Achtergrond
Taakstraf voor fraude met cijferlijst
Een oud-rechtenstudente van de Universiteit Leiden heeft zestig uur taakstraf en een voorwaardelijke celstraf van twee weken gekregen voor het vervalsen van haar cijferlijst. ‘Ik zag geen andere uitweg meer. Het voelde aan als een diploma of de dood.’De 26-jarige studente, woonachtig in Den Haag, stapte over van de Erasmus Universiteit naar de Universiteit Leiden om hier de bachelor rechtsgeleerdheid en notarieel recht te volgen. Om vrijstellingen te krijgen, diende ze een vervalste cijferlijst in.Op die lijst stond dat ze 36 vakken had behaald. In werkelijkheid waren dat er slechts 20. Verder had ze een handtekening van een Erasmus-medewerker vervalst.De zaak is juridisch gezien eenvoudig. De verdachte heeft al bekend en er is genoeg ander bewijs. Arthur Elias, voorzitter van de examencommissie propedeuse en master rechtsgeleerdheid, legt uit waarom er aangifte is gedaan. ‘We vinden dat een student hier niet mee weg mag komen. Dit is niet wat spieken of zoiets. Het is misdadig handelen.’
Vincent Bongers
woensdag 18 maart 2015
© Tekening: Michiel Walrave

Volgens universitair woordvoerder Caroline van Overbeeke doet de universiteit jaarlijks vier tot vijf keer aangifte tegen een student. ‘Dan gaat het vooral om fraude met diploma’s en cijferlijsten.’ Rechten deed slechts één keer eerder aangifte, in 2003. Toen bleek dat een rechtenstudente iemand anders onder haar naam tentamens liet maken.

De examencommissie overweegt vaker aangifte te doen, zegt Elias. ‘We willen strenger worden en rechtenstudenten duidelijk maken dat dit echt niet kan.’ Het had niet veel gescheeld of de studente had de bachelorbul met de vervalsing binnengehaald. Ze had aan alle eisen voldaan en het diploma lag al klaar. Maar toen ze met dezelfde lijst vrijstellingen voor de master probeerde te krijgen, liep ze tegen de lamp.

‘De Leidse examencommissie rook onraad’, zei politierechter Van Steen tegen de verdachte, vorige week tijdens de rechtszitting. ‘Daar komt nog bij dat u had gefraudeerd met een bedrijfseconomie-opdracht aan het Erasmus. De commissie is toen gaan spitten. Bij navraag in Rotterdam bleek dat de lijst was vervalst. U bent uitgenodigd voor een gesprek bij de examencommissie en daar ontkende u bij hoog en bij laag.’

‘Ik voelde me aangevallen tijdens dat gesprek’, antwoordde de studente duidelijk geëmotioneerd. ‘Ik had toen eerlijk moeten zijn. Er waren twee mannen en een vrouw. Maar ik was heel bang, vooral voor de mannen.’ Angst beheerste destijds haar leven, zei ze tegen de rechter. ‘Ik was steeds bang dat ik dood zou gaan. Dat ik zou worden vermoord. Ik was bang in mijn eigen huis. Dan werd ik wakker en dan dacht ik dat ik werd gewurgd in mijn bed. Ik heb een zoontje van bijna een jaar en was heel bang hij zou worden afgepakt. Ik was steeds zo ongelukkig en de studie halen leek de enige uitweg. Dat ging al mijn problemen oplossen en mijn leven redden. Mijn gevoel was: de dood of een diploma. Dat heeft me hiertoe gedreven.’

Inmiddels loopt de studente bij een psycholoog. ‘Ik weet nu wat ik moet doen als ik angstaanval krijg. Ik weet ook dat er andere manieren zijn om mijn problemen op te lossen. Ik weet dat dit niet weer gaat gebeuren. Ik heb er echt heel veel spijt van.’

De rechter: ‘Hoe moet het nu verder met u?’

De studente: ‘Ik wil toch de rechtenstudie afmaken, wellicht in Utrecht of Amsterdam, en ik loop stage bij een advocatenkantoor. Dat gaat goed. Ze zijn heel tevreden over mij. Ik maak kans op een baan.’

‘Weten ze daar wel wat er speelt?’

‘Nee. Ik heb het tegen niemand gezegd. Ik heb pas onlangs mijn moeder verteld dat ik niet meer in Leiden studeer.’

‘Ik ben maar de rechter in deze strafzaak en wil me nergens mee bemoeien… Nou ja, eigenlijk wil ik dat wel. Als u een rechtenopleiding wil volgen, zie ik dat somber in. Een veroordeling voor fraude is normaal gesproken een streep door uw toekomst als jurist. Realiseert u zich dat?’

‘Toen niet, nu wel.’

‘U moet dit vertellen aan het kantoor. Dit is dikke vette fraude. U kunt daar niet omheen. Natuurlijk is de kans aanwezig dat werkgevers zeggen: hoepel maar op. Maar integriteit is zó belangrijk voor een jurist. Wellicht krijgt u een nieuwe kans.’

‘Ik heb er heel veel moeite mee. Ik schaam me heel erg.’

‘Ik begrijp dat het lastig is. Het is een groot geheim. Maar hoe langer u zwijgt, des te groter is de ellende als het uiteindelijk toch uitkomt.’

Dan komt het Openbaar Ministerie met de strafeis. ‘De verdachte heeft een zwaar leven’, aldus de officier van justitie. ‘Maar dat praat haar gedrag niet goed. Het is heel ernstig dat iemand die jurist wil worden valsheid in geschrifte pleegt. Het is een beroepsgroep waar integriteit essentieel is. Als de universiteit zonder dat te weten een niet-gekwalificeerde jurist aflevert, heeft dat mogelijk schadelijke gevolgen voor de maatschappij. Dit kan echt niet door de beugel.’ Daarom eist de officier een werkstraf van 120 uur.

‘Ik hou er rekening mee dat u een blanco strafblad heeft’, zegt de rechter. ‘U krijgt een taakstraf van 60 uur. Maar ik voeg daar wel een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken met een proeftijd van twee jaar aan toe, omdat ik er niet gerust op ben dat u niet weer de fout in gaat. Als het weer misloopt, draait u de bak in.’