Het is altijd een bijzondere ontmoeting, die met een geportretteerde op een daguerreotypie. Het beeld zit op een hoogglans verzilverd koperplaatje. Door het spiegelende oppervlak is het moeilijk de afbeelding te zien en moet je enige tijd zoeken naar de juiste invalshoek. Als je het beeld eenmaal ‘te pakken’ hebt, sta je versteld van de scherpte van de afbeelding en de helderheid waarmee de geportretteerde vanuit ruim honderd vijftig jaar geleden ons aankijkt. Het beeld is in de camera rechtstreeks, zonder tussenkomst van een negatief, tot stand gekomen. Iemand vroeg me eens naar de resolutie, de dpi-waarde van een daguerreotypie. Van pixels of korrels is echter geen sprake. Dit beeld is opgebouwd uit ononderbroken lijnen en vlakken.
In veel opzichten is een daguerreotypie alles wat een hedendaagse foto niet is. Door het ontbreken van een negatief ontstaat maar één unieke foto, die bovendien altijd spiegelverkeerd is. ‘Daguerreotyperen’ was voorbehouden aan een elitaire groep; aan hen die er voldoende tijd, geld en kennis van optica en chemie voor hadden. De hoge prijs werd gevraagd voor het dure zilver dat werd gebruikt en omdat het maken van een dergelijke foto arbeidsintensief en ook nog ongezond was voor de fotograaf. De voorstelling werd namelijk ontwikkeld door de belichte plaat bloot te stellen aan giftige kwikdamp. In de loop van de jaren veertig van de negentiende eeuw ontstonden er in de grote steden portretstudio’s. Fotografen van deze studio’s hanteerden vaak een Franse naam - zo ook deze Edouard François, die eigenlijk Eduard de Prouw heette. Het klonk chique en deed lijken alsof de maker dichter bij de Franse oorsprong van het fotografische procedé stond.
Aan Louise op deze foto is te zien dat je voor deze vorm van slow photography goed ging zitten. Figuurlijk, je ging op je paasbest, en letterlijk: door de lage lichtgevoeligheid moest de geportretteerde lang stil blijven zitten. In de begindagen van de daguerreotypie was dat zelfs minutenlang; voor deze foto zal Louise nog seconden lang stil hebben moeten zitten. In de fotocollectie van de Universiteit Leiden bevinden zich negentiende-eeuwse poseerstoelen met allerhande ondersteuningen en heuse nekklemmen die modellen in die tijd met stilzitten hebben geholpen.
Dit portret van Louise is onderdeel van Portret in portret omdat Louise zich heeft laten fotograferen met een andere daguerreotypie van een vrouw naast zich, misschien een zus of vriendin. Het demonstreert een aspect van fotografie dat van alle tijden is, of die nou slow is in een lijst of fast in een iPhone: met een foto houd je de herinnering nabij aan iemand die je lief is.
De tentoonstelling Portret in portret in de Nederlandse schilderkunst is tot en met 8 april 2013 te zien in het Dordrechts Museum.
Maartje van den Heuvel is conservator fotografie bij de Bijzondere Collecties van de Universitaire Bibliotheken Leiden. In september 2012 ontving zij de Mr. K.J. Cathprijs vanwege de positieve zichtbaarheid van de Universiteit Leiden waaraan zij bijdraagt met haar werk met de fotocollectie. Iedere drie weken schrijft zij nu over één van de objecten uit de fotocollectie van Universiteit Leiden een column. Deze teksten verschijnen ook als ‘snapshot’, een e-mailservice om iedereen kennis te laten maken met opmerkelijke stukken uit de bijzondere collecties - zie http://disc.leidenuniv.nl.