Hoe lang zijn jullie al in Nederland?
Wahbi: ‘Sinds 2015, toen kwam ik in een asielzoekerscentrum. Ik had geluk en kon na zes maanden in dit huis gaan wonen. Nada kwam een paar maanden later.’
Sisan: ‘We hebben elkaar zeven jaar geleden leren kennen op de universiteit in Damascus. Daar studeerden we wiskunde.’
Wahbi: ‘We waren wiskundedocenten op een middelbare school. En daarbij werkte ik ook als imker. Ik had wel 30 bijenkasten. Om hier les te mogen geven, moeten we opnieuw studeren. Voor een paar vakken krijgen we vrijstelling.’
Is het niet vreemd om weer tussen eerstejaars studenten te zitten?
Wahbi: ‘Ik was toen 33 en de studenten 18 of 19. Maar ik voel me twintig dus dat is geen probleem.’
Sisan: ‘In het begin waren we heel bang. Ik was in de negende maand van mijn zwangerschap, maar kreeg helemaal geen gekke reactie van andere studenten. Ze waren heel aardig. Feras heeft de weken na mijn bevalling alle colleges gevolgd en aan mij uitgelegd.’
Wahbi: ‘Ik kreeg van een medestudente al haar aantekeningen. Ik kon het nog niet tegelijkertijd luisteren en schrijven.’
Sisan: ‘We zijn nu bezig met onze bachelorscriptie. Volgend semester doen we een educatieve minor.’
Wahbi: ‘Daarna kunnen we aan een deeltijdmaster beginnen. We vinden het heel leuk om voor de klas te staan en willen leerlingen van wiskunde laten houden. Dus begonnen we meteen met het leren van Nederlands en binnen een jaar hebben we niveau B2 gehaald, nodig om te kunnen studeren. Om les te mogen geven moeten we niveau C1 halen, dus nog één niveau hoger. We doen al wel een project op scholen, Dreamocracy, waarbij we met leerlingen spelletjes doen over gelijke kansen, vrijheid en democratie en ook verhalen vertellen.’
Hoe hebben jullie Nederlands geleerd?
Wahbi: ‘Eerst hadden we les bij een Nederlandse taalschool, daarna een zomerschool en vervolgens een schakeljaar. De zomerschool was drie weken in Rotterdam en omdat we de reiskosten niet konden betalen, fietsten we elke dag 25 kilometer heen en terug. Na de lessen vertaalden we daar achter een laptop nieuwe woorden, want een eigen laptop hadden we toen nog niet.’
Sisan: ‘Die schreven we op papiertjes om elkaar tijdens het fietsen te kunnen overhoren.’
Wahbi: ‘In het begin was het moeilijk. Ik sprak maar een beetje Engels, begreep niks, kon me niet uiten. Maar als je de taal en cultuur begrijpt is het hier heel goed.’
Waarom hangen er letters aan de muur?
Sisan: ‘Die letters heb ik opgehangen voor Feras’ verjaardag. Aan de andere kant hangen enveloppen met briefjes erin waarop per jaar staat hoe we zijn verjaardag vierden. Vorig jaar was de eerste keer met Saïd erbij. Vier jaar eerder hebben we het niet gevierd omdat ik in Syrië was en Feras in Nederland. Dat was geen leuke dag.’
Wahbi: ‘Alle meubels komen van Marktplaats. Ik heb deze tafel gekocht voor het eten maar we gebruiken deze tafel voor het studeren. Het is op Saïd passen of studeren, meer tijd hebben we niet.’
Wat zouden jullie willen doen zodra je meer tijd hebt?
Sisan: ‘Ik wil graag leren zwemmen.’
Wahbi: ‘Verder willen we graag naar de Waddeneilanden. En, misschien is dat raar, een week in ons huis zonder te hoeven studeren. Zelfs geen boodschappen doen. Alleen slapen en eten.’
Sisan: ‘Dat lukte ons afgelopen drie jaar maximaal twee dagen. Maar het gaat lukken, in de toekomst.’
Stichting voor Vluchteling-Studenten UAF is een goed doel en ondersteunt al sinds 1948 vluchtelingen zoals Fares en Nada bij hun studie en op weg naar werk. Wil je meer weten over het UAF en mentor of donateur worden? Kijk dan op www.uaf.nl.