Achtergrond
Wat Leidse artsen van Cuba kunnen leren
Leidse medici gingen naar Cuba om te kijken hoe de gezondheidszorg daar functioneert. Verbazend goed, vinden ze.
Vincent Bongers
donderdag 5 maart 2020
Foto's Gerrit Roorda

Cuba ligt zo’n 160 kilometer van het uiterste puntje van Florida. Sinds de revolutie van 1959, geleid door Fidel Castro, is het een communistische republiek. De Verenigde Staten hebben een economisch embargo ingesteld tegen het eiland, wat de handel zeer bemoeilijkt.

Desondanks is de Cubaanse gezondheidszorg gratis en van een hoog niveau, merkte universitair docent aan het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) en huisarts Paul Jonas, toen hij het eiland acht jaar geleden bezocht voor een fietsvakantie. Hij bedacht dat het wel eens nuttig kon zijn om Nederlandse artsen en artsen in opleiding er stage te laten lopen.

‘Het is eigenlijk volkomen uit de hand gelopen’, zegt Jonas. ‘Ik ben met pensioen, maar leid nog steeds huisartsen op. Op Cuba zag ik toen dat de gezondheidszorg prima was. Wat kort door de bocht gesteld zijn de cijfers vergelijkbaar met die van Nederland. Er is een lage kindersterfte en de gemiddelde levensverwachting is 79 op Cuba en in Nederland 82. We zijn er toen met een groep van het LUMC een week heen geweest. Het is sindsdien steeds verder gegroeid.’

In januari verbleef een groep van Leidse artsen en wijkverpleegkundigen uit Amsterdam een maand op Cuba. De nadruk lag deze keer op ouderengeneeskunde. Onlangs spraken de deelnemers erover tijdens een symposium in het LUMC.

Een huisarts op Cuba heeft ongeveer duizend patiënten, dat is veel minder dan in Nederland. ‘De praktijk van de arts is heel herkenbaar in een wijk’, aldus Michelle Colijn, huisarts in opleiding.

‘Iedereen weet meteen waar je moet zijn. Er liggen allerlei pamfletten in de spreekkamer. Als het hartstikke druk is, gaat de huisarts voorlichting geven. Je kunt heel veel ziekten voorkomen door je levensstijl aan te passen.’

Alle Cubanen gaan ook minstens een keer per jaar naar de huisarts, ook als ze helemaal gezond zijn. Verder wordt de bevolking ingedeeld in risicogroepen. Die indeling bepaalt hoe vaak iemand jaarlijks naar de huisarts moet.

‘Die preventiekant is bere-interessant voor Nederland’, vindt Jonas. ‘Dan moeten we wel meer huisartsen gaan opleiden. Het vak wordt er echter niet aantrekkelijker op. Want de administratie en de druk van zorgverzekeraars knijpen de keel van de arts haast dicht.’

‘Cuba is een land van grote tegenstellingen tussen arm en rijk, ondanks het socialisme’, zegt Gerrit Roorda, die de opleiding tot huisarts volgt en mee naar Cuba was. ‘Er wordt ook uit prullenbakken gegeten. Door de economische blokkade zijn er veel tekorten. Toch weten de bewoners er het beste van te maken en zijn ze trots op hun systeem. Ik ben jaloers op hoeveel tijd huisartsen hebben voor een patiënt. Het is geen goed verdienend beroep daar. Ze krijgen zestig euro per maand, en klussen soms bij in de toerisme-industrie.’

De gezondheidszorg is een speerpunt van het regime, vertelt Roorda. ‘Het is ook een instrument om politieke goodwill mee te kweken. Cuba exporteert namelijk artsen en zorgprogramma’s. Zo is er bijvoorbeeld het oogheelkundeproject Operación Milagro dat veel niet-Cubanen gratis aan blindheid behandeld.’

De Cubanen maken een groot deel van hun medicijnen zelf. ‘Tien van de zestien vaccins die ze standaard geven, worden op het eiland zelf geproduceerd. Verder is het wel behelpen, want kopen bij de Amerikaans farmaceuten kan niet. Datzelfde geldt voor apparatuur, er is bijvoorbeeld een tekort aan rolstoelen en rollators. Producenten uit andere landen handelen niet met Cuba uit angst voor represailles van de VS.’

Maar Cuba heeft toch een totalitair regime dat de persoonlijke vrijheid beperkt? ‘Dat is voor rekening van Mare’, zegt Jonas. ‘Het is een vrij land, maar ze zijn bang voor Amerikanen die de boel in de war komen schoppen. We worden echt niet in de gaten gehouden als we daar zijn.’

Volgens Roorda zijn er de nodige beperkingen. ‘De staat is zo georganiseerd dat mensen niet gewend zijn om kritisch na te denken. Over sommige onderwerpen krijg je niet heel makkelijk duidelijkheid. Politiek gaan ze uit de weg. Ik ben zelf specifiek voor de ouderenzorg naar Cuba gegaan. De rol van de familie is daar erg groot. Ze willen echt niet dat ouderen in een verpleeghuis terechtkomen. Daar offeren ze veel voor op.’

Hij geeft toe: ‘Het is natuurlijk niet heel reëel om de Cubaanse aanpak in zijn geheel in Nederland toe te passen. Maar het is wel mogelijk om meer proactief en preventief te werken. Ouderen in de wijk beter leren kennen en in kaart brengen wat nu de kwetsbare personen zijn. Daar zijn ze in Cuba heel goed mee bezig.’