Columns & opinie
Waarom alles verkameren de woningnood kan oplossen
Je zou denken dat verkameren een ideale oplossing is voor de enorme krapte op de woningmarkt, maar de gemeente Leiden doet er juist alles aan om verkamering terug te dringen omwille van de leefbaarheid van de binnenstad. De vraag is alleen: de leefbaarheid voor wie?
Susan Wichgers
donderdag 14 oktober 2021
Illustratie Silas

Quizvraag: wat kost meer woonoppervlak, een kamer of een studio met eigen badkamer en keuken?

Je zou denken dat een huis delen een heel efficiënte manier van wonen is, kosten- en ruimtetechnisch gezien. Je zou denken dat dat ideaal is in een tijd van enorme krapte op de woningmarkt, zeker voor mensen die (nog) niet helemaal alleen willen wonen of geen geld hebben voor een zelfstandige woning. Je zou denken: verkamer erop los.

De gemeente ziet dat anders en doet er alles aan om verkamering terug te dringen in Leiden, omwille van de leefbaarheid van de binnenstad. De vraag is alleen: de leefbaarheid voor wie?

Niet voor de student die twee keer heeft moeten verhuizen omdat haar huisbaas niet de juiste vergunning had – ondanks dat ze dat de tweede keer uitvoerig had nagevraagd. Of voor de student die in Rijnsburg in een caravan woont omdat ze al anderhalf jaar geen kamer kan vinden.

En niet te vergeten: voor de studenten aan de Haagweg 47. Ze woonden eerst in een oud schoolgebouw maar moesten er weg, omdat het gebouw werd gesloopt voor een ‘creatief’ doe-het-zelf-nieuwbouwproject om starters en studenten een kans te geven op de woningmarkt (als je drie ton hypotheek kan krijgen dan).

Goed, oké, ze verkasten naar een oud kantoorpand om de hoek dat is omgetoverd tot studentenhuis. Maar vrijwel meteen begonnen de omwonenden te klagen. De buurt was al te verkamerd, de mensen aan de overkant van het water waren bij voorbaat bang voor feestjes in de tuin, en de buren in de straat vreesden fietsen op de stoep en torens van bierkratten.

'De mensen die het privilege hebben om een huis te bezitten in de binnenstad, verwachten dat de rest van de stad zich naar hun grieven schikt'

Het compromis: de studenten moesten een convenant ondertekenen met regels waaraan ze zich moeten houden. Ze mogen bijvoorbeeld maar tot acht uur in hun tuin zitten (in het weekend tot negen, en in de zomer zelfs tot elf). Terwijl de overburen nog vrolijk in hun tuin zaten, moesten zij naar binnen. Sommigen durfden niet meer door de tuin te lopen, bang dat de buren een foto zouden maken en als bewijs zouden aanvoeren.

Is dat dan die leefbaarheid waar de gemeente het over heeft, of zeurt het Not In My Back Yard-kamp (ook wel NIMBY’s) gewoon het hardst? De mensen die het privilege hebben om een huis te bezitten in de binnenstad, verwachten ook nog eens dat de rest van de stad zich naar hun grieven schikt.

Onlangs oordeelde de Raad van State over vergelijkbaar beleid in Nijmegen dat het leefbaarheidsargument inderdaad geen steek houdt, juridisch gezien, waarop wethouder Fleur Spijker voor de zekerheid besloot tijdelijk helemaal geen vergunningen meer uit te geven. Alsof je straf hebt gekregen van je ouders, zij ontdekken dat het onterecht was, en je om die reden nóg meer straf krijgt.

Studenten mogen in hun handjes knijpen als ze na lang zoeken een kamer kunnen vinden, en vervolgens worden ze schaamteloos verjaagd door de gemeente. Die ziet ze liever vakkundig weggestopt in studio’s bij Lammenschans, of in een nieuwe studentenflat in Leiderdorp, waar het bouwplan meteen alweer een jaar vertraging opliep door een andere delegatie boze burgers.

Daar was dan weer het argument dat seniorenwoningen harder nodig waren dan studentenwoningen. Zou dat niet de ultieme oplossing zijn? Leiderdorp, waar iedereen stil is na acht uur ’s avonds en fietsen in rekken staan. NIMBY’s, eat your heart out.