Achtergrond
Het duistere toerisme
‘Is dit gefilmd in het kamp? Echt ongelofelijk’, zegt de Kenneth Marcus, professor geschiedenis aan de University of La Verne in Californië. Hij kijkt naar haarscherpe zwart-witbeelden van een vrouw die sierlijk danst op een podium. Een man met saxofoon komt op, samen swingen ze er op los. In een volgende scène spelen twee heren een sketch. Even later blijkt dat de beelden wel degelijk in kamp Westerbork zijn geschoten. De Duits-Joodse kampgevangene Rudolf Breslauer maakte de film in opdracht van kampcommandant SS-Obersturmführer Albert Konrad Gemmeker. Het is een optreden in het voorportaal van de hel. De acteurs en dansers wacht een vrijwel zekere dood in de concentratiekampen in Polen en Duitsland. Met die gedachte in het achterhoofd doen de vrolijke beelden pijn aan de ogen.
Vincent Bongers
donderdag 18 april 2013
© Kees van de Veen

Van 1939 tot 1942 werden in Kamp Westerbork in Drenthe Joden opgevangen die gevlucht waren uit Duitsland. Vanaf 1942 wordt het een Durchgangslager waaruit meer dan 107.000 Joden, Roma en Sinti en verzetsstrijders op transport werden gesteld naar de vernietigingskampen. 

Ook regisseur Breslauer overleefde de oorlog niet. Gemmeker zat slechts kort vast en overleed in 1982. Al die tijd volhoudend dat hij niets van de Shoah wist.

Marcus, die in het kader van het Fulbright programma dit semester gastdocent is bij de opleiding geschiedenis, is een onderzoek gestart naar dark tourism. Hij wil weten waarom mensen plekken bezoeken waar gruwelen hebben plaatsgevonden. En hoe deze terreinen zijn ingericht en hoe hun status in de loop der tijd verandert.

Het is een relatief jong onderzoeksveld. De term is in 1996 bedacht door John Lennon en Malcolm Foley van Glasgow Caledonian University. Het wordt ook wel thanatoerisme genoemd, een verwijzing naar Thanatos, de personificatie van de dood, in de Griekse mythologie.

‘Ik ben hierin geïnteresseerd geraakt door de toenemende aandacht voor kampen in de Verenigde Staten waar Japanse Amerikanen in de Tweede Wereldoorlog vastzaten. In Amsterdam zag ik een lange rij toeristen buiten in de snijdende kou wachten om het Achterhuis te bezoeken. Dat is toch frappant. Ik wil graag weten waarom dat zo is.’

Zijn aandacht richt zich weer op de filmbeelden. De revue was op dinsdagavond, de dag dat de treinen naar Auschwitz en Sobibor vertrokken. Ook Anne Frank en haar familie werden hier op transport gesteld. ‘Juist dan probeer je natuurlijk tegen beter weten in de moed er in te houden’.

Het kamp wordt nu door 130.000 bezoekers per jaar bezocht, de helft daarvan zijn kinderen. ‘Maar opvallend genoeg werd het terrein na de Tweede Wereldoorlog niet meteen gesloopt maar bleef het in gebruik.’

Eerst werd het een interneringskamp voor NSB’ers. ‘En toen zaten er ook nog 850 joden die nog niet elders konden worden opgevangen. Dat moet een moeilijke en surreële situatie voor hen zijn geweest.’ Ze werden zelfs ingezet om de NSB’ers te bewaken.

In 1971 werd het kamp gesloten nadat het onderdak had gegeven aan Molukkers. De barakken werden afgebroken. Pas de tweede generatie na de oorlog kreeg er behoefte aan om een monument op te richten op het terrein. Het Nationaal Monument werd in 1970 onthuld. Pas in 1983 werd er echt werk gemaakt van het herdenken en werd het herinneringscentrum met museum geopend. Er werd voor gekozen om de barakken niet te herbouwen, slechts de fundamenten zijn zichtbaar. Een klein stuk van de muren van de strafbarakken is in beton herschapen.

‘Ik ben verbaasd over deze “suggestie”. Ze wilden niet reconstrueren maar suggereren. Ik zou de voorkeur hebben voor reconstructie, zodat je naar binnen kunt lopen en het gevoel krijgt hoe het was. In het museum krijg je wel een inkijk. Daar hebben ze een klein deel van het interieur nagebouwd, compleet met stapelbedden en houten vloer. Dat was erg effectief, ook door de geluidseffecten van krakende bedden en huilende baby’s. Het maakt het dagelijks leven van de gevangen bijna tastbaar.’

Tom Janssen (22) uit Den Bosch duwt een kinderwagen naar een maquette van het kamp en legt uit waarom hij naar Westerbork is gekomen. ‘Wij zijn geïnteresseerd in de oorlog. We wilden ook een culturele lading geven aan het familieweekend en niet alleen maar lol hebben. Het is wel indrukwekkend.’

Ook Marie Louise Kooter (37) en Karin de Lange (29) zijn met jonge kinderen op stap. ‘Wij willen ze toch wat meegeven, iets educatiefs’, zegt Kooter. ‘Het is goed om hier te zijn, om te zorgen dat het niet nog een keer gebeurt.’ De Lange: ‘Het is ook een eerbetoon aan de mensen die hier hebben vastgezeten en later zijn vermoord. Het mag niet worden vergeten.’

Marcus: ‘Dat vind ik toch opvallend. In Nederland en vooral Duitsland natuurlijk is er erg veel aandacht voor de kampen. In Frankrijk is er weinig sprake van dit soort soul searching en schuldgevoel. In ieder geval ben ik het niet tegengekomen, toen ik er woonde.’

Hoe dat komt? ‘Wellicht heeft dat te maken met de hoge graad aan collaboratie. Er is minder een gevoel van “Het is verschrikkelijk wat er is gebeurd. De gedachte is meer: “Zo was het nu eenmaal.”’

Marcus kijkt uit over het kampterrein. Er staat een wachttoren met daarnaast het nationaal monument Westerbork: een stuk treinspoor van negentig meter lang. Aan een kant steken de gekartelde en van kogelgaten voorziene rails in de lucht alsof ze door een boosaardige kracht uit de grond zijn gerukt. Naast het kamp zijn veertien enorme parabolische antennes gebouwd: de Westerbork synthese radio telescoop. ‘Het terrein werd onderdeel van een wandel- en fietsgebied, compleet met entertainment voor de kinderen. Het is opgezet als een toeristenbestemming.’

Niet iedereen is er bezig met het verleden. ‘We hebben er niet echt binding mee’, zegt Antje Fleurke (67) die met haar man het terrein bezoekt. ‘We wilden wat in de bossen wandelen.’

Op de voormalige appelplaats zijn 102.000 stenen in de vorm van Nederland geplaatst. Ze verwijzen naar de mensen die na de oorlog niet terugkeerden. Op sommige plekken zijn foto’s van slachtoffers tussen de stenen gestoken.

‘Het is een soort openluchtmuseum’, aldus Fleurke. ‘De een ziet er wat in, de ander niet. Bij de foto’s op de monumenten, vraag ik me af: “Moet dat nou weer?” Ik zie het nut er niet echt van in. Voor oude mensen die het hebben meegemaakt is het anders. Die zijn kapot als ze hier weer weggaan.’

In Amerika bezoeken volgens Marcus steeds meer toeristen de interneringskampen. Ook komt er geld vrij voor onderhoud. ‘In 2006 heeft de overheid 38 miljoen dollar beschikbaar gesteld voor het behoud van tien kampen.’

In Manzanar in Californie werden gedurende de Tweede Wereldoorlog meer dan 10.000 Japanse Amerikanen vastgehouden. ‘Daar komen veel meer studenten dan schoolkinderen, dus wat dat betreft is het anders. Ook is er geen mix van plezierige en serieuze zaken op hetzelfde terrein.’ Tussen 2000-2010 bezochten meer dan 750.000 mensen Manzanar

De meeste van de negen andere internment camps in de VS worden waarschijnlijk geen hot tickets voor toeristen. ‘Dat komt alleen al door de relatief geïsoleerde ligging. Al moet gezegd worden dat Westerbork ook niet al te makkelijk is te bereiken met het openbaar vervoer.’

Toegang tot het kamp is gratis, het museum kost € 6,50. Dat roept ook de vraag op of dit soort dark tourism sites verder geëxploiteerd gaan worden. Er is in ieder geval geld mee te verdienen.

Marcus: ‘Misschien komt het nog eens zover dat er souvenirs in de verkoop gaan: stukken prikkeldraad of zoiets. Een absurd idee, lijkt het. Zwarte humor. Maar zo gek is dat ook weer niet. Toeristen kopen ook stukjes Berlijnse muur. En er zijn honderden mensen omgekomen bij vluchtpogingen naar het Westen.’

Vijf duistere plaatsen

Het Anne Frankhuis in Amsterdam trekt per jaar meer dan een miljoen bezoekers.

 In concentratiekamp Auschwitz, in het Zuidwesten van Polen, kwamen naar schatting 1,1 miljoen mensen om. Vorig jaar trok het kamp 1.430.000 bezoekers.

De Killing Fields in Cambodja. Onder het bewind van de Rode Khmer, dat van 1975 tot 1979 duurde, kwamen naar schatting tussen de 1,7 en 2,5 miljoen Cambodjanen om. Het massagraf Choeung Ek en de Tuol Sleng gevangenis worden door veel toeristen bezocht.

Tsjernobyl en Prypjat in Oekraïne. In 1986 vond er een explosie plaats in reactor nummer vier van de kerncentrale in Tsjernobyl. Het is onduidelijk hoeveel slachtoffers er zijn gevallen. Prypjat is een spookstad dichtbij de centrale. Rondleidingen kosten rond de 150 dollar.

Toeristen die Londen bezoeken, kunnen een Jack the Ripper-walk doen. Deze massamoordenaar sneed in 1888 van minstens vijf prostituees de keel door. Het is nooit opgehelderd wie de moorden op zijn (of haar) geweten heeft. In de wijk Whitechapel worden rondleidingen georganiseerd waarin de bloodstained trail of terror van de Ripper kan worden gevolgd.