Nieuws
Geen beurs voor geneeskundestudenten
Studenten geneeskunde hoeven geen beurs of stagevergoeding te ontvangen, vindt onderwijsminister Jet Bussemaker. De artsen in spe verdienen later genoeg geld om hun hogere studieschuld te kunnen terugbetalen.
woensdag 6 april 2016

Vorig jaar oktober boden geneeskundestudenten de Tweede Kamer 22.000 handtekeningen aan, omdat het nieuwe leenstelsel hen buitensporig hard zou treffen. De studie geneeskunde duurt namelijk relatief lang: na een bachelor van drie jaar volgt een master van met daarin verschillende stages die in geneeskundeland coschappen worden genoemd. Die duurt nog eens drie jaar áls je naadloos je stageplekken vindt. Een coassistent moet buffelen: volgens de organisaties die de petitie begonnen, zijn ze gemiddeld 50-55 uur per week kwijt aan de opleiding. Dat maakt een bijbaantje wat lastig. Geneeskundestudenten hadden dus ook onder de oude regeling al hogere studieschulden dan de rest.

Volgens de initiatiefnemers zou het dan ook redelijk zijn om de 280 euro basisbeurs die studenten vroeger kregen, aan geneeskundestudenten uit te betalen tijdens hun coschappen. En die stagevergoeding zou dan niet van de stageplek moeten komen, maar van het ministerie van Onderwijs.

Het ministerie is echter minder enthousiast. In een brief aan de Tweede Kamer stelt minister Bussemaker: ‘Een oud-student geneeskunde verdient anderhalf jaar na het afstuderen bruto €650 per maand meer dan een gemiddelde academicus anderhalf jaar na zijn afstuderen. De additionele investering die studenten geneeskunde in de coschapfase deden, betaalt zich daarmee aan de start van carrière al uit’, schrijft de minister. PM