zich aanpassen, maar dat gaat niet. Daarbij benadeel je de functies van je organen, omdat ze niet optimaal op elkaar zijn afgestemd. Organen zijn namelijk niet alleen ruimtelijk geordend, maar ook temporeel: ze hebben een bepaalde tijdsrangschikking ten opzichte van elkaar. Door op afwijkende tijden te slapen schop je dat door elkaar.’

Te kort slapen heeft weer andere nadelen. Kerkhof: ‘Op korte termijn veroorzaakt slaaptekort allerlei prestatie-effecten: het geheugen gaat achteruit, reageren op prikkels gaat langzamer. Veel mensen denken dat ze overdag leren en informatie opslaan. Eigenlijk wordt informatie overdag alleen tijdelijk opgeslagen. Slaap zorgt pas dat die informatie een plek krijgt, doordat de hersenen geen input en output hebben.

Ik heb zelf in mijn studententijd ook nachten overgeslagen, maar dat is niet slim. Je maakt ook slechtere beslissingen, bijvoorbeeld bij meerkeuzevragen in tentamens, omdat je minder goed afwegingen kan maken. Zeker als je het niet goed kent, gok je veel op gezond verstand. Dat gaat vaker verkeerd zonder slaap.’

Je kunt dat weliswaar inhalen, maar niet door na een late avond tot het middaguur in je bed te liggen. ‘Om zo’n slaaptekort in te halen, moet je eigenlijk de dagen erna eerder gaan slapen. ’s Nachts slapen doen we niet voor niks, je systeem is daarop gemaakt. De nacht koloniseren om leuke dingen te doen, is onverstandig.’

Kerkhof: ‘Een saaie les, maar je moet je leven braaf inrichten. Slaap op goede tijden en lang genoeg, juist als student. Je legt tijdens je studie de basis voor je toekomst.’