Columns & opinie
Waarom we meer Louis van Gaals nodig hebben
Louis van Gaal was een buitengewoon matige voetballer, maar hij weet wel telkens van een uit los zand bestaande bende een (h)echt team te smeden. Precies zo zouden universiteiten wetenschappers moeten laten wetenschappen en bestuurders laten besturen.
Frank Provoost
donderdag 9 september 2021
Illustratie Silas

Glorieuzer kon het academisch jaar niet beginnen. Maar liefst drie Leidse wetenschappers kregen vrijdag de hoogst mogelijke wetenschappelijke onderscheiding van het land. Maria Yazdanbakhsh, Marc Koper en Judi Mesman ontvangen ieder tweeënhalf miljoen euro, vrij te besteden aan wetenschap.

Hier aan de gracht zeggen we dan: ‘Vo!’

Maar terwijl de universitaire propagandamachines begonnen te ratelen, kon ik maar aan één iemand denken.

Louis van Gaal.

Dezelfde dag verklapte Rianne Letschert, de rector van Maastricht, in de Volkskrant waarom ze uitgerekend bij zo’n bekroning (toen ze een prestigieuze Vidi-beurs won) afknapte op de academie. ‘Voor de buitenwereld was ik opeens de godin van de wetenschap, wat nergens op slaat. Natuurlijk was ik trots, maar ik had die beurs niet alleen binnengehaald. We hebben als universiteiten het systeem zo ingericht dat we individueel gedrag belonen en teamgedrag niet.’

FLITS! Daar was hij weer, op de binnenkant van mijn netvlies. Louis van Gaal.

‘Universiteiten zijn perverseprikkelparadijzen die steeds meer studenten moeten lokken én over de eindstreep trekken’

Dat het systeem niet deugt, is allang bekend. Onder de top van de academische Olympus gaat een ijsberg van leed schuil. Universiteiten zijn uitgegroeid tot perverseprikkelparadijzen die steeds meer studenten moeten lokken én over de eindstreep trekken. Docenten die zich al te pletter werken, moeten ook nog beurzen binnenharken en als een malle publiceren.

Dat leidt tot excessen. Onder aan de pikorde sukkelen draaideurdocenten als lopendebandwerkers van het ene naar het andere contract. Boven op de apenrots dreigt juist grootheidswaan: daar gaan sommige geleerden zó in hun eigen genialiteit geloven dat ze een schrikbewind voeren en veranderen in terrorprofs.

Ook toppers ontkomen daar niet aan. Judi Mesman belandde zelf in zo’n ‘slangenkuil’, zei ze eerder in Mare. Aan de Haagse faculteit werd jarenlang gepest. Bij het Leiden Institute for Area Studies heerste een angstcultuur. Een frauderende psycholoog zette promovendi dermate onder druk dat die ‘met pijn in de maag naar hun werk gingen’.

Het meest recente dieptepunt is de implosie van het Mathematisch Instituut. Door verziekte verhoudingen viel ‘een van de beste groepen in Europa’ (aldus kenners) uiteen. Bijna iedereen vertrok, zo ook statisticus Aad van der Vaart, die in 2015 namens Leiden een Spinozapremie won en nu de rest van dat prijzengeld in Delft mag opmaken.

Dit keer zwegen de propagandamachines. Verantwoordelijken weigerden wederhoor.

‘Het te simpel om alleen de terrorprofs en bange bestuurders de schuld te geven’

‘In het begin verwachtte ik in mijn naïviteit dat zo’n leidinggevende met de kritiek aan de slag zou gaan’, zei Letschert in de Volkskrant over de pijnlijke confrontaties die ze aanging met ‘narcistische bokito’s’. Toen die geen ‘vermogen tot zelfreflectie’ bleken te hebben ‘kwam er een punt waarop je afscheid moet nemen van elkaar.’

Die daadkracht is moedig maar jammer genoeg ook zeldzaam. Vaak wordt er niet, nauwelijks of te laat opgetreden. Toch is het te simpel om alleen de boosdoeners en bange bestuurders de schuld te geven. Daarvoor is het probleem te diep verankerd in de academische hiërarchie. Daar wordt namelijk van aanstormende genieën verwacht dat ze zich eerst jarenlang monomaan toeleggen op hun eigen kleine niche en al het andere wegcijferen. En dan, als ze ein-de-lijk hoogleraar zijn, mogen ze zich plotseling ontpoppen tot empathische manager en begripvol een vakgroep/instituut/faculteit bestieren.

Het is eigenlijk een wonder dat het niet veel vaker fout gaat.

Is er een oplossing? Jazeker. Louis van Gaal.

‘Toegegeven: óók Van Gaal kun je met gemak ‘narcistische bokito’ noemen’

Toegegeven: óók hem kun je met gemak ‘narcistische bokito’ noemen. Maar toch lopen al zijn onderdanen met hem weg, inclusief zelfzuchtige primadonna’s. Overal en telkens weer weet hij van een uit los zand bestaande bende een (h)echt team te smeden, waarin zelfs onuitstaanbare ego’s zich gewillig voegen in een ondergeschikte rol ten dienste van het collectief.

Het geheim? Louis van Gaal was een buitengewoon matige voetballer. Hij zal nooit de illusie hebben zijn sterspelers te kunnen overtroeven. Hij hoeft uitsluitend een strijdplan te bedenken en te zorgen voor optimale omstandigheden.

Precies zo zouden universiteiten wetenschappers moeten laten wetenschappen en bestuurders laten besturen. We hebben meer Louis van Gaals nodig.