Cultuur
Sink me the ship, Master Gunner! Ay, ay!
De 170 koorleden, instrumenta­listen en invallers van Collegium Musicum bezingen dit weekend zeehelden. ‘Er zijn weinig ruimtes waar we met zijn allen passen.’
Marleen van Wesel
woensdag 2 december 2015
Dit keer niet in het Latijn, maar in verstaanbaar Engels. © Ernst van Hagen

‘Spanish ships of war at sea! We have sighted fifty-three!’ zingt het grootkoor van L.S.K.O. Collegium Musicum maandagavond in de Herengrachtkerk. Achteraan hangen sommige koorleden onderuit op de kerkbanken. Overal slingeren jassen en instrumentenkoffers in allerlei vormen. Het is de laatste repetitie voor het concert Zeehelden, aanstaande vrijdagavond in Amsterdam en zondagmiddag in Leiden.

‘Dit is het gaafste stuk: The Revenge’, vertelt voorzitter en alt Elsemieke Rackwitsz (geschiedenis). ‘Het orkest speelt verder nog de Enigma Variaties van Elgar, van wie het koor ook een paar a-capellastukken zingt. Tutti zingen we Voice out of the Whirlwind van Vaughan Williams, en The Revenge, dus’, zegt bestuurslid en sopraan Anna de Bruijn (international studies). Rackwitsz: ‘Dat is een gedicht van Lord Tennyson, op muziek gezet door Charles Villiers Stanford. We zingen deze keer dus niet in het Latijn, maar in verstaanbaar Engels.’

Tennyson beschreef in dat gedicht de zeeslag bij Flores (1591) tijdens de Spaans-Engelse Oorlog. ‘Uiteindelijk moest één Brits schip, de Revenge, het daarbij opnemen tegen 53 Spaanse schepen’, vertelt Rackwitsz. Admiraal Richard Grenville eindigt liever op de bodem van de oceaan dan dat hij zich overgeeft. ‘Sink me the ship, Master Gunner – sink her, split her in twain! Fall into the hands of God, not into the hands of Spain!’ Ay, ay, reageert de kanonnier, maar de bemanning denkt er uiteindelijk anders over.

‘Leuk aan The Revenge is dat alle zangpartijen in plaats van solo’s, een rol hebben in het verhaal’, vertelt De Bruijn. Rackwitsz: ‘De bassen zijn de bemanning en de tenoren nemen nu eens de koene helden voor hun rekening.’ ‘Dat is wel spannend, want tenoren hebben we maar weinig’, zegt De Bruijn. Ook aan instrumentalisten is soms een tekort. CM heeft 150 leden, waarvan honderd in het koor, maar voor zo’n concert worden nog een stuk of twintig invallers aangetrokken. ‘Violen, slagwerk, blazers, we halen ze overal en nergens vandaan. Van het conservatorium, of uit onze vriendenring’, vertelt Rackwitsz. ‘We repeteren elke maandagavond. Het koor en orkest hebben dan ieder een eigen studio van het LAK, in het Lipsius. Maar voor gezamenlijke stukken zoals The Revenge, spreken we later op de avond ook nog af op het Bonaventuracollege, of hier in de Herengrachtkerk. Er zijn niet zoveel ruimtes waar we met z’n allen passen.’

Achter haar stopt de dirigent even en een voor een vallen de muzikanten stil. ‘Iets meer staccato’, verzoekt hij. ‘Oké, nog een keer!’

In 2016 bestaat CM tachtig jaar. Naast de drie jaarlijkse concerten komt er een tournee door Italië en Oostenrijk en twee lustrumconcerten in de Stadsgehoorzaal. Maar eerst dus: Zeehelden. De bemanning van de Revenge geeft zich over, onder de voorwaarde te mogen blijven leven. Maar dat is buiten een woeste storm gerekend: ‘And a wave like the wave that is raised by an earthquake grew, til it smote on their hulls and their sails and their masts and their flags.’ De Revenge zinkt, samen met vijftien schepen uit de Spaanse vloot.

Weer stokt de muziek. ‘Bassen, niet steeds sneller gaan, hè?’ vraagt de dirigent. ‘We beginnen nog even halverwege. Twee, drie en één…’

Collegium Musicum, Zeehelden Vrij 4 dec, Dominicuskerk

Amsterdam, 20.15; Zo 6 dec,

Hartebrugkerk Leiden, 15.30

Entree €16 (studenten/CJP €7,50)