Cultuur
Elke dag iets nieuws
De Italiaanse Claudio Junior De Rosa (22) is een echte alleskunner. Via piano, klarinet en klassieke saxofoon ontwikkelde hij zich tot talentvolle jazzmuzikant. Zondag staat hij in de finale van de Leiden Boonekamp Jazz Award.
Petra Meijer
woensdag 25 maart 2015
© Simon Duindam

‘Als kind maak je niet echt de beslissing om piano te gaan spelen, dat doet je familie’, zegt Claudio Junior De Rosa, die op vierjarige leeftijd met muzieklessen begon. ‘Ik was best muzikaal. Daarom kreeg ik op mijn elfde met vier anderen op school de mogelijkheid om klarinet te leren spelen. Dat was leuk, maar pas toen ik op mijn veertiende de saxofoon ontdekte, raakte ik écht gemotiveerd. Ik had nog niet meteen de ambitie om professioneel muzikant te worden, maar speelde om het plezier en om met vrienden te chillen.’

Toen hij zijn vader verloor, hielp de saxofoon hem het verlies te verwerken. ‘Muziek maak je vaak samen, maar oefenen doe je meestal alleen. Als het brein gefocust is, sta je minder stil bij moeilijke gebeurtenissen. De muziek bracht afleiding: als ik saxofoon speelde, voelde ik me goed. Eerder was het allemaal een spel voor me. Toen mijn vader overleed, besefte ik hoe belangrijk het is om iets te doen waar je gelukkig van wordt.’

Na zijn bachelor aan het conservatorium van Salerno volgde hij een master klassieke saxofoon aan het conservatorium Santa Cecilia in Rome. ‘Mijn scriptie ging over de neurologische processen die in de hersenen plaatsvinden als musici improviseren.’ Als eerste saxofonist ontving hij de maximale score van 110 punten en een eervolle vermelding. Dat leverde hem de prijs ‘Vita Vittoria’ voor de beste student van zijn jaar op.

In Rome had hij voor een klassieke master gekozen, omdat hij een goede basis wilde. Maar ondertussen lonkte de jazz. ‘In de klassieke muziek is weinig ruimte voor improvisatie, daarom spreekt jazz me zo aan. Het draait om wat er op dat moment tot je komt. Je ervaart verschillende emoties en draagt die ook over aan het publiek. Ik wil elke dag iets nieuws doen. Daarnaast vind ik het leuk om te componeren en muziek te arrangeren voor big bands. Het is tof om te horen hoe alle partijen bij elkaar komen. Als je muziek schrijft laat je iets achter. Over tien jaar spelen mensen wellicht iets van jouw hand.’

Op zijn eenentwintigste vertrok De Rosa naar Nederland om aan de jazz-afdeling van het Haagse conservatorium te studeren. ‘Ik koos voor Nederland vanwege de internationale omgeving. Hier speel je met musici uit de hele wereld.’

Twee projecten zette De Rosa hier op. ‘Het Call It sextet bestaat uit een saxofoonkwartet, contrabas en drums. Na vier of vijf maanden stonden we al in de Philipszaal in Den Haag’, zegt hij tevreden. Daarnaast richtte hij met twee andere Italianen het Zadeno-trio op, waarmee hij een tour door Noord-Italië deed. ‘Komende zomer zullen we 35 dagen lang door Italië trekken. Het blijkt lastig te regelen: veel festivals willen dat je al een album hebt uitgebracht of vragen naar je manager. Die hoeven we niet: we willen alles zelf in de hand houden. Maar het wordt fantastisch. Na twee jaar in Nederland kom ik in Italië terug als jazzmuzikant. It paid off.’

Finale Leiden Boonekamp Jazz Award

Stadsgehoorzaal

Zo 29 ma, 15:00 u