Studentenleven
De snijsjaars is ook souschef
donderdag 1 december 2016
‘De grootste uitdaging zijn de allergieën.’ © Taco van der Eb

Door Marleen van Wesel ‘Hier is meer wijn nodig!’ roept Anneloes Middendorp (27, archeologie). ‘Maar er zit al een liter in’, sputtert Anamaria Kalaj (23, net afgestudeerd archeoloog) tegen.

In de keuken van studentenvereniging Catena stelt Kalaj een mysterieuze rode substantie bloot aan de blender, kneedt Middendorp pastadeeg en haalt Thomas Weitering (21, geneeskunde en biomedische wetenschappen) een verzameling messen tevoorschijn. En er staat dus een pan wittewijnsaus op het vuur.

Het is Masterchefweek bij Catena: elke avond bereidt een ander team een volledig menu voor een man of dertig. De kritische jury, die moet oordelen over onder meer de presentatie en de moeilijkheidsgraad, bestaat uit de eters in de mensa. Er is een prijs, maar niemand in de keuken, inclusief een passerend lid van de organiserende commissie, weet wat er eigenlijk te winnen valt. Vorig jaar was het een gouden pollepel, voor het team waar Kalaj toen bij hoorde. Net als Middendorp kookt ze regelmatig voor de reguliere mensa.

‘De snijsjaars is bij ons team gekomen, nadat hij bij een ander kookproject hielp afwassen’, vertelt Middendorp. ‘Toen was hij zich al overal enthousiast mee aan het bemoeien.’ ‘Technisch gezien ben ik natuurlijk geen eerstejaars, maar wel eerstejaarskok’, nuanceert Weitering. Snijden is in elk geval zijn belangrijkste taak. ‘Maar je zou me ook souschef kunnen noemen.’

Op het menu staan onder meer: coquilles, pastinaaksoep, een piramide van paté of gorgonzolamousse, een huisgemaakte bitter- of briebal, op dat rode spul, champignonconsommé, lamskotelet op een bed van zoete- en gewone aardappelpuree, een toren van silhouetpasta en een paarse citrusspoom. En als dessert: Anamaria’s Strawberry Surprise, met macarons, champagnemousse en balsamicoparels.

‘De coquilles moeten niet te rubberachtig worden. En de paté hebben we nog nooit zelf gemaakt’, zegt Middendorp, terwijl ze de pastamachine op het aanrechtblad schroeft. ‘Maar de allergrootste uitdaging’, zegt Kalaj, ‘zijn alle allergieën waarmee we moeten dealen.’ Middendorp: ‘Als hier je vaker kookt, ken je ze wel. Uien, gluten…’ ‘Noten, paddenstoelen, kokos, wortels, tomaten’, vult Kalaj aan. De blender is weer even uitgeraasd, nu met een gelig goedje. ‘A beautiful, lovely combination of flavours’, constateert Kalaj tevreden.

‘Wel lekker’, luidt het oordeel van eter Jacob Sirks (20, rechten), enkele uren later over diezelfde pastinaaksoep. Om hem heen klinkt vooral het getik van bestek. In de keuken gaat het er wel anders aan toe. ‘Heet-heet-heet!’ roept Middendorp, terwijl ze met een pan richting de gootsteen loopt.

Normaal, als er geen vrijwilligers zijn, moeten de eters na afloop van de mensa hun bord omkeren. Degenen met een gemerkt bord, moeten afwassen. Nu staan er al twee speciaal ingehuurde Catenianen met de spoelslang paraat. De brieballen gaan in de frituur en schone borden worden op alle vrije plekjes uitgestald. Kalaj probeert ze te tellen, terwijl Weitering de borden onder haar neus vandaan trekt om ze net even anders weg te zetten.

De bediening die met vieze borden terugkeert wordt direct weer de keuken uitgestuurd, inclusief borden. Spatels, deksels en theedoeken wordt aan de kant gesmeten, maar alles is onder controle. ‘Het gaat goed hoor’, zegt Middendorp. ‘Misschien iets te goed. Er móet haast nog wel iets misgaan.’

In de eetzaal is daar in elk geval niets van te merken. ‘Ik vind de coquilles wel prima, en ik houd niet eens van vis’, oordeelt Charlotte Koskamp (19, MST). ‘Het voorgerecht is alvast geslaagd’, vindt Pom van der Sanden (18, Japanstudies). ‘Ik zit alleen nog te puzzelen op dat rode spul onder de bitterbal’, zegt Sirks. ‘Framboos?’