Wetenschap
Verbannen door de Universiteit van Ankara, dan maar promoveren in Leiden
Filmwetenschapper Bahar Şimşek werkte aan een proefschrift over Koerdische cinema toen ze plotseling van de Universiteit van Ankara werd verbannen. Ze promoveerde alsnog in Leiden. ‘Mijn basisrechten zijn mij ontzegd, maar ik blijf hoop houden.’
Vincent Bongers
dinsdag 5 oktober 2021
De Koerdische filmster en activist Yilmaz Güney

Ineens is het voorbij. Op 6 januari 2017 vaardigt de Turkse overheid decreet 679 uit. Er is een noodtoestand uitgeroepen in het land en elk verzet tegen president Erdogan moet in de kiem worden gesmoord. In het besluit staat dat personen die activiteiten ‘uitvoeren tegen de nationale veiligheid van de staat, uit hun openbaar ambt verwijderd worden’.

Het heeft grote gevolgen voor de Koerdische Bahar Şimşek (1985) die dan nog is verbonden aan de Universiteit van Ankara. Zij werkt als onderzoeksassistent bij de afdeling radio, televisie en filmwetenschappen en staat op de lijst van activisten.

‘Ik werd van de universiteit gegooid’, zegt Şimşek. De reden? Ze had een petitie getekend van Academics for Peace, een beweging die zich inzet voor de vreedzame oplossing van het conflict tussen Turkije en de Koerden. Erdogan deed de organisatie in de ban.

'We werden ervan beschuldigd propaganda te maken voor een terroristische organisatie'

‘Iedereen die had getekend moest vertrekken’, vertelt Şimşek via Zoom vanuit Ankara. ‘Maar dat was niet het enige. Mijn paspoort is ingetrokken. Reizen kan ik dus niet. De ondertekenaars worden ervan beschuldigd propaganda te maken voor een terroristische organisatie.’

Met Leidse hulp wist ze toch haar onderzoek naar Koerdische films te voltooien. Onlangs verdedigde ze, uiteraard op afstand, met succes haar proefschrift. ‘Toen ik werd weggestuurd, dacht ik dat het nooit zou lukken. Gelukkig heeft Erik Jan Zürcher, emeritus hoogleraar Turkse talen en culturen, mij de kans gegeven om verder te gaan in Leiden. Ik ben hem heel dankbaar, maar vind het treurig dat ik nooit op de Leidse campus ben geweest. Ik heb Zürcher ook nooit in levenden lijve ontmoet helaas.’

Yilmaz Güney werd beroemd door het spelen van tough guys

In het dankwoord van haar proefschrift spreekt Şimşek haar waardering uit voor ‘de banaliteit van het kwaad’, die weliswaar vrijheidsberovend is, maar haar wel heeft geleerd ‘hoe cruciaal democratische principes zijn om onderzoek te kunnen doen’.

Koerdistan is geen autonome staat, maar is verdeeld over Iran, Syrië, Irak en Turkije. De Koerden streven naar onafhankelijkheid. In Turkije wisselen perioden van gewelddadige repressie en relatieve rust ten opzichte van Turkse Koerden elkaar af.

Het is lastig om een bepaalde Koerdische identiteit te duiden in films, legt Şimşek uit. ‘Er is namelijk niet een specifiek concept van wat Koerden zijn. Het is niet één groep, er is veel verschil. Daar komt nog bij dat Koerden de assimilatiepolitiek van vier verschillende landen hebben ondergaan.’

De verhalen van de diaspora lopen dus uiteen. De cultuur en de taal van de staat waar Koerden wonen zijn zeer bepalend. Lang niet alle Koerden spreken trouwens Koerdisch. Die taal kent zelf ook nog vijf varianten. Hoe gecompliceerd het allemaal is blijkt al uit het spectaculaire levensverhaal van de in 1984 overleden Koerdische regisseur Yılmaz Güney. Hij won op het filmfestival van Cannes de Gouden Palm voor de film Yol.

Güney was een filmster, schrijver en regisseur die carrière maakte in de zeer nationalistische Turkse filmindustrie, legt Şimşek uit. Hij is een van de bepalende figuren in de Koerdische filmgeschiedenis geworden, terwijl hij geen Koerdische films kon en mocht maken. ‘Toch is er vrijwel in elke Koerdische film wel een referentie naar zijn werk te vinden. Soms spelen ze een scène na, of je ziet ergens in beeld op de achtergrond een poster of een foto met hem erop.’

‘Mijn basisrechten zijn mij ontzegd. Ik kan niet reizen en werken'

Güney speelde met machinegeweren bewapende tough guys in de jaren 60, kreeg zo de bijnaam ‘de lelijke koning’ en werd een van de populairste acteurs in Turkije. Hij kwam in de problemen met de Turkse autoriteiten toen hij maatschappijkritische boeken ging publiceren en zijn films links geëngageerd werden. Meerdere keren belandde hij vanwege zijn activisme in de cel.

In 1974 kreeg hij amnestie en werd hij vrijgelaten, maar al snel kwam hij na een bizar incident toch weer in de gevangenis terecht: hij zou in een nachtclub een rechter hebben doodgeschoten. De regisseur ontkende maar werd toch veroordeeld. Ook achter de tralies bleef hij echter productief. Zo schreef hij het scenario voor Yol. Collega Şerif Gören schoot de film voor hem, maar kreeg wel steeds via koeriers regie-instructies vanuit de cel.

Toen Güney in 1981 uit de gevangenis wist te ontsnappen, monteerde hij zelf de film in het buitenland. Yol werd een internationaal succes, maar was bijna twee decennia verboden in Turkije. ‘Onder andere omdat het verboden woord “Koerdistan” in de film verschijnt als verwijzing naar een geografisch locatie’, vertelt Şimşek. De eerste Turkse film die een Gouden Palm won, was dus heel lang niet in eigen land te zien vanwege de kritiek op de autoriteiten. Ook nu is er nog steeds uitsluitend een gecensureerde versie te zien.

Şimşek heeft haar proefschrift afgerond, maar haar vrijheid heeft ze nog niet terug. ‘Mijn basisrechten zijn mij ontzegd. Ik kan niet reizen en werken. De autoriteiten maken het mij heel moeilijk. Maar ik blijf hoop houden dat ik straks weer alles kan doen wat ik wil.’