Wetenschap
Werkt inspraak van burgers? Niet als je alleen hun mening noteert
Hoe kun je burgers beter betrekken bij lokaal bestuur? Jurist Joost Westerweel onderzocht verschillende projecten en laat ook meteen zijn licht schijnen over het Leidse referendum over het Roomburgerpark. ‘Sommige projecten worden als schaamlap gebruikt.’
Vincent Bongers
maandag 1 maart 2021
Illustratie Silas.nl

Een van de redenen dat burgers vaker bij lokaal bestuur worden betrokken, is dat het slecht zou gaan met de lokale democratie. Klopt dat?

‘De opkomstpercentages bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen lagen rond de vijftig procent. Vóór de jaren negentig van de vorige eeuw was dat veel hoger. De opkomst is daarna vrij onverwacht snel gedaald en vervolgens gestabiliseerd.

‘Maar die stabilisatie en de hoeveelheid burgerinitiatieven kun je ook positief opvatten. Ik weet niet of het veel slechter gaat dan een paar jaar geleden. De democratie is volgens mij best redelijk in orde. Het probleem zit hem veel meer in de hoeveelheid taken die de gemeente opgelegd krijgt vanuit het Rijk zonder dat daar adequate financiering tegenover staat. Een voorbeeld is de decentralisatie van de jeugdzorg, daar gaat het op bepaalde punten behoorlijk fout.’

Hoe zijn de projecten die burgers meer invloed moeten geven ontstaan?

‘De inspiratie daarvoor was het essay Tegen verkiezingen van de Belgische schrijver David Van Reybrouck, uit 2013. Hij introduceerde bijvoorbeeld de G1000: daarin vergaderen gelote burgers over allerlei maatschappelijke thema’s en dragen oplossingen aan. Daarna zijn er verschillende soorten initiatieven in België en Nederland van de grond gekomen.

‘In Groningen ontstond bijvoorbeeld de Coöperatieve Wijkraad, waarin gelote wijkbewoners samen met gemeenteraadsleden zitten. De raad heeft onder meer de problematiek rond verkeersveiligheid in het Oosterparkwijk onder de aandacht gebracht. En er zijn projecten geweest om zwerfafval aan te pakken en meer kunst in de wijk te krijgen.

‘In Groningen is er goed over de wijkraad nagedacht, maar soms worden dit soort projecten als een soort schaamlap gebruikt: de mening van burgers noteren, is al voldoende.’

‘Dat gold niet voor een ander initiatief; de Burgerjury in Rotterdam. Het plan was dat die jury het beleid van de college ging controleren. Uiteindelijk werd het meer een soort vraagbaak voor het college zelf: wat betekent ons beleid voor de burger op straat? Daar zag je echt wel invloed op het bestuur. Door input van de jury kwam er bijvoorbeeld meer aandacht voor fietsers, die moesten vaker voorrang krijgen. Hele praktische dingen waar burgers dagelijks mee te maken hebben.’

Wat werkt niet?

‘Oorspronkelijk was het de bedoeling dat de Groningse wijkraad ook juridische bevoegdheden zou krijgen. De gemeenteraad is echter gescheiden van het college van burgemeester en wethouders. Dat betekent dat ook hun respectievelijke bevoegdheden gescheiden zijn. De wijkraad was bedacht als een versmelting van het bedenken en uitvoeren van beleid. Dat is een probleem, want de gemeenteraad is niet het orgaan dat uitvoert, maar het beleid bedenkt en controleert.

‘Een ander project, de Sociale Raad in Peel en Maas, had de ambitie om een gelote volksvertegenwoordiging naast de gemeenteraad te realiseren. Maar dat heeft de wetgever nooit bedoeld. Wie is dan de baas? Dat is in zo’n structuur onduidelijk. De gemeenteraad staat aan het hoofd van de gemeente, die heeft op basis van de wet het laatste woord over beleid.’

In Leiden wilden acht boze buurtverenigingen niet meer met het stadsbestuur praten. Wat vindt u daarvan?

‘Ik ben niet honderd procent op de hoogte van de situatie in Leiden, maar je moet waken voor schijninspraak. De gemeente moet eerlijk zijn tegen de bewoners, duidelijk van tevoren uitleggen wat er mogelijk is en wat er gaat gebeuren met de bijdragen van de burgers. Dat lukt niet altijd en dan valt het resultaat tegen. Andersom vind ik dat burgers ook begrip moeten hebben voor het feit dat besturen niet makkelijk is.

‘Democratie mag wat kosten. Als je een referendum organiseert, moet dat een serieuze zaak zijn’

‘Bewoners zijn vatbaar voor redelijke argumenten, ze houden er echter niet van als er eerst gouden bergen worden beloofd en ze uiteindelijk nul op het rekest krijgen. Speel open kaart.’

Wat vindt u van het Leidse Roomburgerpark-referendum over onder andere de aanleg van een extra hockeyveld?

‘Ik ben op zich overtuigd voorstander van referenda. Dit raadgevend referendum voelt een beetje als een middel om de verziekte verhoudingen een beetje vlot te trekken. Een referendum kan zo’n breekijzerfunctie vervullen, daar is op zich niets op tegen. Ik vind het heel erg goed dat de gemeente geld vrij maakt om campagnes te financieren en voorlichting te geven.’

De kosten van het referendum zijn in totaal meer dan twee ton. Is dat de moeite waard?

‘Ja, democratie mag wat kosten, dus als je een referendum organiseert, moet dat een serieuze zaak zijn’.

‘Ik verbaas me bijvoorbeeld ook over de slechte ondersteuning van Tweede Kamerleden. Zij doen hartstikke belangrijk werk, en dat geldt ook voor gemeenteraadsleden. Geef ze dan ook de middelen om dat te kunnen doen.’


Joost Westerweel, Lokale democratische innovatie. Uitgeverij Wolters Kluwer. 372 pgs, € 55 (hier open access beschikbaar)

Het referendum over het Roomburgerpark wordt tegelijkertijd gehouden met de Tweede Kamerverkiezingen op 15, 16 en 17 maart