Nieuws
Zorgen over ziekteverzuim bij Rechten
Bij de faculteit Rechten steeg het ziekteverzuim in 2018 flink ten opzichte van voorgaande jaren. Het faculteitsbestuur wil verzuimpercentage weer naar beneden zien te krijgen.
Vincent Bongers
donderdag 16 januari 2020

De rechtenfaculteit zag haar ziekteverzuimpercentage de afgelopen jaren toenemen van 2,7 procent in 2016 naar 3,6 procent in 2018. Het rechtenbestuur is geschrokken van deze stijging en vroeg de afdeling P&O om de verzuimcijfers te analyseren. Het bestuur heeft vervolgens een plan van aanpak geschreven waarin maatregelen staan om het verzuimpercentage weer omlaag te krijgen. Dit plan werd onlangs in de faculteitsraad besproken.

Het bestuur noemt het ‘opvallend’ dat de uitval bij promovendi en universitair docenten (UD’s) sterk is gestegen. Ook waren medewerkers in deze categorieën relatief lang uit de running.

De faculteit spreekt van langdurig verzuim bij een periode van ziekte van langer dan vier weken. In 2018 waren zeven UD’s langdurig niet aanwezig. In de categorie promovendi ging het zelfs om negen langdurig verzuimdossiers.

Als het om verzuim gaat, zijn dit dus functiecategorieën die aandacht behoeven, aldus het plan van aanpak.

‘Er zijn zorgen over de hoeveelheid mensen die uitvallen, mede door de hoge werkdruk’, zei decaan Joanne van der Leun tijdens de vergadering. ‘Leidinggevenden worstelen hiermee: hoe moeten we hier nu goed op reageren? Doen we dat wel goed genoeg? Of laten we mensen te diep wegzakken? Dat is de reden dat we dit plan hebben geschreven.’

‘Dit is een signaal dat het niet per se goed gaat, dat is best een vervelende conclusie’, reageerde personeelsraadslid en promovendus Thijs Beumers.

‘Fijn dat er wat aan wordt gedaan. In het plan wordt ingezet op het meer nemen van rust. Medewerkers stapelen echter een berg aan vakantiedagen op, omdat ze gewoon geen tijd hebben om ze op te nemen. Het is voor de afdelingen echt heel lastig om mensen het rustig aan te laten doen. Op bepaalde punten in het jaar moet er eigenlijk niemand ziek worden, anders dondert het kaartenhuis in elkaar. Je moet dan als medewerker wel heel sterk in je schoenen staan om juist op die heel drukke momenten te zeggen: “het lukt me gewoon even niet”.’

‘Die enorme pieken in het onderwijs zijn lastig’, erkende Van der Leun.

‘Bij uitval in die periode begint het systeem te scheuren. Maar er zijn ook andere momenten in het jaar waar keuzes van medewerkers een rol spelen. Moet je wel alles doen wat je doet? Moet je overal wel zoveel tijd in stoppen? Daar zouden gesprekken tussen leidinggevenden en medewerkers over moeten gaan.’

Het bespreken van verlof is echt heel belangrijk, aldus het bestuur. ‘We werken niet met het idee dat die verlofdagen maar verdampen,’ stelde Van der Leun. ‘Zorg nou dat je elk jaar afspraken maakt over voldoende rust nemen.’