Nieuws
Een hongerloon en betalen voor printen
Externe promovendi in Leiden krijgen minder geld en minder toegang tot faciliteiten.
donderdag 14 april 2016

Cathelijn Waaijer, jij werkt bij het CWTS, de afdeling van de universiteit die onderzoek doet naar wetenschap. En je hebt net een nieuw artikel uit, zagen we?

‘Klopt. In 2012 hielden we met het Leids Promovendi Overleg (LEO) een enquête onder de Leidse promovendi, en die resultaten zijn nu gepubliceerd in het vaktijdschrift Research Evaluation.’

Dat artikel maakt onderscheid tussen promovendi die zijn aangesteld bij de universiteit, de aio’s en oio’s, en externe beurspromovendi. Maar Leiden deed toch helemaal niet mee aan de experimenten met bursalen?

‘Het Nederlandse bursalenexperiment heeft hier niets mee te maken. Leiden kent nu ook al mensen die zonder aanstelling promoveren, bijvoorbeeld met een beurs van de Indonesische of Chinese overheid. Die hebben dan een gastaanstelling of een studentenkaart.’

Je hebt bij LEO gezeten, en bij het landelijke Promovendi Netwerk Nederland. Kan je dan nog neutraal dit onderzoek doen?

‘Ik denk van wel. De enquêtes zijn door anderen afgenomen, en ik heb de data netjes volgens de regelen der kunst vergeleken. Als ik vatbaar was geweest voor beïnvloeding, waren er wel grotere verschillen uit gekomen. Uit de enquête bleek bijvoorbeeld dat externe promovendi minder begeleiding krijgen, maar dat verschil was niet significant en heb ik daarom niet uitgelicht. Bovendien weet je door je bestuursfunctie beter wat er speelt, en welke onderzoeksvragen je moet stellen.’

Wel significant is het salarisverschil: veertig procent van die externe promovendi verdient minder dan €1000,- per maand.

‘We vonden ook dat ze minder toegang hadden tot voorzieningen als een eigen werkplek, een eigen computer of gratis printen.’

Wacht even. Je verdient minder dan het minimumloon, en dan moet je ook nog eens je eigen laptop meenemen?

‘Zo zou je het kunnen zeggen, ja. Het is waarschijnlijk geen universitair beleid geweest om de twee groepen anders te behandelen, maar dat was wel het resultaat. Als er te weinig middelen zijn voor dingen als congresbezoek of boeken, ontstaat er ook inhoudelijk ongelijkheid. En dat is precies waar het Promovendi-netwerk bang voor is.’

Wat vonden de universiteitsbazen van jullie resultaten?

‘Er is overleg geweest met onder meer de vice-rector. Het belangrijkste dat daaruit kwam, is dat promovendi die fulltime werken, een werkplek krijgen. Ze hoeven dus niet meer in de UB te zitten, zoals vroeger nog weleens voorkwam.’

Je mag niet Roemenen voor een euro per uur champignons laten plukken; waarom mag je dan wel Indonesiërs voor een hongerloon onderzoek laten doen?

‘Voor de juridische kant van het verhaal moet je niet bij mij zijn. Ik ken wel een verhaal over de TU Delft, waar men ontdekte dat Chinese beurspromovendi naar de voedselbank moesten.

De TU heeft toen gezegd dat een promotiebeurs een bepaald minimumbedrag moet zijn. Ik kan me voorstellen dat meer universiteiten dat doen.’ BB