Achtergrond
Vrouw zijn is als ademen
Als puber in Manilla worstelde Sass Rogando Sasot (31) zo met haar geaardheid dat ze een zelfmoordpoging deed. Inmiddels neemt de tweedejaars aan het university college het op voor transgenders in de hele wereld. Ze won de Echo Award, voor talentvolle allochtone studenten.
Vincent Bongers
woensdag 29 mei 2013
© Taco van der Eb

‘In december 2000 leek mijn situatie uitzichtloos. Ik had niets meer en was helemaal alleen. Ik besloot zelfmoord te plegen. Ik ging mijzelf ophangen in mijn kamer. Helemaal helder van geest maakte ik eerst het huis goed schoon. Schreef een afscheidsbrief, maakte een lijst met liedjes voor de begrafenis en gaf instructies voor mijn kleding in de kist. Ik wilde dat de teddybeer die ik van mijn ex had gekregen naast mij kwam te liggen.

‘Ik improviseerde een strop: een deken om een snoer gewikkeld. Op de deur van de kamer en een hoge kast plaatste ik een staaf en bracht de strop aan. Ik ging op een kleine stoel staan en schopte die weg. Mijn voeten werden gevoelloos en in mijn oren hoorde ik een hoog gefluit: EEEEEEEHHHH! Het was heel eng. Toen flakkerde er in mij hoofd een gedachte op: ik moest iets doen. Er waren meer mensen zoals ik en zij hadden hulp nodig.

‘Ik wist mezelf te redden. Door heen en weer te bewegen schoot de staaf los. Ik op de grond viel. Ik raakte kort bewusteloos. Hoestend en proestend stond ik na een tijdje op. In mijn hals zaten rode striemen van de strop. Op dat moment begon mijn nieuwe leven.

‘Ik groeide op in hartje Manilla, de hoofdstad van de Filippijnen. Mijn ouders zijn gescheiden. Mijn moeder is een succesvolle zakenvrouw, met mijn vader had ik geen contact. Ik woonde bij haar met mijn drie broers en een zus. Ik kwam ter wereld met de geslachtskenmerken van een jongen maar ik heb me altijd vrouw gevoeld. Toen ik op straat speelde, kwam het niet bij me op dat ik anders was. Ik dacht altijd: "Ik ben een meisje."

‘Dat veranderde toen mijn moeder me naar een katholieke jongensschool stuurde. Toen ik een jaar tien was, begon de schoolleiding de kinderen die mogelijk anders geaard waren, er uit te pikken om ze op het "rechte pad" te krijgen. De jongens met vrouwelijke trekjes werden er uitgefilterd en vastgelegd in een dossier dat me nog lang zou achtervolgen. De studieadviseur begon vreemde vragen te stellen, zoals: is er iemand die je hier leuk vindt? Of is er een jongen die een crush op jou heeft? Hij probeerde me in de val te lokken.

‘Ik werd ook gepest. De ergste bullebak schreeuwde baklà, baklàbaklà, oftewel flikker. Ik sloeg hem in zijn gezicht. De klap was zo hard dat iedereen schrok. Maar het hielp wel en we zouden later vrienden worden.‘Op mijn dertiende realiseerde ik me pas echt dat ik als anders werd gezien. De lerares Filippijnse pikte tijdens een les die bol stond van de spanning een jongen eruit en noemde hem "soft", een eufemisme voor homo. En zij vroeg hem: "Zijn er anderen zoals jij in de klas?" Hij wees iemand aan. Diegene noemde vervolgens mij. En zo ging dat door. We werden uit elkaar gehaald in een poging ons straight te krijgen.

‘Ik had een vriendje op school. Iedereen wist er van. We deden ook geen pogingen om het geheim te houden. De schoolleiding probeerde hem van mij weg te houden. Ik verzette mij er luidkeels tegen, maar wist dat het protest als een boemerang in mijn gezicht ging knallen.

‘In de Filippijnen zijn scholen gekoppeld aan een college. Ik haalde hele goede cijfers en wilde worden toegelaten op onze universiteit. Maar dat ging niet door. Ik was een slecht voorbeeld, kreeg ik te horen. Homo zijn, dat was geen probleem. Maar ik had lang haar, werkte mijn wenkbrauwen bij, droeg make-up en had in alle openheid een jongen als geliefde. Ik gedroeg me als een meisje en dat was onacceptabel.

‘Mijn moeder probeerde mijn kleding aan te passen en stuurde me naar de kapper. Ze deed haar best om mij in het gareel te krijgen. Ze dacht dat ik het anders niet zo redden in de harde wereld. We gingen het gevecht aan. Toen zei ze: "Als je je niet aan mijn regels houdt, dan vertrek je uit mijn huis." En dat was geen loos dreigement. Ik werd er echt uitgezet en kreeg duizend peso mee. Dat is iets van vijftien euro.

‘Mijn vriendje maakte het ook nog uit. Ik was in zo’n slechte emotionele staat dat het mij niet lukte om het toelatingsexamen van andere universiteiten te halen. Ik had niets meer: geen huis, geen college en geen geliefde. Ik was zo down en dacht dat ik maar beter dood kon zijn.

‘Na mijn zelfmoordpoging bouwde ik een netwerk van nieuwe vrienden op. Ik begon gesprekken te leiden over transgenderisme. In de Filippijnen zijn transgenders aan de ene kant heel zichtbaar en geïntegreerd. Maar zijn we ook uitgesloten van veel functies. Het is een paradox. Bijvoorbeeld we hebben een gay lingo dat swardspeak heet. Iedereen kent dat, zelfs de president laat zich wel eens woord of twee swardspeak ontvallen. Maar toch worden we gediscrimineerd.

‘Ik werd vrijwilliger bij Amnesty International, bestudeerde alles wat online was te vinden en nam contact op met activisten over de hele wereld. Maar het was overleven op eigenlijk niets. Ik woonde in een kraakpand en moest werk vinden. Bij sollicitaties werd ik gediscrimineerd, dan hoorde ik dat ze geen crossdressers wilden. Bij één bedrijf was ik eigenlijk al binnen, toen het hoofd van human resources mij gebruik had zien maken van het damestoilet. Toen werd ik alsnog geweigerd.

‘Met drie andere meiden ben ik Society of Transsexual Women of the Philippines (STRAP) begonnen, de eerste organisatie die opkomt voor de rechten van transgender vrouwen. We informeren, geven lezingen, en proberen discriminatie tegen te gaan. In 2009 gaf ik zelfs een speech bij de VN in New York over de problemen waar transgenders voor komen te staan.

‘Het werkt. Ook al is het nog steeds moeilijk, maar transgenders vinden sneller een baan. Er wordt over gepraat in het openbaar. Maar het is niet genoeg. We moeten ook vertegenwoordigd zijn in de politiek. Homoseksuelen zijn overal zichtbaar. Transgenders verstoppen zich vaak, ook in Nederland. Ze zijn bang. Transfobia is nog steeds geïnternaliseerd.

‘Hier vergeet ik haast dat ik transgender ben. Ik ben nog niet fysiek van sekse veranderd. Als ik eenmaal een vaste baan heb en genoeg geld verdien voor de operatie gaat dat waarschijnlijk wel gebeuren. Het is een zware ingreep. In Nederland wordt het vergoed, maar in de Filippijnen moet je alles zelf betalen, ook de hormonenkuur. Maar ik heb nooit getwijfeld over mijn geslacht. Alles in mijn leven doe ik als vrouw. Het is zo natuurlijk als ademen.

‘Mijn homoseksuele broer heeft het filmpje van mijn VN-speech laten zien aan mijn moeder. Zij stuurde mij een mail waarin ze schrijft dat ze heel trots op mij is. Natuurlijk ben ik heel kwaad op haar geweest, en heb ik uit boosheid lang niet met haar gepraat. Maar dat mailtje betekende alles voor mij.’