Achtergrond
Wiet als zelfmedicatie
Nog helemaal niet zo gek lang geleden zag Nederland blowen als een onschuldige bezigheid. Onschuldige plantjes, puur natuur, en blowers zijn zo rustig en vreedzaam, joh. De afgelopen jaren kwam er langzaam verandering in dat beeld. Wiet was dan officieel niet lichamelijk verslavend, maar er bestaan wel degelijk probleemblowers: het aantal mensen dat hulp zoekt bij een cannabisverslaving stijgt elk jaar. Het werd ook steeds duidelijker dat hasj en wiet, zeker van de steeds verder doorgekweekte hennepvarianten, schizofrenie en psychoses kon opwekken bij mensen die daar gevoelig voor waren. Vergeleken met alcohol vallen de maatschappelijke gevolgen van cannabis nog steeds reuze mee, maar de aura van onschuld is verdwenen. Bijzondere aandacht is er voor blowende pubers. Omdat hun hersenen nog in ontwikkeling zijn, zijn ze extra gevoelig voor de kwalijke kanten van een jointje. Volgens het Trimbos-instituut heeft ongeveer een zesde van alle pubers wel eens geblowd. Vier procent van de scholieren blowt meer dan drie keer per maand. Dat is zorgwekkend, want gemiddeld gesproken gaat het minder goed met de stoners.
Bart Braun
woensdag 20 maart 2013

Ze halen slechtere cijfers, ze zijn vaker agressief, vaker depressief, en ze komen vaker in contact met de politie.

Wat is er daar nou precies aan de hand? Verandert wiet normale scholieren in probleemjongeren, of gaan probleemjongeren sneller blowen? Of is er een soort overkoepelende factor, bijvoorbeeld dat kinderen uit arme wijken en vaker problemen hebben, én vaker blowen, zonder dat die twee direct invloed op elkaar hebben?

Psychologe Merel Griffith onderzocht die kwestie voor haar proefschrift, Cannabis use, cognitive functioning and behaviour problems, waarop ze volgende week hoopt te promoveren. Voor haar onderzoek haakte ze aan bij een grote studie naar zo’n tweeduizend scholieren in Noord-Nederland. Daar werd veertien keer aan gemeten: op 11, 13, 16 en 19 jaar. ‘We hebben gefocust op de vraag wat nou kip of ei is’, vat ze het samen.

De werkelijkheid van psychologisch onderzoek is maar al te vaak dat iets tegelijkertijd kip en ei is. Ook hier is dat het geval: jongeren die kwetsbaarder zijn voor psychoses blowen vaker, en van blowen worden ze kwetsbaar voor psychoses. Bij agressieve pubers werkt het anders: kinderen die op jonge leeftijd agressiever zijn, gaan vaker blowen, maar andersom niet. ‘

Verder is er geen bewijs gevonden voor een relatie met depressie en angst; daar was de groep waarschijnlijk te jong voor’, aldus Griffith. ‘Mogelijk hebben ze niet genoeg cannabis gebruikt om schadelijke effecten op internaliserende gedragsproblemen als depressie op te wekken. Of misschien uit internaliserend gedrag zich pas tijdens de jong-volwassenheid.’

Het kan zijn dat bij die agressieve jongeren blowen gewoon een vorm van experimenteergedrag is, maar Griffith en haar collega’s vermoeden dat het subtieler ligt. ‘Het kan zijn dat ze cannabis gebruiken om te kalmeren, of om storende gedachten te onderdrukken.’ Nederwiet als zelfmedicatie, dus.

Dat klinkt misschien mooi, maar dat is het niet. Als kinderen medicijnen nodig hebben, zouden ze die bij hun huisarts moeten krijgen, en niet van een scooterjongen op het schoolplein, of in een louche coffeeshop. ‘Gezien de effecten op het brein is het belangrijk om cannabisgebruik uit te stellen. Zeker omdat hoe jonger iemand is, hoe waarschijnlijker het is dat hij of zij een grootverbruiker wordt. Het kwetsbare kind moet daarnaast nauwlettend in de gaten gehouden worden.’

Griffiths onderzoek kan helpen om die kwetsbare kinderen op te sporen. Agressieve en assertieve kinderen hebben een hoger risico om te gaan blowen. Omgekeerd lijken kinderen die goed zijn in samenwerken juist wat beschermd te zijn.

Het huidige regeringsbeleid is erop gericht om coffeeshops in de buurt van scholen te verbieden. Hoe effectief dat zal zijn moet nog blijken; slechts een minderheid van de scholieren koopt zijn cannabis daar, blijkt uit onderzoek van het Trimbosinstituut.

Griffith: ‘Ik weet persoonlijk niet of dat verbod jongeren ervan weerhoudt om aan cannabis te komen. Wat blijkt onder Nederlandse jongeren, is dat ze makkelijk aan wiet kunnen komen. Maar wat nog misschien wel voorspellender is voor cannabisgebruik, is dat ze het gebruik ervan als normaal zien; ze ervaren het niet als iets risicovols. Wil je dat deze kinderen hun gebruik uitstellen, dan is het waarschijnlijk effectiever om iets aan deze norm te doen.’

De onderzoekster benadrukt dat er niet alleen maar slecht nieuws over blowen is. ‘Uit de literatuur blijkt dat het experimenteren met alcohol, roken, wiet, tijdens de adolescentie ook positief kan zijn. Het experimenteren gebeurt in sociale settings, met vriendjes en vriendinnetjes, wat goed kan zijn voor de ontwikkeling van sociale vaardigheden. Bovendien; experimenteren op deze leeftijd is eerder een norm; dan helemaal niets mee experimenteren tijdens je adolescentie; dat laatste is eerder afwijkend. Wie dronk er nou zijn eerste biertje op zijn twintigste?’

Merel Griffith-Lendering

Cannabis use, cognitive functioning and behaviour problems

Promotie: 28 maart.