Columns & opinie
We zijn al goed. We hoeven geen prijs
'Een enorme geldprijs uitreiken aan een groep die door het ministerie (waarschijnlijk volgens volstrekt arbitraire "key performance indicators") als ‘beste onderwijzers’ wordt uitverkoren is beledigend voor iedereen die zich helemaal uit de naad werkt, maar blijkbaar geen prijs waard is.'
Benjamin Sprecher
donderdag 5 december 2019

Onderwijsminister Van Engelshoven (D66) vindt dat er een miljard extra naar universiteiten en hogescholen moet gaan. Fantastisch. Vervolgens las ik dat die miljard euro slechts een mening was, en niet is opgenomen in de ‘strategische agenda’ voor de komende jaren. Niet zo fantastisch. Ten slotte las ik dat er twee jaarlijkse onderwijsprijzen komen van 2,5 miljoen euro. Dat is ronduit verschrikkelijk.

Wat zegt de minister met zo een prijs? Kwalitatief goed onderwijs geven is een wedstrijd, en als je die wint, word je beloond. Techniekfilosoof Martijntje Smits schreef er zo’n vijf jaar geleden een mooi stukje over: ‘Werken als wedstrijd’ - het neoliberale idee dat werknemers het beste presteren als ze constant in een wedstrijd zitten. Ze is er – zacht gezegd – geen fan van. En ik ook niet.

Het idee dat ik beter zou lesgeven vanwege een competitie-element is op zichzelf al verwerpelijk. Maar ook de impliciete boodschap: als je niet wint, ben je blijkbaar niet goed genoeg. Een enorme geldprijs uitreiken aan een groep die door het ministerie (waarschijnlijk volgens volstrekt arbitraire key performance indicators) als ‘beste onderwijzers’ wordt uitverkoren is beledigend voor iedereen die zich helemaal uit de naad werkt, maar blijkbaar geen prijs waard is.

Goed, deze kritiek zag de minister blijkbaar zelf ook aankomen. Dus worden er twee prijzen uitgedeeld.

Ik moest terugdenken aan een event dat de universiteit had georganiseerd, over innovatief onderwijs. Ik was gevraagd om een workshop te geven over mijn samenwerking met de gemeentes Leiden en Den Haag. Achteraf kwam er een aantal collega’s naar me toe. Dat ze ook met veel liefde extra aandacht aan onderwijs probeerden te geven, maar dat ze er aan onderdoor gingen. Er zaten simpelweg niet genoeg uren in een dag. Uiteindelijk kom je dan op twee opties uit. Ondermaats onderwijs of burnout. De collega met wie ik die avond sprak, stevende duidelijk op het laatste af.

Wow, had prof.dr.ir.drs. Hester Bijl daar even de zaal verkeerd gelezen.

Aan het einde van het gebeuren gaf vice-rector magnificus Hester Bijl een afsluitend verhaaltje. Ze was enorm geïnspireerd door alles wat ze gezien had, en ging een maandelijks koffiemomentje organiseren waar wij van elkaar konden leren.

Wow, had prof.dr.ir.drs. Bijl daar even de zaal verkeerd gelezen. We krijgen al gratis koffie. We zijn al goed in onderwijs. We hebben al ideeën. We hebben gewoon geen tijd om ze uit te voeren, en het allerlaatste wat we van de universiteit nodig hebben, is een tijdslurpend koffiemomentje.

Een week of wat later zat mevrouw Bijl toevallig in het café van ons gebouw, nietsvermoedend koffie te drinken. Ik schoot haar aan met deze boodschap. Haar antwoord, en het is al een tijdje geleden dus geen letterlijke quote, was iets als ‘ja natuurlijk weten we dat jullie meer tijd nodig hebben, maar goed, het is gewoon supercomplex om dat op te lossen, dus in de tussentijd willen we jullie iets meegeven.’

Nou. Goed. Daar had ik toentertijd wel sympathie voor. En nu nog steeds. Het is ook nagenoeg onmogelijk voor de Universiteit Leiden om dit echt op te lossen. Dus dan maar een welgemeend gebaar. Nu doet minister Van Engelshoven ongeveer hetzelfde.

Beiden bedoelen het goed, maar laten onbedoeld hun onderliggende wereldbeeld zien. In het geval van ons college van bestuur: ‘Werknemers met elkaar verbinden zorgt op magische wijze voor efficiency!’ In het geval van het ministerie OCW: ‘Werknemers met elkaar in competitie laten gaan zorgt op magische wijze voor efficiency!’

Tot slot: als dat miljard er daadwerkelijk bij komt, laat dat dan in godsnaam naar onderwijs gaan, en niet naar onderzoek. Die excellente wetenschap komt er vanzelf wel als je de excellente wetenschappers die er nu al rondlopen gewoon de tijd geeft om hen rustig hun gang te gaan. Daar is echt geen wedstrijd voor nodig.

Benjamin Sprecher is universitair docent en onderzoeker bij het Centrum voor Milieuwetenschappen in Leiden