Nieuws
Bussemaker eist uitleg tweede studies
Als universiteiten en hogescholen écht geen helderheid geven over de hoge tarieven voor tweede studies, sluit onderwijsminister Jet Bussemaker niet uit dat er een maximumbedrag komt, als ‘uiterste maatregel’.
donderdag 12 februari 2015

Dat schrijft ze in een antwoord op Kamervragen van Mohammed Mohandis (PvdA). Ze vindt dat het instellingscollegegeld voor tweede studies ‘afdoende moet worden gemotiveerd’. Onderwijsinstellingen ontvingen daarom vorig jaar al een brief met het verzoek om duidelijke informatie en ze kondigde een onderzoek aan, waarvan ze uiterlijk 1 maart over de uitkomsten bericht. Als daaraan geen gehoor wordt gegeven, zal de minister in gesprek gaan met de Vereniging Hogescholen en de VSNU, en maatregelen overwegen. En als dát niet helpt, ‘is een uiterste maatregel om uiteindelijk het instellingscollegegeld te maximeren.’

Veel universiteiten rekenen sinds collegejaar 2011-2012 voor een tweede studie een veel hoger tarief dan het wettelijk collegegeld van 1906 euro per jaar: namelijk het instellingscollegegeld. Gemiddeld 7.500 voor een bachelor en 11.500 voor een master, maar er zijn uitschieters tot 32.000. Studenten en aankomende studenten begonnen destijds een rechtszaak, als de Stichting Collectieve Actie Universiteiten (SCAU). Zij waren het niet eens met de hoge bedragen, of vonden minstens dat universiteiten moeten aantonen dat het bedrag in verhouding staat tot de werkelijke kosten.

In een hoger beroep gaf het Amsterdams Gerechtshof de SCAU gelijk, maar universiteiten vonden het een kwestie voor het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs, en stapten in december naar de Hoge Raad. Maar: bij dat CBHO kunnen aankomende studenten niet terecht. Afgelopen week verloor een studente aan de Amsterdamse Vrije Universiteit nog een rechtszaak die ze zelf was begonnen bij het CBHO, over het instellingsgeld. Een aankomend student zou zo’n rechtszaak niet kunnen beginnen. MVW