Wetenschap
Waarom luistert niemand naar de slachtoffers?
In onderzoek naar jeugdzorg blijft het perspectief van kinderen onderbelicht. Historicus John Exalto wil dat veranderen. ‘Wat vertellen de pupillen, wat hebben ze geleerd, en wat ging er mis?’
Anoushka Kloosterman
donderdag 16 juni 2022
Bewoner van de inmiddels gesloten jeugdzorginstelling Hoenderloo Groep, in 2014. Foto ANP

‘Ik pleit voor een Jeugdzorggeschiedenis 2.0, geschreven vanuit de pupillen’, zegt historicus John Exalto van de Vrije Universiteit.
Daar boort hij een nieuwe bron voor aan: levensverhalen van volwassenen die de jeugdzorg hebben doorlopen. De boeken zijn voor slachtoffers vooral van therapeutische waarde, maar zijn ook een waardevolle bron voor historici, betoogt Exalto. ‘Dit onderwerp is nog niet systematisch geanalyseerd. Ik wil zeggen: kantel je perspectief, en bestudeer het vanuit het kind. Dat doet de geschiedschrijving te weinig, maar het gaat uiteindelijk om hen.’

Het is ‘deels correctie op eigen werk’, geeft hij toe. Historici richten zich vaak op archieven, waarin het perspectief van de slachtoffers nauwelijks te vinden is.

Zelf deed hij archief-onderzoek naar de geschiedenis van de Hoenderloo Groep, die in 2020 werd gesloten, en werkte mee aan een rapport over geweld in de jeugdzorg van commissie De Winter. Op 24 juni spreekt hij in Leiden, op het symposium Cultures of Victimology over slachtofferschap.

'Jij bent slachtoffer, vertel je verhaal'

Voor het rapport over jeugdzorggeweld zijn slachtoffers wel geïnterviewd, maar de boeken geven een completer beeld. ‘De verhalen staan in een andere context dan bij een interview, waarin je zegt: “Jij bent slachtoffer, vertel je verhaal.” Ze hebben zelf het initiatief genomen om dit boek te schrijven, en ze beschrijven hun hele loopbaan in de jeugdzorg.

‘Die verhalen onderzoek ik empirisch: hoe zien oud-pupillen de jeugdzorg, hoe geven ze zelf woorden aan hun slachtofferschap? Door het systematisch te bekijken kun je ook bepaalde determinanten opzoeken: op welke leeftijd worden ze geplaatst, uit wat voor gezinnen komen ze, en waar gaat het verkeerd? Is dat een bepaalde begeleider, bepaalde gedragingen? Er zit vaak een dubbele boodschap in: ze zijn beschadigd geraakt, maar er ook sterker uitgekomen.’

Kleinschalig

Als voorbeeld geeft hij het verhaal van een man die als jongen in Hoenderloo belandde. ‘Hij benadrukt in zijn boek dat hij emotioneel veel tekort is gekomen, en dat er geweld was. Hij is ook geslagen. Maar hij schrijft ook: ik heb wel een diploma kunnen halen en mijn leven op de rit kunnen krijgen.

‘Mijn betoog is zeker niet dat het wel meevalt. Maar die dubbelheid wil ik op de agenda zetten. Het is een pleidooi voor historisch onderzoek, dat kan bijdragen aan bezinning in de praktijk. Er zijn veel slachtoffers geweest, hoe kunnen we dit in de toekomst voorkomen? Door zo’n lange tijdsperiode te bekijken kan je zien hoe de sector zich heeft ontwikkeld en aanbevelingen doen.’

‘Vroeger zaten er wel honderd kinderen bij elkaar, nu is het meer de omvang van een gezin’

De jeugdzorg is sinds de Tweede Wereldoorlog ten goede, maar ook ten kwade veranderd, zegt Exalto. ‘Wat positief is: het is veel kleinschaliger geworden. Vroeger zaten er wel honderd kinderen bij elkaar, nu is het meer de omvang van een gezin. De relatie met de ouders werd ook ontmoedigd. Probleemkinderen komen uit probleemmilieus, was het idee, dus die banden werden afgesneden om negatieve beïnvloeding te voorkomen.

‘Nu wordt die band aangemoedigd. Pedagogen gaan ervan uit dat kinderen zich hoe dan ook aan hun ouders hebben gehecht, en dat die band kan helpen bij het probleem. Dat is een verbetering.’

Geweld

Aan de andere kant krijgen de kinderen nu veel minder stabiele begeleiding, en staat de sector onder grote druk. ‘Vroeger werkten begeleiders vaak fulltime, en voor dezelfde groep. Nu werken ze vaak parttime, en de werkdruk is hoog. Kinderen krijgen veel verschillende begeleiders, en dat heeft negatieve uitwerkingen. Ze kunnen zich niet hechten.’

Het geweld tussen begeleiders en pupillen nam in de loop der jaren af, maar geweld tussen de kinderen zelf nam toe, bleek ook uit het rapport van commissie De Winter.

‘Kinderen met mildere problemen worden vaker dicht bij huis opgevangen. Daardoor blijven kinderen met een zware indicatie over. De zwaarste gevallen zitten bij elkaar. Je hebt wel te maken met probleemkinderen, dat is deel van het probleem zelf. Hoe je daarmee moet omgaan, is aan de orthopedagogen. Ik wil vanuit een langer tijdsperspectief bijdragen: wat vertellen de pupillen, wat hebben ze geleerd, en wat ging er mis?’

 

Cultures of Victimology, symposium, Kamerling Onnes Gebouw, 24 juni, 9:30 – 16:30 u