Columns & opinie
Universiteitsraad, ga nu eindelijk eens dwarsliggen!
We hebben een raad nodig die een fel debat niet uit de weg gaat, maar in plaats daarvan zien we de discussies die je van tevoren al kan uitschrijven en waarbij de echt gevoelige onderwerpen achter gesloten deuren worden besproken.
Mark Reid
donderdag 9 juni 2022
Illustratie Silas.nl

De opkomst bij de universiteitsverkiezingen was dit jaar opnieuw dramatisch. Nog geen 30 procent van de medewerkers en slechts 16 procent van de studenten nam de moeite om een stem uit te brengen op de medezeggenschap. En zoals elk jaar komt vanuit de verschillende partijen de roep dat ze hun best gaan doen om dit jaar wél zichtbaar te zijn en de hele universitaire gemeenschap te doordringen van hun belang.
Maar: beste raadsleden, de lage opkomst ligt niet alleen aan jullie zichtbaarheid. Het ligt aan wat de raad kan doen.

Met enige grootspraak wordt de universiteitsraad ook wel de Tweede Kamer van de universiteit genoemd. En hoewel de UR inderdaad de plek is waar bestuurders verantwoording moeten afleggen aan de vertegenwoordigers van de universitaire gemeenschap, ontbreek het er toch aan de felle debatten, ideologische verschillen en retorisch vuurwerk die we in de Kamer wel zien.

Natuurlijk is het fijn dat onze universiteit met collegiaal overleg wordt bestuurd, maar een vriendschappelijk gesprek tussen een raadslid en het college van bestuur over een technisch detail in de kwartaalcijfers is niet per se iets waar stemmers voor naar de stembus zullen hollen.

Raadsleden hebben weinig middelen om zelf beleid voor te stellen, en moeten zich dus extra bewust zijn van de macht die ze wel hebben

Als er dan echt controversiële dingen gebeuren (proctoring, cameragate, humanities campus, Palestina-panel), dan vindt de kritieke bespreking over dat onderwerp achter gesloten deuren plaats, zonder dat de raad daar op enige manier bezwaar tegen maakt. Tot zover de roep om zichtbaarder te zijn.

Veel van de discussies die we wel zien in de universiteitsraad zijn letterlijk van tevoren uit te schrijven. Rondvragen dienen weken voor elke vergadering al schriftelijk te zijn ingediend zodat het college van bestuur niet voor onprettige verrassingen kan komen te staan tijdens een verhitte vergadering. Om de boel helemaal dicht te timmeren mag alleen de vraagsteller tijdens de vergadering verder ingaan op een antwoord van het college van bestuur. Dat laatste was overigens een idee van de raad zelf om de vergaderingen efficiënter te laten verlopen. Tot zover het levendige debat.

Hoe lang is het geleden dat een raad daadwerkelijk heeft geweigerd instemming te verlenen?

Raadsleden hebben weinig instrumentele middelen om zelf beleid voor te stellen, en zouden zich daarom juist des te meer bewust moeten zijn van de macht die ze wel hebben. De wet vereist op verschillende punten dat de medezeggenschap instemt met plannen van het college. Die noodzaak om instemming te verlenen maakt het tot het machtigste wapen van de raad, en tegelijkertijd is het een middel dat nooit wordt ingezet.

Toegegeven, het bestuur van de universiteit is meestal in orde, maar we hebben wel een raad nodig die stevig durft te reageren en als het erop aankomt compleet dwars gaat liggen. Hoe lang is het geleden dat een raad daadwerkelijk heeft geweigerd instemming te verlenen?

Dus, raadsleden, zijn jullie echt niet tevreden met de nieuwe regeling voor tentamenherkansingen? Willen jullie meer vaste contracten? Meer aandacht voor studentenwelzijn? Stem dan gewoon eens niet in. Bestuurders zullen vast sputteren dat het alles heel moeilijk maakt, maar dat is precies waar jullie voor in de raad zitten, toch?

Kom op, ga eens dwarsliggen!