De Spaanse griep, in het zadel geholpen door de Eerste Wereldoorlog van 1914-1918, eiste veel meer slachtoffers dan die oorlog zelf. Deze griepvariant wist destijds naar schatting één op de drie mensen te besmetten. De zwaarste schattingen komen uit op honderd miljoen doden in totaal, vijf keer zoveel als de oorlog zelf. Met de huidige wereldbevolking zou dat overeenkomen met 220-430 miljoen doden.
De coronateller stond op het moment van schrijven op nog geen vier miljoen.
Dat betekent overigens niet dat corona honderd keer zo onschuldig is. Er bestonden in 1918 geen zuurstofmaskers voor patiënten met ademnood, geen antibiotica voor mensen die bovenop hun griep ook nog een bacteriële infectie kregen, geen antivirale middelen, geen medicijnen om bijwerkingen als bloedstolling tegen te gaan. Als de mensheid niet zoveel beter was geworden in geneeskunde de afgelopen honderd jaar, had covid net zo’n bloederig spoor door de wereld kunnen trekken als de Spaanse griep indertijd. Een goede motivatie om de komende honderd jaar ook weer beter te worden, dus.
Oorlogsmoraal
Die ziekte kwam overigens niet uit Spanje; dat was een van de weinige getroffen landen waar de pers niet beïnvloed werd door de oorlog en dus normaal verslag kon doen van wat er aan de hand was. Er vielen al veel eerder slachtoffers in de Verenigde Staten, maar de kranten daar waren bang dat negatieve berichtgeving de oorlogsmoraal zou aantasten. De huidige ervaringen met covid, in vredestijd, suggereren dat die angst behoorlijk terecht was.
Er zijn meer parallellen te trekken tussen de griepepidemie van toen en de coronaplaag van een eeuw later. De tweede en derde golven, die zoveel langer en gevaarlijker waren dan de eerste. De mondkapjes in het straatbeeld. De demonstraties tegen overheidsmaatregelen die verspreiding van de ziekte moesten voorkomen. De mensen die riepen dat het ‘gewoon een griepje’ was, de Amerikaanse president die het probleem negeerde (in tegenstelling tot Donald Trump had Woodrow Wilson een excuus: er was een wereldoorlog aan de gang).
Er is nooit een vaccin tegen de Spaanse griep gekomen; de ziekte ging gewoon...naar de achtergrond. Zo tegen de jaren twintig van de vorige eeuw waren de meeste mensen die eraan zouden overlijden al dood. Wie het had overleefd, had immuniteit opgebouwd. Het lijkt er ook op dat het virus veranderde in een minder dodelijke vorm.
Angstaanjagende stapel lijken
Virussen willen je helemaal niet per se dood hebben, want ze hebben je cellen nodig om meer virus te maken; het is vanuit evolutionair oogpunt vaak juist beter om je gastheer zo min mogelijk ziek te maken. Als die nog gewoon buiten rondloopt en andere mensen in het gezicht kan niezen, is je gastheer het nuttigst voor je, en in die zin zijn verkoudsheidsvirussen de koningen van al onze ziekmakers.
In theorie zouden andere virusziekten ook steeds minder dodelijk moeten worden, als we ze maar lang genoeg laten voortrazen. Je bent een angstaanjagende stapel lijken verder voor het zover is, maar in theorie moet het kunnen. Wat de virussen betreft is dat natuurlijk de meest wenselijke aanpak.
Wat mij betreft doen we iets voorzichtiger. Sterker nog, wat mij betreft doen we zelfs wat meer met die honderd jaar oude Spaanse griep.
Geheugenverlies
We doen er bijna niks mee, namelijk. In 2018 was het honderd jaar geleden, en als resultaat stonden er alleen wat terugblikstukjes in de betere kranten. We houden geen rituelen, ik leerde er niets over op school, er zijn slechts in enkele Nederlandse plaatsen monumenten voor de slachtoffers, terwijl je over nagedachtenissen aan de Tweede Wereldoorlog struikelt.
Hele generaties schoolkinderen hebben de trauma’s daarover door de strot geramd gekregen met behulp van verplichte lijsten vol middelmatige literatuur. Had daar echt niet één boekje over de Spaanse griep - die misschien wel meer slachtoffers heeft geëist - tussen gekund? En waarom zijn er zoveel minder geschreven?
Het is niet alleen iets Nederlands: volgens een terugblikkend stuk in de New York Times leed de hele wereld aan massaal geheugenverlies over dit onderwerp, totdat de coronacrisis de weggestopte herinneringen wat aanwakkerde.
Stel nou, dat we die herinnering ietsje beter levend hadden kunnen houden? Dingen als mondkapjes op, bij elkaar uit de buurt blijven? Dat snel en grondig reageren nodig is om virussen binnen de perken te houden. Het had zomaar verschil kunnen maken toen in 2020 het coronavirus over de planeet begon te razen.
Coronadag
Zullen we dat met corona anders doen? 4 januari 2020 was de dag dat de Wereldgezondheidsorganisatie voor het eerst iets over het virus bekendmaakte; zullen we van 4 januari de wereldwijde coronadag maken?
Een korte herdenking van allen die ons ontvielen, een fort bouwen van gehamsterd wc-papier, allemaal weer één dagje thuiswerken, één pubquiz doen via videochat en zuurdesembrood eten met een zelfgebrouwen biertje erbij. Nederland mag ervoor kiezen om, de reacties tijdens de pandemie indachtig, deze gedenkdag een paar maanden te laat te vieren.
Bart Braun is oud-redacteur van Mare en communicatiemedewerker van Museum Naturalis
De invloed van virussen is groter dan je misschien denkt en het zijn meer dan ziekmakers. Er zijn ook virussen die je juist gezond helpen houden, en ze spelen een essentiële rol in de evolutie van het leven, de ecologie van de planeet, en de menselijke geschiedenis. In zijn boekje Stel, je bent een virus belicht oud-Mare-redacteur Bart Braun die positieve rol. Maar ook de virussen waar je gewoon ziek van wordt komen aan bod. En behalve voor een coronadag pleit hij ook voor een wereldwijd gastherenonderzoek en, het belangrijkste: menselijke bescheidenheid.
Bart Braun, Stel, je bent een virus. Hoe mazelen, corona en verwanten hun stempel op de wereld drukken. €10,99