Nieuws
Wat meet de personeelsmonitor nu eigenlijk?
Te breed, te vaag, te veel herhalingen: de faculteitsraad van Sociale Wetenschappen vindt de vragenlijst van de Personeelsmonitor van slechte kwaliteit. ‘De uitkomsten zijn mogelijk niet representatief.’
Anoushka Kloosterman
donderdag 24 november 2022
Beeld Silas.nl

De raad schreef er een brief over aan het faculteitsbestuur en kaartte het vorige week ook aan in de faculteitsraad. Het bestuur is weliswaar niet verantwoordelijk voor de vragenlijst: die wordt gemaakt door extern bureau Effectory, dat voor de universiteit eens per vier jaar met de Personeelsmonitor de stemming onder de staf peilt. Desondanks vindt de raad het belangrijk om haar ‘kanttekeningen kenbaar te maken’.

‘Het was moeilijk om chocola van te maken’, zei raadslid Kiki Zanolie. ‘We moeten er rekening mee houden dat de uitkomsten mogelijk niet representatief zijn voor wat er werkelijk speelt.’

Dubbelzinnig

De enquête bevat volgens de raad vragen die te breed, te vaag, multi-interpretabel of zelfs ‘merkwaardig’ zijn, zoals de vraag of je de Universiteit Leiden zou aanbevelen als werkgever aan familie en vrienden: ‘Vrienden en familie zijn niet de doelgroep voor soortgelijke aanbevelingen.’

Er staan dubbelzinnige stellingen in, zoals: ‘Ik krijg de gelegenheid om bij te dragen aan discussies over de visie en werkwijze van de Universiteit Leiden.’ Visie en werkwijze zijn twee verschillende dingen, dus als de cijfers uitkomen weet het bestuur nog steeds niet waar het over gaat. ‘Nu moet men kiezen welke ervaring men wil beoordelen’, schrijft de raad.

'Door een vragenlijst van een dermate lage kwaliteit af te nemen wordt het lastig om de data te analyseren'

Andere vragen zijn te breed, zoals de handvol stellingen over ‘het management’. Bijvoorbeeld: ‘Ik heb vertrouwen in het management’ specificeert niet om wélk management het gaat: die van de hele universiteit, je instituut, of de faculteit? Ook de stelling ‘Ik sta achter de doelstellingen van de UL’ is te vaag, omdat nergens wordt gespecificeerd om welke doelstellingen het gaat.

Ook staan er herhalingen in: ‘Ik kan zelf beslissen hoe ik mijn werk doe’, ‘Ik heb de mogelijkheid om zelf mijn werkzaamheden te plannen’ en ‘Ik krijg voldoende de ruimte om zelf beslissingen te nemen in mijn werk’ lijken heel erg op elkaar, schrijft de raad. ‘Wat is precies het verschil wat hier gemeten wordt?’

Rooskleurig

Samengevat: ‘Door een vragenlijst van een dermate lage kwaliteit af te nemen wordt de respons mogelijk verlaagd, wordt het lastig om de verkregen data te analyseren en is het mogelijk dat de conclusies die getrokken worden niet accuraat zijn.’

Decaan Paul Wouters is het met de kritiek eens. Zelf gooide hij in eerste instantie de mail met de vragenlijst per ongeluk weg omdat hij dacht dat het spam was, maar toen hij het wel invulde vond hij de vragen ‘rooskleurig’. ‘Ik ben toevallig heel blij met mijn werk, maar het is wel moeilijk om aan te geven als je ergens ongelukkig mee bent, tenzij het heel dramatisch is.’

Hij belooft de kwestie aan te kaarten bij personeelszaken en bij het college van bestuur. De faculteitsraad stuurt de brief ook door naar de Universiteitsraad.

En wat is ‘ongewenst gedrag’ precies?

Ook de vragen over sociale veiligheid en grensoverschrijdend gedrag zijn op meerdere manieren te interpreteren, laat raadslid Tim Mickler weten.

 In de personeelsmonitor staan ook vragen en stellingen over ongewenst gedrag, zoals ‘Ik voel me veilig’, ‘Ik heb het afgelopen jaar te maken gehad met ongewenst gedrag door anderen’, ‘Ik ben het afgelopen jaar getuige geweest van ongewenst gedrag jegens collega’s in mijn directe werkomgeving’.’

‘Het moet duidelijk zijn wat “ongewenst gedrag” is’, zegt Mickler: ‘Roddelen, pesten, geweld, arbeidsdiscriminatie en seksuele intimidatie? Er is een kans dat verschillende respondenten de vraag anders interpreteren, dus wat meet je nou echt? Als werkgever wil je er alles aan doen om dit op de werkvloer te voorkomen. Dus je moet duidelijk maken wat je wilt meten om het in kaart te brengen.’