Achtergrond
Zeven topstukken
Mare vroeg curator en bijzonder hoogleraar Paul Hoftijzer naar dé vijf pareltjes van de Bibliotheca Thysiana, en kreeg er zeven.
donderdag 19 februari 2015
© Taco van der Eb

1. Hypnerotomachia Poliphili - Liefdesdroomstrijd van Polyphilus

‘De liefdesdroomstrijd van Polyphilus is in 1499 door de bekende drukker Aldus Manutius in Venetië gedrukt. Het is een tamelijk curieus liefdesverhaal geschreven in een Toscaans dialect, dat Thysius vermoedelijk niet kon lezen. Qua vormgeving en illustratie was het boek zijn tijd ver vooruit. Zo bevat het een titelpagina, ingesprongen alinea’s, en romeinse in plaats van gotische letters. Hiervoor waren boeken typografisch vaak vrij rommelig, terwijl de opmaak van dit boek juist rustig is. Tegenwoordig vinden we dat een boek er zo uit hoort te zien. De Hypnerotomachia was in de zestiende eeuw al een verzamelobject. Voorin is te lezen dat het eerder op 19 januari 1618 door de Schotse edelman Thomas Dishingtoune voor 16 gulden was gekocht, ‘Hagy en Holland’, in Den Haag dus.’

2. Een Delftse en Keulse bijbel

‘Hoe modern de vormgeving van het Venetiaanse boek is, zie je als je deze twee bijbels bekijkt, die nog sterk onder invloed staan van de handschriftelijke traditie. De Keulse bijbel werd rond 1479 in Keulen gedrukt, in het Laagduits met traditionele gotische letters. De bijbel bevat illustraties, waaronder een soort stripverhaal dat laat zien hoe Adam en Eva uit het paradijs werden verdreven. De ‘Delftse’ bijbel is uit 1477 en is het eerste boek dat in het Nederlands is gedrukt. De band is door Thysius vervangen door een band waarop hij zijn eigen goudstempel liet drukken. Er zijn er een paar honderd gedrukt, en ze zijn vrij goed bewaard gebleven, want een bijbel gooi je niet weg. Er zijn er ongeveer vijftig over, maar die zijn nog steeds bijzonder en waardevol.

3. Robertus Valturius, De re militari - Incunabel over de krijgskunst

‘Dit is een incunabel, een wiegedruk uit 1473. Een incunabel is een boek uit de kleutertijd van de boekdrukkunst. Het gaat over de kunst van het oorlogvoeren, en is in Italië voor een rijke verzamelaar prachtig met de hand versierd. Sommige beginletters zijn bijvoorbeeld met goud opgehoogd. De illustraties zijn ook heel interessant. Er worden allemaal krijgslisten en oorlogsinstrumenten getoond waarmee je de vijand de baas kan worden: oorlogsschepen die in compartimenten zijn opgedeeld, een commando die onder water kan zwemmen met behulp van een luchtslang, repeterende kanonnen en stormrammen. Naar verluidt bezat ook Leonardo da Vinci een exemplaar. Thysius heeft het waarschijnlijk uit curiositeit gekocht.’ 

4. Plakboek van Thysius

‘Dit is misschien wel mijn lievelingsboek uit de bibliotheek. Dit boek is niet door Thysius gekocht, maar door hem gemaakt. Hij kocht het als blanco boek om zijn eigen plakboek, zijn ‘boek der natuur’, van te maken. Uit dure prenten – houtsneden en gravures – heeft hij allerlei planten en beesten geknipt, onderverdeeld naar soort. Er zijn ook grappige dingen in te ontdekken. Zo heeft Thysius een pagina met vissen, maar daartussen plakte hij ook een zeehond en een kikker. In zijn perceptie waren dat ook waterdieren. De insecten zijn ook indrukwekkend, dat zijn zulke kriebelbeestjes: het moet echt een priegelwerkje geweest zijn om ze uit te knippen. Er staan plaatjes van vliegen en rupsen, maar dan staat er ineens een ei tussen. Waarom doet hij dat? Het boek eindigt hij met afbeeldingen van mensen. Ook daar heeft hij een indeling gemaakt: hij begint met de arme sloebers en besluit met de rijken. Daarnaast heeft hij verschillende buitenlandse klederdrachten uit kostuumboeken uitgeknipt, zodat je je op reis niet in de sociale positie van mensen kon vergissen.’

5. Homerus, Iliados libri I, V, IX (Leiden, 1642)

‘Ook dit is een persoonlijk boekje van Thysius. Het is een schoolboek met een selectie uit de Ilias van Homerus. Thysius heeft het laten binden met extra blanco pagina’s zodat hij de tekst van commentaar kon voorzien. Ook ik heb zo Homerus leren lezen, door aantekeningen te maken over moeilijke woorden en passages. De pracht en praal van wetenschappelijke boeken is geweldig, maar dergelijke gebruiksboeken vind ik net zo interessant.’

6. Paulus Manutius, In epistolas M.T. Ciceronis … commentarius (Frankfurt, 1600)

‘Toen Thysius zes-en-een-half jaar oud was, kreeg hij van een van zijn ooms ter gelegenheid van nieuwjaar een koek. Thysius stuurde een bedankbriefje. “Bedankt voor de koek, maar volgend jaar liever een boek.” Thysius was dus al op jonge leeftijd in de ban van boeken. Een jaar later kreeg hij van zijn oom een uitgave met commentaar op de brieven van Cicero. Voorin staat een handgeschreven opdracht, gedateerd 1 januari 1630. Zijn oom, hoogleraar theologie Antonius Thysius, raadt zijn jonge neef aan om de brieven met aandacht te lezen, ze te doorgronden en ze na te doen, om zo even mooi Latijn te leren schrijven als Cicero.’

7. Boethius, De consolatione philosophiae (Leiden, 1601)

‘Dit is een van de schattigste boekjes uit de bibliotheek: een miniatuurboekje dat hier in Leiden door de Officina Plantiniana is gedrukt. Het is geschreven door Boëthius, een laat-Romeinse politicus en filosoof. Hij schreef het nadat hij tot de dood was veroordeeld, in afwachting van zijn executie. Het boekje gaat dan ook over hoe om te gaan met het onvermijdelijke lot. Vroeger kochten mensen dergelijke zakboekjes met hun lievelingsteksten om deze altijd bij zich te hebben.’