Achtergrond
Niet alleen voor de hopeloze gevallen
‘Ik ben wel eens naar een optreden op Minerva geweest van de Zangeres Zonder Naam. Lekker meezingen met Mexico. Maar van de week zag ik een reportage over haar op televisie. Ze woonde blijkbaar in een Limburgse plaatsje vlakbij de grens met België. Was het belastingtechnisch handiger geweest om over de grens te gaan wonen?’
Vincent Bongers
woensdag 16 november 2011
© Marc de Haan

Vijf studenten fiscaal recht bladeren door hun lijvige bundel Belastingwetgeving 2011. Al snel vliegt er allerhande financieel jargon over tafel. ‘De dertig procent regeling’, zegt een van hen. ‘Juist’, reageert Willem Bierens de Haan in zijn kantoor aan de Hogewoerd. ‘En welk artikel hoort daar bij?’ Weer geritsel van bladzijden.

Bierens de Haan is een repetitor. Dat is iemand die professioneel bijles geeft aan (meestal rechten-)studenten. Deze maandag is dat het derdejaars vak Directe Belastingen-I. De bijles blijkt vol praktijkvoorbeelden te zitten. Na de Zangeres Zonder Naam gaat Bierens de Haan uitgebreid in op de manier waarop voetbalcoach Guus Hiddink ooit door de FIOD werd opgepakt. ‘Hij claimde in België te wonen maar de belastingdienst kwam er achter dat hij een Amsterdamse parkeervergunning had. Tja…’

Kosten van de cursus, die bestaat uit zes bijeenkomsten van twee uur: 180 euro. ‘Ik wil per se dit jaar mijn bachelor halen’, zegt Bas Jorissen, die net als zijn groepsgenoten vierdejaars is. ‘De overheid legt harde eisen op, met als gevolg een verschuiving van kennisvergarend naar tentamengericht studeren.’

Maar zijn de colleges bij rechten dan niet genoeg? Het onderwijs op de faculteit is goed, reageert Jorissen, maar vraagt om veel zelfstudie. ‘Ik heb twee baantjes en ben actief bij Minerva, dan schiet bibliotheektijd er wel eens bij in. Repetitoren hebben ervaring. Je focust niet op details. Je leert welke vragen vrijwel zeker op het tentamen worden gesteld. Dat zijn gratis punten. Daarna kun je je gaan richten op de lastige liflafjes.’

Studiegenoot Yves Cattel: ‘De docenten belastingrecht zijn prima maar soms wordt het iets te wetenschappelijk terwijl je gewoon met een hoog cijfer het tentamen wil halen.’

Rutger Geerts sluit zich daar bij aan. ‘Ik heb dit tentamen twee keer niet gehaald en nu wil ik het onderste uit de kan halen. Ik ga voor een acht.’

Manus Aa zegt het te druk te hebben met zaken naast zijn studie. ‘Ik ben bezig met de organisatie van het Glazen Huis. Een repetitor is flexibel. We kunnen afspreken wanneer ik kan.’

Gijs Scholten is sinds 1992 repetitor voor onder meer het vak burgerlijk recht is. ‘We krijgen de dwarsdoorsnede van de Leidse rechtenstudent populatie’, zegt hij. ‘Zeker niet alleen de hopeloze gevallen. Natuurlijk zitten er luie types tussen, maar sommigen zijn heel ambitieus.’ Er is een constante aanvoer van klanten. ‘Ik heb altijd zo rond de honderd studenten per jaar.’

Bierens de Haan: ‘We krijgen ook studenten die een vak al vier keer niet hebben gehaald. Dat is echt een probleem. Je kunt maar twee keer in het jaar tentamen doen.’ Hij doceert voornamelijk aan Leidse studenten. Maar er komen ook rechtenstudenten uit Amsterdam en zelfs uit Groningen. ‘Daar is de repetitorcultuur minder sterk aanwezig. In Tilburg bestaat het helemaal niet. Het is erg druk. Ik ben er ooit via een clubgenoot ingerold. Ik ben begonnen met het geven van bijlessen notarieel recht. Dat is uitgegroeid tot een fulltime baan.’

Dat de rechtenfaculteit een aantal jaren geleden het zogeheten tutoraat voor eerstejaars heeft opgezet vindt hij ‘een goed initiatief’. ‘Maar in het vervolg van de studie valt de ondersteuning wat weg. Dat vangen wij op.’ Mede door de komst van de langstudeerboete willen studenten een vak snel halen. ‘En vergeleken met die boete zijn we niet duur.’

Niet alle Leidse docenten zijn blij met de repetitoren. ‘Ik heb er moeite mee dat studenten in korte tijd klaargestoomd worden voor tentamens’, zegt hoogleraar staats- en bestuursrecht Wim Voermans. ‘Dan is het alleen stampen. Dan beklijft het niet. Je kweekt de verkeerde houding.’ Voermans heeft moeite met de manier waarop sommige repetitoren reclame maken. ‘Ze scheppen het onjuiste beeld dat je alleen het vak kunt halen met hun hulp. Dat is kwalijk.’ ‘Ik heb er geen probleem mee mits de repetitor van goede kwaliteit is’, zegt Allard Lubbers, hoogleraar en voorzitter van de afdeling belastingrecht. Hij verbaast zich wel over de behoefte aan repetitoren.’ Vragen kun je ook aan docenten stellen.’ Het zou ook geen goede zaak zijn als een groot deel van zijn studenten een repetitor heeft. ‘Dat kan betekenen dat het onderwijs niet goed genoeg is.’

Onlangs ontstond er ophef rondom repetitor Jan Peter van Leeuwen toen twee docenten hem beschuldigden van het aanzetten tot fraude. Van Leeuwen zou bij het vak Europees recht gebruikmaken van standaardantwoordmodellen en zo studenten plagiaat laten plegen, aldus de docenten. Van Leeuwen ontkent de aantijgingen met klem. De beschuldigingen slaan ook volgens Scholten nergens op. ‘Het is echt onjuist dat hij antwoorden voorzegt. Ik ken hem al jaren en zo gaat hij niet te werk.’

Maar zijn website wekte wel irritatie op bij de docenten, en dan met name wervingsteksten als: ‘Alleen al bijna vierhonderd pagina’s arresten maken dit vak tot een zeer onoverzichtelijk gebeuren voor een 5-puntsvak. Mijn cursus maakt alles overzichtelijk en inzichtelijk. Zeer lastig leesbaar boek wordt door de cursus overbodig.’

‘De aanwezigheid van repetitoren is op zich heel gewoon’, reageert rechtendecaan Rick Lawson. ‘Het wordt echter anders als een repetitor dingen zegt of doet die het onderwijs ondermijnen. Of op hun website vermelden: “Je hoeft dit boek of dat arrest niet te lezen.” Opdrachten aanleveren aan studenten is natuurlijk niet de bedoeling, maar we hebben geen reden om aan te nemen dat Van Leeuwen dat doet.’

Lawson was midden jaren tachtig zelf repetitor in Leiden. ‘Ik doceerde als derdejaars aan eerstejaars en heb zelf ook een repetitor gehad.’ Hij denkt dat de faculteit zijn voordeel kan doen met de kennis van repetitoren. ‘Ze horen veel van studenten en hebben zicht op de ontwikkeling van de vakken.’ Pas als veel studenten de hulp van een repetitor nodig hebben, moet rechten zich zorgen maken. ‘Dan is er iets mis met het onderwijs.’

Bierens de Haan wil zich niet mengen in een discussie over wat Van Leeuwen wellicht gedaan heeft. ‘Maar ik kijk wel eens op zijn site en zie dan teksten die over de grens gaan. Dat je bepaalde voorgeschreven boeken niet hoeft te lezen en dat je het wel redt met oude tentamens. Dan denk ik: zeg dat nou niet. Docenten zien dat ook en die oude tentamenvragen stellen ze niet. Er zijn hooguit tien voltijds repetitoren in Leiden. Het is niet slim om dan voor een paar duizend euro ruzie te maken met de faculteit. Zo’n stoorzender kun je niet gebruiken.’

De twee kennen elkaar van de stichting Kring van Leidse Repetitoren, waarin bijlesdocenten samenwerken en afspraken maken over de cursussen. Maar in 2003 kregen ze een conflict over sterk over de sterk op elkaar lijkende namen van hun websites (repetitor.nl van Scholten en Van Leeuwen; repetitoren.nl van Bierens de Haan). Daarop verliet Van Leeuwen de Kring.

Met studenten intensief voorbereiden op een tentamen, is niets mis, zegt Bierens de Haan. ‘Maar je moet dus niet antwoorden gaan voorzeggen. Dan gooi je je geloofwaardigheid te grabbel.’ Hij heeft het idee dat hij studenten succesvol begeleidt. Een van zijn studenten was Armin van Buuren, die tijdens zijn Leidse rechtenstudie doorbrak als dj.

‘Ik heb pas nog een mailtje van hem gehad dat hij binnenkort nog eens langskomt. Hij werkte destijds nogal onregelmatige uren en kon mooi bij mij belastingrecht volgen. Hij heeft zijn studie afgemaakt. Ik heb al paar keer op de gastenlijst gestaan, ook toen ik in New York was en hij daar draaide. Jammer genoeg kon ik de tent waar hij optrad toen niet vinden.’