Studentenleven
Column: Knielen voor The Donald
donderdag 27 oktober 2016

Ik woon nu zo’n zeven maanden in Amerika, en al die tijd is er één onderwerp waar ik dolgraag over wil schrijven, maar al zeven columns mijn vingers niet aan heb durven branden: Donald Trump.

Hij is fantastisch. Hij is verschrikkelijk. En hij is verdomd moeilijk om in proza te vangen.

Niet dat er niets te vangen valt. Integendeel. Maar er is al zo veel over de beste man geschreven dat elk mogelijk standpunt of verhaallijn bij voorbaat cliché is. En dan zou ik natuurlijk het liefst nog en passant een scherpe analyse van Wilders en het Nederlandse populisme uit mijn mouw schudden. Moeilijk, maar hopelijk niet onmogelijk.

Ik heb uitgebreid onderzoek gedaan. Ik zal met jou, geliefde Mare-lezer, een uniek stukje inzicht delen. Een invalshoek die – zo ver ik weet – nog niemand heeft ontdekt. Om tot die ingeving te komen moest ik diep door de drek gaan. Van Fox News en National Review tot aan Breitbart en Infowars. Maandenlang heb ik dagelijks een uur of twee besteed aan het doorspitten van de Republikeinse pers. Ik heb een ulta-rechtse Texaanse professor naar Yale gehaald en uitgebreid gediscussieerd over het wel en wee van de Libertarische beweging, de Tea Party en de gebroeders Koch, de kwaadaardige oliemiljardairs met wie deze professor bevriend is.

Ik ben op roadtrip gegaan door Pennsylvania, waar de kolenmijnen al tientallen jaren zijn gesloten en de Trump supporters al om elf uur ‘s ochtends in verlepte kroegen aan het bier zitten. Uiteindelijk wilde ik zelfs naar een Trump-rally gaan. Maar ik kon mezelf niet zo ver krijgen geld aan die man te geven, dus ik heb er een aantal online bekeken. Handig via zijn Facebookprofiel gelivestreamed.

Via die streams ontdekte ik dit: dat The Donald zijn rally’s steevast eindigt met het Rolling Stones-nummer ‘You can’t always get what you want’. Nu is dat, gezien zijn historisch lage positie in de peilingen, op zichzelf natuurlijk al opzienbarend.

Maar dit nummer wordt ook nog eens gebruikt in de fantastische openingsscene van de tv-serie Californication, waarin de hoofdpersoon oraal bevredigd wordt door een non. ‘Something tells me it’s not going to suck itself, Hank.’

Dat lijkt mij een interessant en uitermate belangwekkend verband. Na uitgebreide analyse van al zijn Twitter-tirades (zie voor een duizelingwekkend overzicht het New York Times-artikel ‘The 282 People, Places and Things Donald Trump Has Insulted on Twitter’) kan ik conclusies trekken en interpretaties geven en met wetenschappelijke zekerheid vaststellen dat Trump zich na een rally steevast terugtrekt in zijn privévliegtuig, waar hij genoegzaam zijn ogen sluit en zijn kleine handjes achter zijn opgeblazen oranje hoofd samenvouwt en zich voorstelt hoe Hillary Clinton, de linkse pers en de ganse wereldbevolking in een nonnenhabijt door de knieën gaan om op Trump z’n kleine piemel te sabbelen.

Zoals ik al aankondigde, een uniek stukje inzicht.

Wat ik ook heel duidelijk hoor als ik naar de rally’s luister, en dan niet naar de semi-samenhangende toespraken zelf, maar naar het enthousiast bulderende publiek, dan krijg ik duidelijk het gevoel, het onderbuikgevoel, dat de hele verkiezingscampagne van Trump maar om één ding draait. Natuurlijk heeft Trump het over lagere belastingen en nieuwe banen en vriendjes worden met Rusland. Maar het publiek wordt pas echt enthousiast als hij over deportatie begint. Deportatie van illegale immigranten. Deportatie van moslims. Deportatie van alles wat niet blank, Amerikaans en Christelijk is.

En dan een enorme muur bouwen zodat ze nooit meer binnen komen. Voor gratis, want Mexico betaalt.

Kortom, de enthousiaste Trump-aanhanger is niets meer dan een ordinaire racist. En dan ook nog eens een gierige. Wat dat betreft zijn The Donald en De Wilders twee handen op een buik.

Benjamin Sprecher promoveerde onlangs bij het Centrum voor Milieuwetenschappen in Leiden en is nu postdoc in Yale.