Nieuws
Vijf masters bij psychologie krijgen numerus fixus
Het psychologiebestuur heeft een numerus fixus aangevraagd voor de vijf klinische masters. Ook zijn de pre-masters stopgezet.
Anoushka Kloosterman
donderdag 18 november 2021
Beeld Schot
'Er zitten grenzen aan de groei'

De numerus fixus komt, als alles goed gaat, in 2023. Er zijn sinds vorige maand noodmaatregelen genomen om de grote instroom te beperken, zoals een ontmoedigingsbeleid en strengere toelatingseisen voor bepaalde tracks. Een numerus fixus instellen kost meer tijd, maar de procedures zijn in werking gezet.

‘Om de onderwijskwaliteit blijvend te waarborgen is het noodzakelijk dit aantal meer structureel te kunnen reguleren’, schrijft het instituutsbestuur in de aanvraag.

‘Ook met het oog op de schaarse klinische stageplaatsen is het niet verstandig om de master onbeperkt te laten groeien. We vinden dat we als bestuur zelf ook een verantwoordelijkheid moeten nemen om studenten te beschermen.’

De premaster voor klinische masteropleidingen is ook stopgezet. Dat is een tijdelijke maatregel, die ook te maken heeft met de aanvraag voor een fixus. Als er in 2023 namelijk maar een beperkt aantal mensen aan de master mogen beginnen, kunnen degenen die volgend jaar een premaster doen, niet gegarandeerd een plek krijgen.

‘Deze ingreep nu is noodzakelijk in de voorbereidingen op het weer hanteerbaar maken van de instroom in de klinische richtingen en ter bescherming van studenten die de consequenties van nu een premaster starten onmogelijk kunnen overzien’, schrijft het bestuur.
Voor de master Klinische Psychologie was de premaster al eerder dichtgegooid. Dat is niet goed voor de toegankelijkheid van het onderwijs, dus het gaat om een tijdelijke maatregel.

In de wetgeving is er geen regelgeving over capaciteitsbeperking bij premasters. Het zijn namelijk geen opleidingen, dus een fixus aanvragen kan niet zomaar. ‘Het Instituutsbestuur is in overleg op zoek naar een manier om de premasterroute, met een beperkte instroom, weer open te stellen zodra er duidelijkheid is over hoe dit mogelijk gemaakt kan worden.’

De klinische psychologiemasters kampen al langer met problemen, omdat er zoveel aanmeldingen zijn. Anderhalf jaar geleden werd de master Klinische Psychologie overspoeld met nieuwe studenten. Toen het bestuur daar maatregelen nam om de instroom te beperken, ontstond er een ‘waterbedeffect’, waardoor het aantal aanmeldingen bij de andere specialisaties verdubbelde‘De master psychologie kent op dit moment met meer dan 500 studenten bij de septemberstart en nog eens ruim 150 in februari al de hoogste instroom van alle masterprogramma’s van Universiteit Leiden’, schrijft het bestuur.

‘Een verdere toename is ook voor de organisatie zeer belastend wat weer zijn weerslag heeft op de situatie voor studenten, de kwaliteit van het onderwijs komt in het gedrang. Er zitten grenzen aan de groei.’