‘Het is een flinke streep door de rekening’, zegt universiteitsraadslid Remco Breuker. ‘Gezien de weerstand van de bewoners was het een onverantwoorde beslissing geweest om te slopen, zeker midden in een wooncrisis. Dat zou reputatieschade voor de universiteit opleveren. Hoewel ik een ruime campus wil met voldoende collegezalen en werkplekken, staat dat niet in proportie tot de schade die het aanricht.’
‘Het is een heel zure situatie’, reageert voorzitter van de faculteitsraad Geesteswetenschappen Jan Sleutels. ‘Ik snap dat ze ervan af hebben gezien, want de mogelijkheden voor bezwaar en beroep tegen een onteigeningsprocedure zijn zo riant, en met jarenlang juridisch getouwtrek haal je die einddatum van 2029 nooit.’
Maar er is ook grote bezorgdheid: komt er nu minder onderwijsruimte? Moet er straks meer thuis worden gewerkt? En krijgen werknemers nu inderdaad minder werkruimte, zoals afgelopen juli al werd gesuggereerd vanwege gestegen grondstofprijzen?
Volgens Sleutels is het ‘onvermijdelijk’ dat de hoeveelheid vierkante meter werkruimte per werknemer afneemt. ‘Maar of dat genoeg is om het project niet in gevaar te brengen zal mij benieuwen. Nu het Doelencomplex niet verdwijnt, wordt er een onderwijsgebouw minder gebouwd met als gevolg een tekort aan oppervlakte.’
‘Door niet te gaan bouwen wordt het personeel voor het blok gezet’, vindt universitair docent filosofie Tim Meijers. Hij zat de afgelopen maanden in een werkgroep om bezuinigingsopties – vanwege de gestegen bouwkosten - kritisch tegen het licht te houden. ‘Het valt rauw op ons dak nu de verwachting is dat we daadwerkelijk qua werkruimte moeten inkrimpen.’
Meer werkruimtes zullen met meer collega’s moeten worden gedeeld, zegt Meijers, en dat is een probleem. ‘Een scheikundige heeft een lab, een filosoof of historicus heeft een stil kantoor nodig. Ons werk vereist een hoge mate van concentratie en rust.’ Maar dat argument wordt niet serieus genomen, vindt hij. ‘Men lijkt eerder te denken dat je dan een conservatieve zeurpiet bent dan dat je misschien wel een punt hebt.’
Ook oud-faculteitsraadslid en hoogleraar Marian Klamer noemt het ruimtegebrek ‘problematisch’. ‘Ik heb nog een eigen kamer, maar die staat vol met boeken, apparatuur voor veldwerk en tentamens die moeten worden bewaard. Ik kan er nog net twee stoelen in kwijt waar ik studenten of collega’s in kan ontvangen voor overleg. Er zijn zo weinig vergaderkamertjes dat die vaak bezet zijn.’
Breuker vreest dat er straks geen plek meer is voor boekenkasten. ‘Boeken moet je altijd bij de hand hebben en moeten open op je bureau kunnen liggen. Digitaal is een heleboel niet beschikbaar en bovendien zou ik dan tien beeldschermen moeten hebben om alles goed te kunnen overzien.’
‘Vijftien meter aan boeken kan ik niet thuis kwijt’, zegt Klamer. ‘En al zou ik het wel kunnen, is het nog steeds een probleem. Colleges voorbereiden en onderzoek doe ik namelijk op werk.’
Een ander punt van zorg: de veronderstelling dat meer thuis kan worden gewerkt. Meijers: ‘Dat weten we nog helemaal niet. Veel collega’s hebben juist heel veel zin om weer meer naar kantoor te gaan. Het lijkt erop dat corona als excuus wordt gebruikt om het deels thuiswerken de standaard te maken.’
In dat geval ‘trekken de kwetsbaarste werknemers, de jonge docenten en onderzoekers, aan het kortste eind’, vreest Breuker. ‘Want voor hen is een goede thuiswerkplek geen gegeven.’
Bovendien is werken op kantoor beter voor het ‘testen van ideeën en overleggen’, vindt Meijers. Volgens hem gaat thuiswerken ‘ten koste van de sociale cohesie binnen onderzoeksinstituten’.
Ook onder studenten leven zorgen, zegt oud-faculteitsraadslid Mitchell Wiegand Bruss van studentenpartij LSP. ‘Er is nu al ruimtetekort in het Lipsius, iedereen die daar heeft gestudeerd weet dat het er extreem klein is. Deze beslissing is een grote fout die voor veel onzekerheid zorgt.’
Zo vrezen studenten dat er door ruimtegebrek minder on campus-onderwijs zal plaatsvinden. ‘We hebben gezien dat door online onderwijs de mentale gezondheid kelderde en de kwaliteit van colleges afnam. Er is juist behoefte aan fysiek onderwijs.’
Klamer: ‘Het Lipsius is gebouwd in de jaren tachtig en sindsdien is het aantal studenten enorm gestegen. Logisch dat dat krap wordt.’
Wiegand Bruss vreest dat de faculteit naar Den Haag zou kunnen verhuizen. ‘Je ziet steeds meer een beweging daarnaartoe. Vorige week werd nog bekend dat de gemeente Den Haag een hoop geld wil investeren in de universiteit.’
‘Het hele idee van de Humanities Campus was dat er juist ruimte bij zou komen’, zegt Klamer. ‘Als dat niet gebeurt, waarom doen we dan die verbouwing nog? Renoveer dan gewoon wat er al is, of zet er een verdieping bovenop.’