Columns & opinie
Was Pieter de la Court wel een ‘vrijdenker’?
Pieter de la Court, naar wie het gebouw van de faculteit der Sociale Wetenschappen is vernoemd, mocht zich als wetenschapper dan principieel uitspreken tegen tirannie, als ondernemer was hij direct betrokken bij slavenhandel, schrijven Karwan Fatah-Black en Arthur Pormes.
Gastschrijver
maandag 28 november 2022
Pieter de la Court door Abraham van den Tempel (1667) Rijksmuseum

Als universiteit wijzen we helden aan die door bijzondere ontdekkingen een doorbraak in onze kennis forceerden, of die door een moedig optreden de principes van ongebonden wetenschap verdedigden. Een van onze Leidse helden is Pieter de la Court (1618 – 1685).

Hij behoort tot de canon van Leidse wetenschappers, al zal het voor velen niet helemaal duidelijk zijn waarom. De la Court ontwierp geen microscoop en ontdekte geen nieuwe sterrenstelsels, maar behoorde tot de radicale vleugel van de Staatsgezinden, de scherpe tegenstrevers van Oranje.

Vanuit die ideologische positie schreef hij politieke, filosofische en economische traktaten over het belang van vrijheid. Hij deed dat niet als bezoldigde wetenschapper, maar verdiende zijn geld als ondernemer.

Niemands slaaf

De la Court is niet alleen in Leiden een held van de wetenschap. De Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen reikt jaarlijks de zogeheten De la Courtprijs uit aan een geesteswetenschapper die een significante bijdrage levert aan wetenschappelijk onderzoek zonder een vaste aanstelling te hebben bij een universiteit of onderzoeksinstituut.

Naast het naar hem vernoemde gebouw van de faculteit der Sociale Wetenschappen prijkt een mooie quote van De la Court: ‘Gelukkig is degene die niemands slaaf en niemands tiran wil zijn.’ Hij wordt bij dat citaat ‘Leidse lakenhandelaar en vrijdenker’ genoemd.

Vrijheidsliefde stond bij De la Court hoog in het vaandel, zowel als het gaat om geloofsvrijheid als om de inperking van monopolisten ten behoeve van vrije ondernemers. In dat opzicht is de omschrijving ‘vrijdenker’ dus wel begrijpelijk. Ook het citaat vat zijn standpunt goed samen: dwingelandij is voor niemand goed.

'De la Court was volop en direct betrokken bij slavenhandel'

In de eenentwintigste eeuw, en op de drempel van het jaar dat we stilstaan bij de 160-jarige afschaffing van de slavernij wordt onze aandacht getrokken door het woord ‘slaaf’ en rijst de vraag hoe De la Court zich verhield tot de koloniale slavernij in zijn tijd.

Om dat goed te begrijpen is het belangrijk om te bedenken dat de term slaaf in de zeventiende eeuw vooral op twee manieren werd gebruikt. Allereerst als metafoor: tiranniek bestuur werd slavernij genoemd. Zo moeten we ook de quote van De la Court lezen.

De andere betekenis is meer letterlijk en verwijst naar de krijgsgevangenschap van christenen, vooral zeelieden, bij de islamitische heersers in Noord-Afrika. Voor koloniale slavernij gebruikten de zeventiende-eeuwers meestal de Portugese term negros, of Nederlandse afgeleiden daarvan. Dat onderscheid in terminologie is niet uniek voor Nederland, maar vinden we ook in Engeland terug. Daar hanteerde men de term slavernij vooral om de overheersing door een (buitenlandse) vorst mee aan te duiden.

Geld verdienen aan slavernij

Het citaat van De la Court gaat dus niet over koloniale slavernij. Maar wat vond hij dan van slavernij? Daarover kunnen we kort zijn: hij was volop en direct betrokken bij slavenhandel. De la Court behoorde tot de grootste investeerders in de West-Indische Compagnie (WIC), die destijds vrijwel alleen nog met slavenhandel bezig was, en ontleende prestige aan zijn voorname rol in die organisatie. Het geld dat hij als ondernemer verdiende, gaf hem de vrijheid zijn publicaties te schrijven.

De la Court was een uitzondering in de late zeventiende eeuw: de slavenhandel was in die tijd enigszins een niche in de Nederlandse economie en de (WIC) verkeerde in zwaar weer. Kortom, De la Court was een eigengereide buitenstaander die zich principieel uitsprak tegen tirannie, maar hij liet dat principe niet uitstrekken voorbij de kunstmatige raciale grens tussen wit en zwart. Sterker nog, hij was deel van de tamelijk beperkte groep die het beleid van de grootste Nederlandse slavenhandelsonderneming bepaalde.

Nu het duidelijk is dat het slavernijverleden diepe culturele sporen heeft nagelaten en er steeds meer stemmen opgaan om de herdenking daarvan een plaats te geven in de samenleving, is het de vraag wat we met de kwalificatie van De la Court als ‘lakenhandelaar en vrijdenker’ aan moeten. Doet die wel voldoende recht aan zijn historische rol?

Karwan Fatah-Black is universitair docent sociale en economische geschiedenis. Arthur Pormes is lerarenopleider en vakdidacticus maatschappijleer ICLON.