Cultuur
130 bekentenissen en geen dader
Schrijver en presentator Arjen Lubach schreef een scenario over de moord op de Zweedse premier Olof Palme in 1986. ‘Je hoeft hooguit te weten waar Zweden ligt.’
Marleen van Wesel
woensdag 19 november 2014
© Thijs Meuwese

Olof Palme was premier van Zweden, toen hij in 1986 werd doodgeschoten. Op een koude februariavond, op de stoep, in Stockholm. Hij was met zijn vrouw onderweg naar huis, na een bioscoopbezoek.

Muziektheatergroep De Andersons laat hem in de voorstelling In gesprek met mijn moordenaar zijn eigen moord onderzoeken. ‘Het probleem is: het is echt gebeurd’, zegt Arjen Lubach (1979), die het scenario schreef. Vorig jaar verscheen van hem, na enkele romans, de thriller IV. ‘Daarin volgt uiteindelijk een ontknoping, maar die weten wij in het geval van Olof Palme ook niet. Er zijn 130 mensen die zichzelf hebben aangegeven voor de moord, maar niemand is veroordeeld. Er hebben wel mensen in de bak gezeten, anderen zijn op hun beurt weer vermoord. Er is een complex web van speculaties en verdachtmakingen: van Zuid-Afrika, tot de Koerdische organisatie PKK, tot de Russen.’

Hoe stop je dat in anderhalf uur?

‘We laten hem zijn eigen moord onderzoeken, door met verschillende mensen in gesprek te gaan. Zijn eigen vrouw, een dronkenlap die beschuldigd werd, een verdachte politieman, maar ook politieke motieven en internationale partijen komen voorbij. We houden het divers, zodat je meer over hem en over die tijd in Zweden te weten komt.

‘De Andersons en ik hebben er een tijd samen aan gewerkt: we zaten een week op Schiermonnikoog en ook nog een week op een huisjespark in Noord-Holland. Zij kwamen met liedjes, ik met tekst. Uiteindelijk gingen zij met een regisseur aan de slag en heb ik het losgelaten.

‘Toen het klaar was, waren ze wat huiverig voor mijn komst. Godzijdank was dat niet terecht. Sommige delen hebben ze weggelaten, wat ik wel snap, en op andere plekken hebben ze het juist aangedikt. Het leuke is: De Andersons maken volledig wat zij zelf willen maken. Ze volgen geen grote voorbeelden, of proberen niet expres lollig te doen.’

Waar blijkt dat dan wel uit?

‘Ze maken muziektheater, niet per se een populair genre. Maar met de muziek alleen al weten ze veel te vertellen. Ook als je lang na 1986 geboren bent en niets over Olof Palme weet, kun je iets met de voorstelling. Je hoeft hooguit te weten waar Zweden ligt.’

Weet je na afloop wel alles, behalve dan wie de dader is misschien?

‘Voor dat laatste moet je komen kijken, maar na afloop weet je heel veel. Niet dat het een college geschiedenis wordt. Het stuk blijft niet in 1986 hangen, waardoor je urgentie voelt. De spelers vragen zich soms hardop af waarom ze de zaak-Palme onderzoeken. En ook Palme wil weten: wat willen jullie van mij?’

Naast je schrijfwerk en cabaret ben je sinds deze maand ook bekend van de talkshow Zondag met Lubach. Is er iets wat je het liefst doet?

‘Dan zou ik dát wel doen. De kick is juist dat ik geen keuzes maak. Nu voelt dat programma als hetgene waarmee ik bezig moet zijn. Boeken schrijven voelt heel ver weg, maar dat komt wel weer. Televisie is zo’n vreemd en haastig proces. Iedereen vindt er meteen iets van, maar daar houd ik mij niet mee bezig. Zelf ben ik in elk geval heel trots. De reacties zijn goed, dus het is niet helemaal onzinnig wat we doen.’

De Andersons, In gesprek met mijn moordenaar

Leidse Schouwburg, vrij 21 en za 22 nov, 20.15 u, € 11,50