Studentenleven
Zij willen in de universiteitsraad
Dit jaar zijn er twee nieuwe partijen bij de verkiezingen voor de universiteitsraad. De Liberale Studentenpartij zette meteen dertig mensen op de lijst. De Partij voor Biomedische Studenten bestaat uit één enkel persoon. Wie zijn ze en wat willen ze?
Susan Wichgers
donderdag 28 maart 2019
Foto's Taco van der Eb

Bas Knapp (20) studeert recht en economie (‘dat is één studie hoor, al laat ik mensen graag denken dat het er twee zijn’) en richtte de Liberale Studentenpartij op.

Waarom?
‘In 2016 begon ik met studeren, toen heb ik eerst in de opleidingscommissie gezeten. Het jaar erna was ik assessor in het faculteitsbestuur van rechten. Daar heb ik de faculteit en de medezeggenschap goed leren kennen en zag ik ook wat er beter kon. Wat me opviel, was dat partijen individueel resultaten claimen terwijl ze het samen met de rest van de raad voor elkaar hadden gekregen. Niet helemaal zuiver naar je kiezers toe, vind ik. Dat zette me aan het denken.

‘Ook zag ik dat studenten en personeel anders over dingen dachten. Alle voldoendes kunnen herkansen bijvoorbeeld: dat is natuurlijk een leuk idee voor studenten, maar voor het personeel gewoon onhaalbaar. Met LSP willen we concrete, haalbare plannen maken.’

Hoe heb je meteen die dertig mensen op de lijst verzameld?
‘Twee weken voor de aanmeldingsdeadline bedacht ik samen met Elodie (Spekreijse, de nummer 2 op de lijst, red.) dat we LSP wilden opzetten. Het leek een hele klus om op tijd zoveel studenten te vinden die aan wilden sluiten, meerdere mensen verklaarden me voor gek. We hebben meteen mensen benaderd van wie we wisten dat ze capabel zijn. Twee weken hebben we non-stop gebeld - in elke UB-pauze gingen de telefoons weer uit de lockers - en heel veel koffietjes gedronken. Maar uiteindelijk moesten we zelfs “nee” verkopen aan mensen ons zelf benaderden, omdat we al compleet waren.’

Waarom is een ‘liberale’ partij nodig?
‘De universiteitsraadsverkiezingen leven niet echt. Misschien helpt de term “liberaal” om meer studenten aan te spreken, dachten we. En het maakt meteen duidelijk waar we voor staan.’

Wat gaan jullie anders doen dan de andere partijen?
‘Het bindend studieadvies afschaffen en de mogelijkheid om alle voldoendes te herkansen, daar ben ik het bijvoorbeeld echt mee oneens. Misschien klinkt dat gek omdat individuele vrijheid voor liberalen belangrijk is, geen bsa is dan toch top? Maar als je op kosten van de gemeenschap studeert, moet je ook presteren.

‘We vinden het ook belangrijk dat het onderwijs flexibeler wordt: iedere student moet iets naast de studie kunnen doen. In Groningen krijgen studenten bijvoorbeeld gratis collegegeld als ze een bestuursjaar doen. Dat zouden we hier ook graag zien.’

Geneeskundestudent Maarten Wille (22) staat als eerste en enige op de lijst van de Partij voor Biomedische Studenten.

Waarom specifiek voor biomedische studenten?
‘Eigenlijk wilde ik LUMC in de partijnaam, maar dat mocht niet van het stembureau omdat het verwarring zou veroorzaken. Dus werd het “voor Biomedische Studenten”. Hoewel ik me daarop richt, mag je natuurlijk ook op me stemmen als je iets anders studeert.

‘In de opleidingscommissie, waar ik bij zit, kwam een keer ter sprake dat er nooit studenten van het LUMC in de universiteitsraad zitten. De meeste medische studenten hebben daar geen tijd voor; een groot deel loopt coschappen. Dan kun je geen vijftien uur per week aan de universiteitsraad besteden.

‘Ik heb komend jaar een tussenjaar, dus toen het onderwerp tijdens een borrel weer voorbij kwam, dacht ik: ik ga het doen. Ik had nog maar een paar dagen voor de aanmelddeadline, dus niet genoeg tijd om andere kandidaten te vinden. Hopelijk wordt het een succes en ben ik volgend jaar niet meer de enige op de lijst.’

Denk je genoeg stemmen te kunnen verzamelen?
‘De universiteitsraadsverkiezingen leven hier nog minder dan op andere faculteiten. Pas bij de bijeenkomst voor alle deelnemende partijen hoorde ik dat er op andere faculteiten mensen stemmers worden geworven met tablets. Hier mag dat niet, omdat het een ziekenhuis is.

‘Voor één zetel heb ik, afhankelijk van de opkomst, ongeveer duizend stemmen nodig. Dat is veertig procent van het LUMC. Toch heb ik er alle vertrouwen in. Ik moet het hebben van mond-tot-mondreclame. Mijn vrienden en de onderwijscommissies helpen me daarmee, en er komt een Facebookpagina aan.’

Wat wil je graag bereiken?
‘Dan kan ik vanuit het LUMC meedenken met het centrale beleid, en dat is echt nodig. Sommige beslissingen gaan alle faculteiten aan, waar het LUMC nu dus niks over te zeggen heeft. De universiteitsraad moet representatief zijn.

‘Er moeten meer mogelijkheden komen voor interfacultair onderwijs en duurzaam beleid voeren vind ik ook belangrijk. De universiteit is een plek waar wetenschappers werken; het kan niet zo zijn dat zo’n plek geen voorloper is op het gebied van duurzaamheid.