Cultuur
Soms doet alles pijn
Bij De Dutch Don’t Dance Division dansen ze Ballet blanc, met zwanen en tutu’s, maar dan onorthodox.
Isa de Grood
woensdag 20 april 2016
© Studio Oostrum

‘Je voelt zelf wanneer je klaar bent De Dutch Don’t Dance Division te verlaten, maar na drie jaar moet je sowieso je eigen weg gaan’, zegt danseres Sidney Scully. Bij DeDDDD kunnen net afgestudeerde dansers podiumervaring opdoen. Die ze hard nodig hebben; directors van balletgezelschappen eisen tenminste twee tot drie jaar ervaring. Zaterdag staan ze in de Schouwburg met de voorstelling Ballet blanc, door choreografen Thom Stuart en Rinus Sprong. ‘Het is een mix van modern, klassiek en funny stuff, aldus Scully’s collega Lorris Eichinger. ‘Bij DeDDDD kan je jezelf ontplooien’, zegt hij, ‘Terwijl je bij traditioneel ballet elk jaar dezelfde rol speelt.’ Ballet blanc is geïnspireerd op klassieke balletten zoals De Notenkraker en het Zwanenmeer, maar de dansers spelen meerdere karakters en er komt een variëteit aan zwanen voorbij. Euchinger: ‘Scully speelt een gestoorde dokter, maar ook een zwaan.’

Voor een productie trainen de dansers zes dagen per week van half elf tot zes, en daarnaast doen ze ook nog aan pilates, cross-training, en fitness. Scully: ‘Laatst arriveerden we ergens midden in de nacht, waar was dat ook weer?’

Zuurbier: ‘Heidelberg’

‘Oh ja, toen mochten we wel wat later beginnen’, zegt Scully. ‘De stad zelf zien we niet.’ Eichinger: ‘Er zijn veel dingen die je niet mag doen, zoals skiën.’ Scully: ‘En soms wordt het te technisch, dan gaat het alleen maar om armen en benen’. Zuurbier: ‘Je weet dat het de verkeerde kant opgaat als je gaat dromen over fouten die je maakte tijdens repetitie.’

Krijgen ze daar nooit genoeg van? ‘Ja!’, roept Eichinger. Zuurbier: ‘Soms heb je een week waarin alles pijn doet. Maar ik zou niet zonder dansen kunnen leven.’ Scully: ‘Ik ben nog dagen na een voorstelling aan het buzzen.’ Eichinger overweegt weleens wat hij anders met zijn leven kan doen, ‘Maar dan bedenk ik me dat ik dit al eeuwig doe.’

‘En je kan dansen niet zomaar weer oppakken, een studie wel’, zegt Zuurbier.

Scully: Ik krijg weleens de vraag wat ik nou professioneel ga doen: hoe ga ik de rekeningen betalen over vijf jaar? Maar dit is wat ik nu doe, in ieder geval nog de komende acht jaar. Want na je dertigste ben je realistisch gezien afgeschreven’. Volgens Eichinger moet een aspirant-danser echter ook de tijd nemen: ‘Er zijn zoveel verschillende soorten dansscholen, en ze vertellen allemaal wat anders.’ Scully: ‘Ik zou gestopt zijn met dansen als ik Thom en Rinus van DDDD niet had ontmoet. Op de traditionele balletschool verlies je het plezier voor dansen’. Zuurbier: ‘Ik kreeg achterbakse opmerkingen van medestudentes te verduren, en naalden in kostuums.’ Eichinger: ‘Leraren die schreeuwen dat je niet goed genoeg bent.’ Zuurbier: ‘Die rigide leerschool is niet genoeg, je moet ook vertrouwen krijgen. En even chill doen.’

Leidse Schouwburg, zaterdag 23 april, 20:15 u, vanaf € 11